Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

De bedoeling van Pinksteren

Leestijd: 21 min.

Wat werkt de doop in de Heilige Geest uit in uw leven?

Door Derek Prince

,,.....En gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt..." Kracht waarvoor? Wat is Gods bedoeling met het feit dat Hij zijn kinderen doopt met de Heilige Geest? Derek Prince gaat in dit artikel in op die vraag en onderscheidt zeven gevolgen van de uitstorting van de Heilige Geest in het leven van iedere gelovige. Niet alleen uzelf, maar ook uw omgeving zal ingrijpend veranderd worden, als Gods kracht door de vervulling met de Heilige Geest zichtbaar wordt in uw leven…

Op het moment dat we vervuld worden met de Heilige Geest, verandert ons leven op minstens zeven verschillende gebieden. Maar voor ik die gebieden noem, wil ik eerst een belangrijke opmerking maken over het karakter van de Heilige Geest: Hij is nooit een dictator! Toen Jezus zijn volgelingen de gave van de Heilige Geest beloofde, sprak Hij over Hem als 'Helper', 'Trooster', 'Gids' of 'Leraar'. De Heilige Geest houdt zichzelf altijd binnen deze beperkingen. Hij eigent Zich nooit onze wil of persoonlijkheid toe, en forceert ons als gelovigen nooit iets te doen tegen onze wil. In Hebreeën 10:29 wordt Hij de Geest der Genade genoemd; Hij is veel te genadig om Zich aan ons op te dringen en zal alleen daar bewegen, waar Hij als welkome gast wordt ontvangen.

Het is belangrijk deze karakter-eigenschap van de Heilige Geest goed te beseffen. Want het betekent ook, dat alle 'gevolgen' van de doop in de Heilige Geest afhankelijk zijn van de mate waarin wij de Heilige Geest toelaten. In Romeinen 8:15 vergelijkt Paulus onze vrijheid als Geestvervulde gelovige met de gebondenheid van Israël aan de Wet in het Oude Testament, en herinnert ons eraan: „Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen..." Daaruit volgt, dat de mate waarin de Heilige Geest ons zal besturen en leiden, precies de mate is waarin we ons zelf vrijwillig aan de Heilige Geest willen overgeven. In Johannes 3:34 zegt Johannes de Doper vervolgens: „...want Hij (God) geeft de Geest niet met mate..." Dus aan God ligt het niet. De mate of 'hoeveelheid' ligt niet in het geven van God, maar in ons ontvangen. We kunnen precies zoveel werking van de Heilige Geest krijgen als we willen. Maar Hij zal ons er nooit toe dwingen te ontvangen.

Met dit gegeven in gedachten, kunnen we nu kijken welke resultaten de vervulling met de Heilige Geest voor u en mij persoonlijk voorbrengt.

1 . DYNAMISCHE KRACHT OM TE GETUIGEN

Jezus zelf noemt het eerste resultaat, op het moment dat Hij zijn discipelen de laatste aanwijzingen geeft, voor Hij naar de hemel opvaart: „Maar gij zult kracht ontvangen, wanneer de Heilige Geest over u komt, en gij zult mijn getuigen zijn te Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot het uiterste der aarde." (Handelingen 1:8, lees ook Lukas 24:49)

Hier geeft Jezus de blauwdruk voor de verbreiding van het evangelie, voor de hele verdere loop van de wereldgeschiedenis. Dit plan is even eenvoudig als praktisch. Het verloopt in drie stadia:

  1. ledere gelovige moet persoonlijk bekrachtigd worden door de Heilige Geest.
  2. ledere bekrachtigde gelovige zal door zijn getuigenis anderen winnen voor Christus.
  3. Deze anderen zullen op hun beurt weer kracht ontvangen en van daaruit getuigen, om weer anderen te winnen.

Zo gaat het evangelie uit in steeds wijdere cirkels, totdat de einden der aarde zijn bereikt. Nu is er iets heel bijzonders aan die bekrachtiging door de Heilige Geest. Het woord 'kracht in deze tekst, is vertaald vanuit het Griekse woord 'dunamis', waar ook begrippen als dynamo en dynamiet vandaan komen. We hebben het dus over een explosieve, dynamische soort kracht.

