Shop Doneer

Hoop in Christus (2)

← terug
Leestijd: 11 min.

Klik hier om deel 1 van deze studie te lezen.

De hele openbaring van de bijbel draait om de verzoening – Jezus’ offer aan het kruis en zijn glorieuze opstanding. Verzoening brengt de zondaar weer terug in Gods genade. Die verzoening is volkomen en maakt ze weer één. Dit maakt de opstanding van Jezus Christus tot de grootste en belangrijkste gebeurtenis in de hele geschiedenis van de mensheid. Het is het hart van de christelijke boodschap. Sterker nog, zonder de opstanding is er helemaal geen christelijke boodschap. Alles draait om de dood en opstanding van de Heer Jezus Christus.

De hoofdbestanddelen van het evangelie bestaan uit drie simpele, historische feiten – gebeurtenissen die zich daadwerkelijk hebben afgespeeld in de geschiedenis, en die zijn bevestigd door vele betrouwbare getuigen: 1. Jezus stierf; 2. Hij werd begraven; 3. Hij stond de derde dag op uit de dood.

Er zijn drie zaken waarin het christendom – op basis van deze feiten – verschilt van iedere andere grote godsdienst. Ten eerste vindt het christendom zijn hele basis in een persoon: Jezus van Nazareth. Hij was niet alleen maar degene die de waarheden van het Evangelie vertelde en overdroeg; nee, zijn leven, dood en opstanding zijn het Evangelie. Je kunt Jezus niet weglaten uit het Evangelie. Je kunt Hem niet weglaten uit het Nieuwe Testament. Dit geldt niet voor andere godsdiensten.

Een tweede onderscheidend kenmerk van het christendom is dat het geworteld is in geschiedeniskundige feiten. Het gaat niet om iemands subjectieve beleving of een theoretische leer waar men vervolgens een godsdienst op heeft gebouwd. Nee, het christendom centreert zich in de menselijke geschiedenis; als de gebeurtenissen die in de Bijbel beschrijft waar zijn, dan is ook het christendom waar. Als de feiten niet hebben plaatsgevonden, dan is ook het christendom niet waar. Er is geen tussenweg. Het christendom bestaat in een volledige toewijding aan een aantal waargebeurde, historische feiten.

Ten derde claimt het christendom dat haar bewijs gevonden wordt in de persoonlijke ervaring van hen die geloven – en die hun leven inrichten op basis van deze drie feiten: Christus’ dood, begrafenis en opstanding. Deze drie feiten over Hem, brengen een bovennatuurlijke verandering teweeg in het leven van ieder die gelooft.

Waarom mensen Hem afwijzen

Hoewel de opstanding van Jezus een historisch feit is, zijn er nog altijd veel mensen die het ontkennen of afwijzen. Ik geloof dat hier twee redenen voor zijn, een psychologische en een geestelijke.

Psychologisch gezien, willen mensen er niet aan dat een God zich rechtstreeks, en op bovennatuurlijke wijze bemoeit met het menselijke leven. Ze verzetten zich tegen de gedachte dat God op de een of andere manier iets kan veranderen aan wat zij beschouwen als een vaststaande koers, of een vastomlijnde volgorde van gebeurtenissen. En toch is er geen logische of wetenschappelijke grond voor deze houding.

De tweede reden waarom mensen de opstanding van Jezus afwijzen is geestelijk. In 2 Korinthe 4:4 schrijft Paulus: Van hen, de ongelovigen, geldt dat de god van deze eeuw
hun gedachten heeft verblind, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen.

De ‘god van deze wereld’ is een van satans vele titels. Satan is de levennemer, terwijl Jezus de levengever is. Aan het kruis ontmoette en overwon Jezus satan. Het werk aan het kruis maakt een eind aan satans macht om de mensheid te domineren met zijn wrede wil en het eindeloze lijden waar hij verantwoordelijk voor is, zowel emotioneel, als lichamelijk en geestelijk.

Daarom werkt satan nu hoofdzakelijk aan één groot, belangrijk doel: mannen en vrouwen zoveel mogelijk verhinderen om de waarheid van het Evangelie van Jezus’ dood en opstanding te begrijpen.

