De opstanding van Jezus
De grootste gebeurtenis uit de wereldgeschiedenis is de opstanding van Jezus Christus. Ze is het hart van de christelijke boodschap. Sterker nog, zonder de opstanding ís er helemaal geen christelijke boodschap!
Door Derek Prince
Historische feiten van het Evangelie
Het Evangelie centreert zich rond de persoon van Christus en drie grote historische feiten die op Hem betrekking hebben. Paulus beschrijft in zijn brief aan de gemeente te Korinthe het Evangelie dat hij predikt.
Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding – als u tenminste vasthoudt aan de boodschap zoals ik u die verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen. Het belangrijkste dat ik u heb doorgegeven, heb ik op mijn beurt ook weer ontvangen: dat Christus voor onze zonden is gestorven, zoals in de Schriften staat, dat Hij is begraven, dat Hij op de derde dag is opgewekt, zoals in de Schriften staat. (1 Korinthe 15:1-4)
Wat zijn dus de drie centrale feiten die samen het Evangelie vormen? Ten eerste: Jezus Christus stierf. Ten tweede: Hij werd begraven. En ten derde: Op de derde dag stond Hij op uit de dood. Paulus zegt dat als de gelovigen deze fundamentele feiten op enig moment zouden loslaten en verruilen voor andere godsdienstige theorieën of subjectieve ervaringen, zij tevergeefs tot geloof zouden zijn gekomen.
Paulus geeft twee soorten bevestiging van deze historische feiten. Allereerst de profetieën uit het Oude Testament. Steeds opnieuw zien we in het Nieuwe Testament één bepaalde uitspraak terugkomen, namelijk ‘opdat vervuld zou worden’- datgene wat de profeten gesproken hadden.
Vele mensen ontmoetten Jezus na Zijn opstanding. Hun betrouwbare getuigenis vormt de tweede bron van bevestiging:
…en dat Hij is verschenen aan Kefas en vervolgens aan de twaalf. Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders en zusters tegelijk, van wie er enkelen gestorven zijn, maar de meesten nu nog leven. Vervolgens is Hij aan Jakobus verschenen en daarna aan alle apostelen. Pas op het laatst verscheen Hij ook aan mij. (1 Korinthe 15:3-8)
Volgens de Joodse wet in die tijd, moesten voor het vaststellen van de waarheid in de rechtbank twee, of nog liever drie, betrouwbare, mannelijke getuigen worden voorgedragen. Paulus zegt echter dat er meer dan vijfhonderd van zulke getuigen bestaan. Al deze getuigen veranderden van ongelovigen in gelovigen. In het geval van Paulus was het zelfs een verandering vanuit actief verzet!
Het vasthouden aan hun getuigenis over Jezus’ opstanding kostte velen van hen het leven. Ook in materieel opzicht hadden zij er niets bij te winnen. Maar geen enkele bedreiging kon hen ertoe brengen hun getuigenis los te laten. Zij zeiden altijd: ‘We moeten spreken van wat we hebben gezien en van wat we weten.’ Daarom vraag ik jou als lezer, zoals ik ook mezelf heb afgevraagd: Welke andere verklaring kan er zijn voor deze feiten, anders dan dat hun getuigenis wáár is?
De opgestane Christus is doorgegaan zichzelf persoonlijk aan talloze miljoenen mensen te openbaren als de Levende. Ik ben er één van. In 1941, toen ik als soldaat diende in het Britse Leger, had ik op een nacht in een militaire barak een directe, persoonlijke openbaring van Jezus. Ik was niet overdreven religieus en behoorde ook niet tot het soort mensen dat altijd op zoek is naar iets speciaals of bovennatuurlijks. En ook in psychisch opzicht mankeerde ik niets. Maar Jezus openbaarde zichzelf zo persoonlijk aan mij, dat ik vanaf dat moment nooit meer heb kunnen betwijfelen of Hij werkelijk leeft.
Jezus' dood en opstanding voorzegd
Er zijn vele passages uit het Oude Testament die de opstanding van Jezus Christus voorspelden, bijvoorbeeld in Psalm 22:
Want honden hebben mij omsingeld, een horde kwaaddoeners heeft mij omgeven; zij hebben mijn handen en mijn voeten doorboord. Al mijn beenderen zou ik kunnen tellen; en zij, zij zien het aan, zij kijken naar mij. Zij verdelen mijn kleding onder elkaar en werpen het lot om mijn gewaad. (Psalm 22:17-19, HSV)
David beschrijft hier ervaringen in de ik-vorm, die hem nooit zijn overkomen. ‘Ze hebben mijn handen en voeten doorboord.’ ‘Ze verdelen mijn kleding onder elkaar.’ ‘Ze werpen het lot over mijn gewaad.’ Dit is David niet overkomen. In Psalm 69:21-22 zien we iets soortgelijks. Hoe kan dat? De apostel Petrus geeft hiervoor een verklaring: het was de Geest van Christus die door David heen sprak (zie 1 Petrus 1:10-12).