Dit is een andere kracht, dan die je ontvangt bij je wedergeboorte of bekering. We lezen in Johannes 1:12 over de bekering ('mensen die Christus ontvangen en daarmee uit God geboren worden'): „Doch allen die Hem aangenomen hebben, beeft Hij MACHT gegeven om kinderen Gods te worden." Het woordje 'macht of 'autoriteit' komt van het Griekse woord 'exousia'. Dat is het kenmerk van een wedergeboren kind van God: Niet langer is hij slaaf van de zonde en van satan, maar hij is een zoon van God geworden en bezit daardoor een nieuwe autoriteit. Hij geeft niet meer toe aan verleiding of tegenstand, maar overwint ze door de macht van het nieuwe leven in zich. Hij is een overwinnaar en heeft autoriteit.

Maar ‘autoriteit’ is nog niet hetzelfde als 'kracht'. De eerste discipelen bezaten deze macht en autoriteit al vanaf Christus' opstanding, maar hadden nog maar weinig invloed op hun omgeving, Jeruzalem. Dit veranderde abrupt op het moment dat de Heilige Geest werd uitgestort op de Pinksterdag. Toen de 120 gelovigen in de bovenzaal waren gedoopt met de Heilige Geest, had zich binnen twee uur een menigte van vele duizenden mensen verzameld en voordat de zon onderging, waren 3.000 ongelovigen, die Christus eerder hadden verworpen, bekeerd!

Hoe kwam dat? Doordat 'kracht’ was toegevoegd aan 'autoriteit’. Voor Pinksteren hadden ze 'autoriteit, na Pinksteren hadden ze ‘autoriteit’ plus 'kracht’!

Opschudding en verwarring

De uitstorting van de Heilige Geest bracht de hele stad in opschudding. In Handelingen 4 vers 31 en 33 staat: „...en zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en spraken het woord Gods met grote vrijmoedigheid......En met grote kracht gaven de apostelen hun getuigenis van de opstanding van de Here Jezus."

Dezelfde uitwerking werd daarna overal gevoeld waar de eerste christenen in de kracht van de Heilige Geest het getuigenis van de verrezen Christus brachten. In Samaria (Handelingen 8:8:) „En er kwam grote blijdschap in die stad." In Antiochië (Hand. 13:44): „En de volgende sabbat kwam bijna de hele stad bijeen om het woord Gods te horen." En in Thessalonica (Handelingen 17:6) zeiden de tegenstanders van Paulus en Silas: „Dezen, die de wereld in opschudding gebracht hebben, zijn ook hier gekomen." En in Handelingen 19:29 zien we het gevolg van Paulus' prediking in de stad Efeziërs:

De stad werd één en al verwarring."

Er was één algemeen verschijnsel overal waar te nemen waar deze eerste getuigen kwamen: een machtige geestelijke uitwerking op de hele omgeving. In sommige plaatsen kwam er een opwekking; in sommige kwam er een opstand; heel vaak ontstonden ze allebei. Maar twee dingen hebben de uitstorting van de Heilige Geest in elk geval nergens overleefd: onwetendheid en onverschilligheid!

Vandaag is dat op veel plaatsen anders. Zelfs vele groepen belijdende christenen, die toch een echte ervaring van wedergeboorte hebben gehad, kennen niet de explosieve kracht van de uitstorting van de Heilige Geest. Ze komen regelmatig samen in kerken die voor aanbidding zijn gebouwd; ze leiden een keurig, respectabel leven; ze veroorzaken geen moeilijkheden; ze lokken geen oproer uit en krijgen geen tegenwerking. Maar helaas... ze maken ook geen enkele indruk op de omgeving. In de wereld om hen been hebben onwetendheid en onverschilligheid de overhand; er is geen verandering en geen uitdaging. De meesten van hun buren weten niet eens wat deze christenen geloven of waarom ze naar de kerk gaan. En het kan ze ook niet schelen.

Wat ontbreekt er? Een ding: kracht! Het explosieve dynamiet van de Heilige Geest is weggebleven uit hun leven, en er is niets wat dat vervangen kan. De christelijke kerk moet in zijn geheel een nieuwe uitdaging onder ogen zien: „Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in woorden, maar in kracht!" (1 Korinthiërs 4:20). Het gaat niet alleen om de woorden die we spreken, maar om de 'dunamis', de explosieve kracht die onze woorden doeltreffend maakt.

De sleutel tot deze geestelijke kracht is de doop in de Heilige Geest.