Logisch en noodzakelijk

Vanuit Gods perspectief was de opstanding van Jezus logisch, maar ook noodzakelijk. Het was Zijn bewijs en de bevestiging van de gehoorzaamheid en rechtvaardigheid van zijn Zoon. Paulus legt dit uit in Romeinen 1:1-4: Paulus, een dienstknecht van Jezus Christus, een geroepen apostel, afgezonderd tot het Evangelie van God, dat Hij tevoren beloofd had door Zijn profeten, in de heilige Schriften, ten aanzien van Zijn Zoon, Die wat het vlees betreft geboren is uit het geslacht van David. Wat de Geest van heiliging betreft, is met kracht bewezen dat Hij de Zoon van God is, door Zijn opstanding uit de doden, namelijk Jezus Christus, onze Heere.

In het vlees was Jezus een nakomeling van David, maar in Zijn eeuwige natuur was Hij de Zoon van God. God kondigde Hem aan als Zijn zoon, door Hem uit de dood op te wekken. De opstanding is Gods grote bevestiging dat Hij Zijn Zoon is.

Voor Zijn dood had Christus al terechtgestaan voor twee rechtbanken – de godsdienstige rechtbank van het Joodse sanhedrin, en de wereldse rechtbank van de Romeinse gouverneur Pontius Pilatus. Beide rechtbanken hadden Jezus’ claim dat Hij Gods Zoon was afgewezen en Hem ter dood veroordeeld. Daarnaast hadden deze twee rechtbanken de handen ineen geslagen om samen te voorkomen dat het graf van Jezus zou worden opengebroken. Het sanhedrin had zijn speciale verzegeling aangebracht en de Romeinse rechtbank voorzag in een aantal soldaten die de wacht hielden.

Op de derde dag greep God echter in. Het zegel werd verbroken, de wachtposten lagen verlamd op de grond, en Jezus kwam uit het graf. Door deze daad draaide God de besluiten van de beide rechtbanken terug en bevestigde Hij publiekelijk de stelling dat Jezus de zondeloze Zoon van God was.

Hoe moeten we hier als mensen op reageren? In Matteüs 28:8 en 9 lezen we hoe de vrouwen reageerden die als eerst getuige waren van de opstanding: En zij gingen haastig van het graf weg, met vrees en grote blijdschap, en zij snelden weg om het Zijn discipelen te berichten. Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken, zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet! Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en aanbaden Hem.

Wat kunnen we doen als we ons realiseren wie Hij is en wat Hij deed? Er is eigenlijk maar één gepaste reactie - doen wat deze vrouwen deden: aan zijn voeten neervallen en Hem aanbidden.

Onze houding ten opzichte van de dood

Onze bestemming hangt af van onze persoonlijke relatie met Jezus Christus. Omgekeerd, zal ongeloof onvermijdelijk Gods oordeel en afwijzing over ons brengen. Als je de dood met vrede, vertrouwen en een rustige zekerheid tegemoet wilt zien, zijn er vier stappen die je zult moeten nemen.

1. Wees realistisch. Zie het feit onder ogen dat je zult sterven. Iedereen overlijdt op een dag. Het verbaast me geregeld hoeveel mensen zich hier helemaal niet op voorbereiden. Mensen leven hun leven in de wetenschap dat ze ooit zullen sterven, zonder zich ooit echt voor te bereiden op deze gegarandeerde gebeurtenis. Het is niet morbide om onder ogen te zien dat je op een dag zult sterven; het is gewoon heel realistisch. Aan de andere kant is het uitermate onrealistisch om je leven te leven zonder voorbereid te zijn op deze onafwendbare gebeurtenis.

Paulus schreef over zichzelf aan de Filippenzen: Want het leven is voor mij Christus en het sterven is voor mij winst ( Filippenzen 1:21). Paulus was niet bang om te sterven. Hij had de realiteit van de zonde, het oordeel en Gods geboden in zijn leven ervaren, en omdat hij bereid was die onder ogen te zien, was hij ook bereid om de dood te aanvaarden. Hij was met God in een relatie gestapt waarin geen angst meer bestond. Hij had nog maar één verlangen: losgemaakt worden uit de greep van het leven in het vlees, en binnengaan in de volheid van Gods aanwezigheid.

Iedereen die hetzelfde doet als Paulus, kan dezelfde rust en zekerheid hebben. Verbind je door Jezus Christus met God, op zo’n wijze dat er geen veroordeling, angst of onzekerheid meer is.

2. Aanvaard Gods aanbod. Het in de ogen zien van de dood leidt je tot de tweede stap: aanvaard Gods aanbod van vrijspraak, vrede en eeuwig leven. Dan kun je met Paulus zeggen: Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede bij God, door onze Heere Jezus Christus (Romeinen 5:1). Om gerechtvaardigd te worden, moeten we geloven in de offerdood van Jezus, en erkennen dat Hij de schuld van onze zonden heeft gedragen.