In Jesaja 53 krijgen we door profetische inspiratie een gedetailleerde beschrijving van het lijden van Jezus. De profetische woorden zijn ruim zevenhonderd jaar voordat de gebeurtenissen daadwerkelijk plaatsvonden geschreven. In de volgende verzen zien we hoe Gods bedoelingen met Jezus’ dood vervuld werden:
Maar de HEER wilde hem breken, Hij maakte hem ziek. Hij offerde zijn leven voor de schuld van anderen, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. En door zijn toedoen slaagde wat de HEER wilde. Na het lijden dat hij moest doorstaan, zag hij het licht en werd met kennis verzadigd. Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, hij neemt hun wandaden op zich. Daarom ken Ik hem een plaats toe onder velen en zal hij met machtigen delen in de buit, omdat hij zijn leven prijsgaf aan de dood (HSV: omdat Hij Zijn ziel heeft uitgestort in de dood) en zich tot de zondaars liet rekenen. Hij droeg echter de schuld van velen en nam het voor zondaars op. (Jesaja 53:10-12)
Hier wordt het goddelijke doel van Jezus’ dood verwoord: ‘Hij offerde Zijn leven voor de schuld van anderen’. In het vervolg van dit vers zien we de voorspelling van zijn opstanding: ‘om zijn nageslacht te zien en lang te leven.’ Eerder was gezegd dat Hij zou worden afgesneden van het land der levenden, maar nu wordt toch gezegd dat Hij zijn nageslacht zal zien. Dat is alleen mogelijk door een opstanding uit de dood.
Vervolgens staat er: Mijn rechtvaardige dienaar verschaft velen recht, Hij neemt hun wandaden op zich. Omdat Jezus onze ongerechtigheden droeg en de straf voor onze rebellie op zich nam, is Hij nu in staat ons Zijn rechtvaardigheid aan te bieden.
Tenslotte lezen we dat Hij ‘Zijn leven prijsgaf aan de dood’. Waar de NBV21 zegt ‘Zijn leven’ staat in het Hebreeuws ‘Zijn ziel’. De ziel en levenskracht van een levend wezen zit in zijn bloed, vertelt God in Leviticus 17:11:
Want het bloed is de levenskracht van een levend wezen. Ik heb het jullie gegeven om er op het altaar de verzoeningsrite mee te voltrekken, want bloed kan, als levenskracht, verzoening bewerken.
Toen Jezus Zijn laatste druppel bloed vergoot aan het kruis, goot Hij Zijn ziel uit voor de verzoening, als zondoffer. Op dat moment werd de levenskracht van de Almachtige God ingeschakeld voor de verlossing van deze wereld. Er is meer (levens)kracht in één druppel van het bloed van Jezus, dan in alle machten van zonde en ongerechtigheid in deze hele wereld. Die levenskracht wordt door God aangewend om ons met Hem te verzoenen. Wij, die door geloof in Hem verzoend worden met God en opnieuw geboren worden, zijn Zijn nageslacht.
Geloof in de feiten
De feiten die Paulus noemt als basis van het Evangelie, wijzen op de grote verschillen tussen het christendom en vrijwel iedere andere grote religie. Het eerste verschil is dat het christendom volledig draait om een persoon: Jezus van Nazareth. Je kunt onmogelijk Jezus weglaten en het Evangelie behouden. Dat geldt voor veel andere godsdiensten niet. We zouden bijvoorbeeld Mohammed kunnen vervangen door iemand anders. Deze andere persoon zou met dezelfde theorieën kunnen komen, omdat de islam is gebaseerd op theorieën en niet op historische feiten. De historische feiten zijn niet essentieel voor haar overtuigingen. In het christendom zijn de historische feiten over Jezus onmisbaar voor haar waarheden.
Het is niet wetenschappelijk om het bewijs voor Jezus’ opstanding af te wijzen. De opstanding van Jezus is een historisch feit.
Een ander kenmerk van het christendom is dat het zijn oorsprong vindt in de geschiedenis. Als de gebeurtenissen waarop het christendom is gebaseerd waar zijn, dan is ook het christendom waar. Als ze niet waar zijn, dan is ook het christendom niet waar. Er is geen middenweg.
Maar als de opstanding van Jezus Christus een historisch feit is, waarom wijzen mensen het christendom dan af? In 2 Korinthe 4:4 zegt Paulus dat satan, als de god van deze eeuw, het verstand van de ongelovigen met blindheid heeft geslagen. Daarom kunnen zij de heldere, zuivere waarheid niet zien, namelijk de boodschap van redding en bevrijding die ons wordt aangeboden door Jezus Christus. Bovendien denk ik dat mensen niet de mogelijkheid wíllen erkennen dat God bovennatuurlijk ingrijpt in menselijke aangelegenheden. Toch is het wetenschappelijk niet houdbaar om te stellen dat de opstanding niet heeft plaatsgevonden. Het is zelfs andersom; het is volgens de huidige normen juist onwetenschappelijk om het geldige bewijs voor Christus’ opstanding af te wijzen!