2. RECHTSTREEKS CONTACT MET DE VERHEERLIJKTE CHRISTUS

Op de Pinksterdag zei Petrus: ,,Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij ziet en hoort."

De doop in de Heilige Geest die Petrus en de andere discipelen zojuist hadden ontvangen, betekende voor hen een regelrecht, persoonlijk bewijs en zekerheid dat hun verrezen Heer nu verhoogd was en verheerlijkt aan de rechterhand van de Vader. Tien dagen tevoren hadden ze Hem zien opvaren „onttrok een wolk Hem aan hun ogen” (Handelingen 1:9)

Dat was het laatste contact dat de discipelen met Jezus hadden via hun fysieke zintuigen. En toen, tien dagen later, op de Pinksterdag, gaf de komst van de Heilige Geest aan alle aanwezigen daar in die opperzaal een nieuw, rechtstreeks, persoonlijk contact met Christus. leder voor zich wist nu met nieuwe zekerheid dat hun Verlosser, die door de wereld veracht, verworpen en gekruisigd was, voortaan eeuwig verhoogd en verheerlijkt was aan de rechterhand van Vader in de hemel.

Vaak, als iemand die ons lief is op reis gaat, drukken we hem op het hart: „Zorg dat je ons schrijft, hè! Laat beslist weten dat je veilig bent aangekomen." En als die brief dan komt, in het handschrift van die vriend en met het poststempel van de plaats waar hij naartoe is gegaan, dan weten we met volle zekerheid dat hij echt op de plaats is aangekomen waarover hij tevoren had verteld.

Zo is ook de doop in de Heilige Geest. Voor de discipelen op de Pinksterdag - en voor iedere gelovige die daarna diezelfde ervaring heeft gehad - is het als een persoonlijke brief die ze rechtstreeks van Christus hebben ontvangen. Het poststempel op de brief is 'heerlijkheid' en de boodschap luidt: „lk ben hier, zoals ik heb gezegd, op de plaats van alle autoriteit en kracht."

Veel prachtige Bijbelverzen benadrukken de oppermachtige plaats die Jezus Christus heeft gekregen. In Efeziërs 1:20-23 lezen we bijvoorbeeld: „Hij (God) heeft Hem uit de doden opgewekt en Hem gezet aan zijn rechterhand in de hemelse gewesten, boven alle overheid en macht en kracht en heerschappij en alle naam, die genoemd wordt niet alleen in deze, maar ook in de toekomende eeuw. Hij heeft alles onder zijn voeten gesteld en Hem als hoofd boven al wat is, gegeven aan de gemeente, die zijn lichaam is, vervuld met Hem, die alles in allen volmaakt." (Lees ook: Filippenzen 2:9, Hebreeën 1:34,1 Petrus 3:22)

Toen Jezus op de bestemde tijd zijn aardse bediening beëindigde en terugkeerde naar de Vader in de hemel, zond Hij de Heilige Geest als zijn persoonlijke gave en als zijn persoonlijke vertegenwoordiger. Door Hem is het voor de gelovige mogelijk rechtstreeks contact met Jezus Christus te hebben. In die functie, als vertegenwoordiger van de Zoon van God, zal Hij ook nooit zijn eigen eer en verheerlijking zoeken. Zijn hele bediening op aarde en in de gemeente is altijd gericht op het verheffen, het verhogen en verheerlijken van Degene die Hij vertegenwoordigt: Jezus Christus.

Deze bediening van de Geest verwoordde Jezus zelf in Johannes 16:14-15: „Hij zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zeide Ik: Hij neemt het uit het mijne en zal het u verkondigen."

Hier zien we de relatie tussen de drie Personen van de Godheid heel duidelijk naar voren komen: De Vader schenkt al zijn autoriteit, macht en heerlijkheid aan de Zoon; de Zoon stelt op zijn beurt de Heilige Geest aan als zijn vertegenwoordiger, om aan de gemeente alles te openbaren en duidelijk te maken wat Hij van de Vader heeft ontvangen.

3. EEN TOEGANGSPOORT TOT BOVENNATUURLIJKE KRACHT

Het derde belangrijke resultaat van de doop in de Heilige Geest vinden we in Hebreeën 6:4-5, waar gesproken wordt over gelovigen die... „deel gekregen hebben aan de Heilige Geest, en het goede woord Gods en de krachten der toekomende eeuw gesmaakt hebben..."

„De krachten der toekomende eeuw", daarvan hebben degenen die de Heilige Geest ontvangen hebben, geproefd! De doop in de Heilige Geest geeft als het ware dus een voorproef van een totaal nieuw soort kracht - een bovennatuurlijke kracht die weliswaar pas in het toekomstige tijdperk volledig zal zijn.

Op een andere plaats, in Efeziërs 1:13-14, spreekt Paulus over de ,,Heilige Geest der belofte, die een onderpand is van onze erfenis...”. De Heer geeft ons in de Heilige Geest als het ware een onderpand, een 'aanbetaling' van hemelse kracht en heerlijkheid.

Als we het Nieuwe Testament met een open hart bestuderen, moeten we erkennen dat het hele leven van de eerste christenen doordrenkt was van het bovennatuurlijke. Bovennatuurlijke ervaringen waren niet voor af en toe, niet een soort 'aanvulling' op het gewone leven. Nee, hun bidden was bovennatuurlijk, hun prediking was bovennatuurlijk, ze werden bovennatuurlijk geleid, bovennatuurlijk bekrachtigd, bovennatuurlijk verplaatst, bovennatuurlijk beschermd. Het bovennatuurlijke was normaal.

In Handelingen 19:11 staat: „En God deed buitengewone krachten door de handen van Paulus." Het Grieks voor 'buitengewone krachten' kan ook vertaald worden met "wonderen of krachten die niet iedere dag voorkomen..." Wonderen waren een alledaags verschijnsel in de eerste gemeente en maakten doorgaans niet bijzonder veel commentaar los. Maar de wonderen van Paulus waren zo bijzonder, dat de eerste gemeente het belangrijk vond ze te melden. In hoeveel gemeenten vandaag zouden we aanleiding hebben die uitdrukking 'wonderen of krachten die niet iedere dag voorkomen' te gebruiken? In hoeveel kerken komen nog wonderen voor? Laat staan iedere dag...

Toch is de realiteit, dat waar we geen ervaring hebben van het bovennatuurlijke, we ook niet mogen spreken van nieuwtestamentisch christendom. Zonder het bovennatuurlijke kunnen we Nieuwtestamentische leerstellingen hebben, maar dat zijn geen ervaringen.

Zulke leerstellingen beschrijft Paulus in 2 Korinthiërs 3:6: ,,...want de letter doodt, maar de Geest maakt levend!" Het is de Heilige Geest, en Hij alleen, die de letter van Bijbelse dogma's tot leven kan brengen en maakt dat die leerstellingen voor iedere gelovige worden tot een levende, persoonlijke, bovennatuurlijke wijze van leven.

4. KRACHTIG, AANHOUDEND GEBED

Het vierde gevolg van de doop in de Heilige Geest is 'leren bidden'. De sleuteltekst hiervoor is Romeinen 8:26-27: „En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor de heiligen pleit."

Paulus beschrijft hier een tekortkoming die alle gelovigen gemeenschappelijk hebben: 'want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren'. We weten niet hoe we naar Gods wil moeten bidden. Maar gelukkig komt de Geest die zwakheid te hulp.

De Geest is een Persoon die in de gelovige woont en die hem maakt tot een kanaal, waardoor Hij gebeden opzendt en voorbede doet. De geestvervulde christen gaat niet af op zijn eigen gevoelens en gedachten, maar geeft zijn lichaam over aan de Heilige Geest, die Zelf de gebeden leidt. Dit soort gebed ligt ver boven het eigen, natuurlijke denken en vermogen van de gelovige.

En Efeziërs 6:18 staat: „En bidt daarom met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest." En in 1 Thessalonicenzen 5:17-19 staat: „Bidt zonder ophouden.. dooft de Geest niet uit..."

Niemand kan 'aanhoudend bidden' of 'bidden zonder ophouden'. Maar wat onmogelijk is in het natuurlijke, wordt mogelijk door de inwonende, bovennatuurlijke aanwezigheid van de Heilige Geest.

Hij is het, die door ons been een voortdurend contact met de Vader onderhoudt. Er is een prachtige parallel tussen de Heilige Geest die sinds Pinksteren in de gelovige woont, en het bovennatuurlijke vuur dat in het Oude Testament op het altaar van de tabernakel was ontstoken. Over dit vuur had God bepaald in Lev. 6:13: „Een vuur zal voortaan voortdurend brandende gehouden worden op het altaar, het mag niet uitgaan".