Wat de opstanding voor ons betekent
In Romeinen 4:25 vertelt Paulus ons dat ‘Christus werd prijsgegeven om onze zonden en werd opgewekt omwille van onze rechtvaardiging’. Jouw en mijn rechtvaardiging hangt af van Christus’ opstanding uit de dood. Als Christus aan het kruis of in het graf was gebleven, dan had Hij ook geen kracht om de zondaar te vergeven of te redden (zie ook 1 Korinthe 15:14, 17).
Christus’ opstanding is de garantie van onze eigen opstanding:
Hij is het hoofd van het lichaam, de kerk. Oorsprong is Hij, eerstgeborene van de doden, om in alles de eerste te zijn (Kolossenzen 1:18).
Bij een normale geboorte komt eerst het hoofdje eruit en dan volgt de rest van het lichaam. Dit geldt ook voor de opstanding van Jezus en voor onze opstanding. Jezus, het hoofd, heeft de opstanding al meegemaakt en dit garandeert dat wij, het lichaam, het hoofd zullen volgen. Wat een prachtig beeld. Jezus zelf vat dit principe kort samen: Ik leef en ook jullie zullen leven (Johannes 14:19). Zijn leven is ons leven. We hebben een garantie dat wij zullen delen in Zijn opstanding, omdat we zijn verenigd met Hem.
Zekerheid van redding
Alleen de opgestane Christus, die door geloof wordt ontvangen en beleden, schenkt de zondaar vrijspraak, vrede, eeuwig leven en overwinning over de zonde:
Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered (Romeinen 10:9).
Reddend geloof omvat dus ook geloof in de opstanding! Ongeacht hoe godsdienstig je bent of hoe vaak je naar de kerk gaat, als je niet persoonlijk gelooft in de opstanding, ben je een verloren ziel.
Jezus identificeerde zichzelf met ons door mens te worden en nam de plaats van de zondaar in. Onze redding komt alleen tot stand als wij ons, op onze beurt, vereenzelvigen met Hem. In Efeze 2:4-6 schildert Paulus het hoogtepunt van deze identificatie:
Maar omdat God zo barmhartig is en de liefde die Hij voor ons heeft opgevat zo groot, heeft Hij ons, terwijl wij allen dood waren door onze zonden, samen met Christus levend gemaakt. Door genade bent u gered! Hij heeft ons samen met Hem tot leven gewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus.
Let op de woorden ‘samen met’. Samen met Jezus zijn we levend gemaakt en opgewekt en hebben we een plaats gekregen in de hemelse gewesten, waar we met Hem op de troon zitten. Als we door geloof met Jezus één zijn geworden in de dood, zullen we met Hem opgewekt worden om met Hem te regeren. Dit is een geweldige belofte uit Openbaring 3:21:
Wie overwint zal samen met Mij op mijn troon zitten, net zoals Ik zelf overwonnen heb en samen met mijn Vader op zijn troon zit.
Wat een adembenemende belofte! Jezus overwon en Zijn Vader verhief Hem tot de troon, zodat Hij samen met Hem mag heersen. Maar nu zegt Jezus: door Mijn dood en opstanding kan ook jij overwinnen. En als je overwint, dan zal Ik voor jou doen wat Mijn Vader deed voor Mij. Ik zal je opheffen en je zult naast Mij zitten op Mijn troon, om te heersen over de schepping.
Toewijding aan Jezus
Door de jaren heen heb ik geweldige vrienden gehad en twee heel bijzondere echtgenotes, elk van hen veel beter dan ik ooit had verdiend. Maar geen van hen is vergelijkbaar met Jezus. Hij is volmaakt; zo liefdevol en zo trouw, zo geduldig en begripvol. Hij begrijpt je zwakheden, je verleidingen, en alles waar je doorheen gaat. Als je jezelf aan Hem toewijdt, ontvang je Zijn heerlijke belofte:
Ik zal je beslist niet loslaten en Ik zal je beslist niet verlaten (zie Heb. 13:5).
Als je niet zeker weet dat je Jezus onvoorwaardelijk toebehoort, maar je wilt jezelf zonder voorbehoud aan Hem toewijden, bid dan het volgende gebed:
Heer Jezus Christus. Ik geloof dat u de Zoon van God bent en de enige weg tot God. Ik geloof dat U aan het kruis stierf voor mijn zonden, dat U werd begraven en dat U op de derde dag opstond uit de dood. Nu is alle macht in de hemel en op de aarde aan U gegeven, omdat U voor mij aan het kruis mijn zonden droeg en mijn straf betaalde. Op die basis vraag ik U nu om vergeving van al mijn zonden. Ik wijd mijn leven aan U toe, opdat U mijn Heer en Redder bent en ik vanaf nu voor eeuwig bij U zal horen. Heer Jezus, dank U voor uw genade. Vanwege uw beloften geloof ik dat U mij nu ontvangt en ik dank U ervoor. In Jezus’ naam. Amen.