De nieuwtestamentische inzetting die hiermee overeenkomt, is: „bidt zonder ophouden... dooft de Geest niet uit." Als een geestvervulde christen de volledige controle overgeeft aan de Heilige Geest - en niet door onverschilligheid of zonde het vuur van de Geest dooft - dan brandt er in de tempel van zijn lichaam continu, dag en nacht, een vuur van aanbidding en gebed. Maar heel weinig mensen realiseren zich de ongekende kracht van het gebed van de Heilige Geest binnenin het lichaam van de gelovige.

5. NIEUW BEGRIP VAN DE BIJBEL

Een vijfde belangrijke bedoeling van de uitstorting van de Heilige Geest, is dat Hij werkt als onze Gids en Leraar in de bijbel. Jezus beloofde dit aan zijn discipelen in twee passages in het evangelie van Johannes.

„Maar de Trooster, de Heilige Geest, die de Vader zenden zal in mijn naam, die zal u alles leren en u te binnen brengen al wat ik u gezegd heb." (Johannes 14:26)

Tijdens zijn bediening op aarde leerde Jezus zijn volgelingen veel dingen die zij op dat moment nog niet konden begrijpen. Maar Jezus verzekerde hen, dat als de Heilige Geest in hen kwam wonen, Hij hun persoonlijke leraar zou worden. Hij zou ervoor zorgen dat ze zich precies konden herinneren wat Jezus hun tijdens zijn verblijf op aarde had geleerd. En niet alleen dat, de Heilige Geest zou de discipelen ook leiden tot beter begrip van Gods totale openbaring over de mens en Zijn plan met de mensheid.

In Johannes 16:13 benadrukt Jezus nog eens: „Doch wanneer Hij komt, de Geest der waarheid, zal Hij u de weg wijzen tot de volle waarheid; want Hij zal niet uit zichzelf spreken, maar al wat Hij hoort, zal Hij spreken..."

Wat de 'volle waarheid' is, blijkt uit Jezus' woorden in Johannes 17:17: „Uw Woord is de waarheid." Jezus beloofde dus dat de Heilige Geest hun zou leiden tot een volledig begrip van Gods totale openbaring voor de mens, zoals die in de bijbel is vastgelegd.

Kijk nu nog eens naar het verhaal van de Pinksterdag. Zodra de Heilige Geest was uitgestort en zij met andere tongen begonnen te spreken, vroegen de mensen: „Wat wil dit toch zeggen?"

Petrus antwoordt dan: „Dit is het, waarvan gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in het laatst der dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van mijn Geest op alle vlees..." (Handelingen 2:16-17). Zonder een ogenblik te aarzelen, gaat Petrus dan verder met de uitlegging van de profetie over de laatste dagen, die in het tweede hoofdstuk van Joel werd uitgesproken. In de prediking die volgt, is bijna de helft van Petrus' woorden regelrecht geciteerd uit de oudtestamentische geschriften! Krachtig en duidelijk past die 'eenvoudige visserman' de woorden toe op Christus' dood en opstanding en de uitstorting van de Heilige Geest.

Met Paulus gebeurde hetzelfde. Hij was door Gemaliël getraind in zijn kennis van de oudtestamentische geschriften, maar hij begreep ze niet. Pas nadat Ananias hem in Damascus de handen opgelegd had en bad dat hij vervuld mocht worden met de Heilige Geest, vielen hem de schellen van de ogen en „...terstond verkondigde hij in de synagogen, dat Jezus de loon van God is." (Handelingen 9:20). Let op dat woord 'terstond'. Er was geen langzame, geleidelijke worsteling om het te leren begrijpen, maar onmiddellijk brak het begrip door.

Wat de Heilige Geest deed voor Petrus en Paulus, kan hij ook doen voor alle christenen van vandaag. Door de doop in de Heilige Geest kan iedereen deze wonderlijke, inwonende Gids, Leraar en Uitlegger ontvangen.

6. DAGELIJKSE LEIDING

Stap voor stap, iedere dag, wil de Heilige Geest je leiden. Dat is het zesde gevolg van de uitstorting van de Heilige Geest voor het leven van de individuele gelovige.

„Want allen die door de Geest Gods geleid warden, zijn zonen Gods." (Romeinen 8:14) Het is belangrijk te zien dat Paulus hier spreekt in de tegenwoordige tijd: hij heeft het over christenen die voortdurend geleid worden door de Geest van God. Je zou het zo kunnen zien: de nieuwe geboorte maakt zondaars tot kinderen van God. Maar de voortdurende leiding van de Heilige Geest is nodig om kinderen tot volwassen zonen en dochters te maken.

De openbaring en de leiding van de Heilige Geest is nodig, omdat God voor ons al een weg heeft bereid, die we stap voor stap mogen ontdekken. In Efeziërs 2:10 staat: „Want zijn maaksel zijn wij, in Christus Jezus geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen."

Helaas hebben veel christenen vandaag dit proces in feite omgekeerd. Eerst maken ze plannen voor hun eigen wegen en activiteiten, en dan prevelen ze een oppervlakkig gebedje waarin ze God om zijn zegen erover vragen. Deze fout komt veel voor, niet alleen in het leven van individuele christenen, maar ook in de activiteiten van kerken en andere christelijke organisaties. Veel geld en energie wordt jammerlijk verspild, als we God niet ernstig en in oprechtheid raadplegen voor we met een activiteit beginnen. En het gebeurt niet eens altijd opzettelijk. Veel christelijke kringen vandaag, die eigenlijk willen werken vanuit een waarachtig geestelijk leven en een oprecht verlangen naar vruchtbaarheid, hebben een grote vijand: de tijdverslindende activiteiten die 'christelijk' heten, maar die als het erop aankomt, elke Goddelijke inspiratie en leiding van de Heilige Geest missen.

In tegenstelling tot dit alles, is een wezenlijk kenmerk van de nieuwtestamentische gelovige een directe, voortdurende, bovennatuurlijke leiding van de Heilige Geest in alle activiteiten. Het boek Handelingen staat vol met voorbeelden hiervan, maar we zullen kijken naar een karakteristieke gebeurtenis tijdens de tweede zendingsreis van Paulus, die toen vergezeld was van Silas.

„En zij gingen door het Phrygisch-Galatische land, maar werden door de Heilige Geest verhinderd het woord in Asia te spreken; en bij Mysië gekomen, poogden zij naar Bithynie te reizen, maar de Geest van Jezus liet het hun niet toe; en toen zij Mysië voorbij waren, kwamen zij te Troas. En Paulus kreeg in de nacht een gezicht; er stond een Macedonisch man, die hem toeriep: steek over naar Macedonië en help ons.

Toen hij het gezicht gezien had, zochten wij dadelijk gelegenheid om naar Macedonië te vertrekken, daar wij eruit opmaakten, dat God ons had geroepen om hun het evangelie te verkondigen." (Handelingen 16: 6-10)

Hoewel de algemene zendingsopdracht luidde, dat het evangelie verkondigd moest worden aan de ganse schepping, liet de Heilige Geest Paulus en Silas eerst twee gebieden overslaan, die op het eerste gezicht qua route logisch waren geweest. In plaats daarvan, moest Paulus eerst naar Macedonië, het huidige Noord-Griekenland en een gebied in voormalig Joegoslavië. Op deze manier werd het Evangelie voor de eerste keer vanuit Azië naar Europa gebracht.

Als we vandaag terugkijken over de negentien eeuwen die daarop volgden, zien we dat de kerk in Europa een beslissende rol heeft gespeeld in het bewaren van de waarheid van het Evangelie en vervolgens in het uitzaaien ervan over de hele wereld. Het was daarom - volgens de wijsheid en voorkennis van God - van groot belang dat het evangelie zó vroegtijdig, door Paulus zelf, de belangrijkste apostel onder de heidenen, in Europa werd geplant. Als Paulus en Silas niet open hadden gestaan voor de leiding van de Heilige Geest, hadden ze Gods plan gemist.

Een blik in Handelingen 19 teert, dat als Paulus twee jaar later wel in Asia spreekt, namelijk in Efeziërs, daaruit dan een van de grootste opwekkingen van zijn bediening ontstaat. Dat was het gevolg van het feit dat Paulus terugkeerde op de door God vastgestelde tijd!

7. GODS EIGEN LIEFDE WORDT UITGESTORT

Het zevende resultaat van de doop in de Heilige Geest is een heel belangrijk eindresultaat, dat een unieke plaats inneemt in ons leven: „De liefde Gods is uitgestort in onze harten door de Heilige Geest die ons gegeven is." (Romeinen 5:5)

Er zijn vele soorten liefde, variërend van seksuele hartstocht tot liefde onder vrienden, en van liefde tussen een man en een vrouw, tot de genegenheid van een moeder voor haar kind. Maar hier spreekt Paulus over 'de liefde Gods', de zogenaamde 'agapè', dat is Gods eigen, volmaakte, onbaatzuchtige liefde. Die liefde bracht God ertoe Zijn zoon voor ons te geven en Jezus zelf kon door die 'agapè' zijn leven geven om ons te redden van de zonde en haar gevolgen.

Diezelfde hele bijzondere, volmaakte liefde, wordt in al zijn volheid uitgestort in ons hart, op het moment dat we vervuld worden met de Heilige Geest. Al bij de bekering maken we kennis met die liefde en 'proeven' we ervan. Je kunt dit lezen in 1 Johannes 4:7-8 en 1 Petrus 1:23-24. Maar Paulus gebruikt in de bovenstaande tekst de voltooid tegenwoordige tijd: 'is uitgestort'. Het gebruik van die

vorm wijst op iets dat zijn beslag heeft gekregen en compleet is.

God heeft dus door de doop in de Heilige Geest alle volheid van Zijn liefde uitgestort. Niets is achtergehouden. De onmetelijke overvloed van Gods genade is ter beschikking gesteld aan ons als christenen, zonder beperking en zonder reserve. Daarna hoeven we niet langer naar meer van Gods liefde te zoeken; we hoeven alleen maar te aanvaarden wat we in onszelf al hebben ontvangen.

Jezus zegt in Johannes 7:38-39 dat we als geestvervulde christen niet maar een rivier in ons hebben, maar stromen van levend water - stromen van Goddelijke genade en liefde, oneindig veel meer dan in het leven van de gelovige nodig zal zijn.

Liefde is de meeste

Van alle dingen die de doop in de Heilige Geest uitwerkt in ons leven, is deze uitstorting van Gods eigen, bovennatuurlijke liefde de belangrijkste. Want zonder de alles doordringende invloed van Goddelijke liefde in ons hart, verliezen alle andere resultaten hun betekenis en doel. Korinthe 13 is een prachtig en zeer bekend Bijbelgedeelte dat de onbaatzuchtige, Goddelijke liefde beschrijft. In de eerste drie verzen wordt benadrukt, dat allerlei geestesgaven en karaktereigenschappen ons niets zullen baten, als we niet de Goddelijke liefde hebben.

Tenslotte

Op die bijzondere dag - vijftig dagen na de opstanding van Jezus - werd de Heilige Geest uitgestort. Die gebeurtenis bracht de wereld in opschudding en heeft tot vandaag toe vele gevolgen in het persoonlijke leven van iedere geestvervulde gelovige.

De doop in de Heilige Geest geeft u en mij:

  1. Kracht om te getuigen;
  2. Direct contact met de verheerlijkte Jezus Christus;
  3. Een toegangspoort tot bovennatuurlijke kracht;
  4. Hulp om te bidden naar Gods wil;
  5. Totaal nieuw begrip van de Bijbel;
  6. Dagelijkse leiding in ons leven;
  7. Gods eigen liefde, die ons hart is uitgestort.

Voor iedereen die oprecht verlangt naar de vervulling van een overwinnend en vruchtbaar leven als christen, is de doop in de Heilige Geest de belangrijkste hulp die God heeft gegeven.

Dit artikel is een samenvatting van de eerste vijf hoofdstukken uit deel 4 van De Pijlers van het Christelijk Geloof. Vanwege ruimtegebrek is de samenvatting niet compleet: in het boek werkt Derek nog vele andere gevolgen van de uitstorting van de Heilige Geest uit, onder meer voor de gemeente als geheel en voor de prediker. Deze hoofdstukken zijn ook apart van het boek verkrijgbaar, in het kleine boekje De rijkdom van pinksteren.


Deze studie komt uit het boekje 'De rijkdom van Pinksteren', dat op zijn beurt weer onderdeel is van het boek 'De Pijlers van het christelijk geloof'.