En dit is het getuigenis, namelijk dat God ons het eeuwige leven gegeven heeft; en dit leven is in Zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft het leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft het leven niet. Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God. (1 Johannes 5:11-13)

God heeft aan het hele menselijk ras een getuigenis gegeven dat Hij ons eeuwig leven aanbiedt. Dit leven is in de persoon van Zijn Zoon. Als we Jezus Christus ontvangen, dan hebben we in Hem het eeuwige leven ontvangen. Dit staat in de tegenwoordige tijd. Het is niet iets wat pas na onze dood in werking zal treden, maar iets wat nu al gebeurt. Als je wacht met het ontvangen van eeuwig leven tot na je dood, dan ben je te laat.

In vers 13 schrijft Johannes: Deze dingen heb ik geschreven aan u die gelooft in de Naam van de Zoon van God, opdat u weet dat u het eeuwige leven hebt en opdat u gelooft in de Naam van de Zoon van God. Het doel van ons geloof is het zeker weten. Zij die geloven in Jezus Christus, weten ook zeker dat ze eeuwig leven hebben.

3. Wijd je toe als dienaar van Christus. We moeten onszelf zo aan Christus toewijden dat we het goede doen en dat wat we doen aanvaardbaar is voor God. In Christus zijn we als persoon sowieso aanvaard, maar onze toewijding aan Hem maakt ons automatisch ook tot dienaar. We moeten onszelf dan ook op drie gebieden onderzoeken: motivaties, gehoorzaamheid en kracht.

Wat zijn onze motieven? Zoeken we onze eigen ambitie, ons eigen plezier en bevrediging, of worden we in ons leven gedreven door een oprecht verlangen naar Gods heerlijkheid? God gaat onze motieven op een dag toetsen.

Ten tweede, dienen we God op zijn voorwaarden of op die van onszelf? Zijn we gehoorzaam aan de heldere, eenvoudige geboden uit de bijbel, of proberen we een nieuw, eigen soort godsdienst te ontwerpen dat ons beter past dan de eisen die de bijbel stelt? Ook op het gebied van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid worden we onderzocht.

Ten derde, dienen we God in onze eigen kracht of in zijn kracht? Hebben we de Heilige Geest toestemming gegeven om in ons te komen wonen en de volledige controle in ons leven over te nemen, ons te motiveren en ons innerlijke kracht te geven? Dienen we God op een manier die Hem behaagt?

4. Laat God je blik afwenden van het tijdelijke. Deze vierde stap is wat gecompliceerder, maar toch heel belangrijk. Ik wil dit uitleggen aan de hand van een van mijn favoriete Bijbelgedeelten: Hoor, iemand zegt: Roep. En de vraag klinkt: Wat zal ik roepen? – Alle vlees is gras, en al zijn schoonheid als een bloem des velds. Het gras verdort, de bloem valt af, als de adem des HEREN daarover waait. Voorwaar, het volk is gras. Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. (Jesaja 40:6-8)

Wat een aansprekende, accurate beschrijving! We zijn omringd door dingen die prachtig zijn en door mensen die we liefhebben. Er is zoveel om van te houden, zoveel om te waarderen en om dankbaar voor te zijn, en toch is alles wat we zien als gras – inclusief wijzelf. Er komen bloesems, het draagt vrucht in de morgen en in de avondschemer verdort het.

In deze tijdelijke wereld geeft God ons prachtige dingen, en vervolgens laat Hij ze verwelken. Waarom? Omdat Hij ons wil laten weten wat pracht is. God wil dat we de mooie dingen leren kennen die Hij kan maken, maar tegelijk wil Hij dat we ons nooit permanent thuis zullen voelen in deze wereld. Daarom wekt Hij ons bewustzijn op voor het waarderen van prachtige dingen, stimuleert onze opwinding over de schoonheid in al het goede, en vervolgens laat Hij deze tijdelijke schoonheid verwelken. Op deze manier richten we ons hart op de pracht en de schoonheid die verder reikt dan deze wereld, en die doorgaat in de volgende wereld.

In 1 Korinthe 15:19 schrijft Paulus: Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen. Reikt jouw geloof in Christus tot in de eeuwigheid? Zo niet, dan is jouw godsdienst beklagenswaardig. Als onze hoop in Christus echt is, dan houdt die hoop stand in dit leven. Dan wordt deze steeds helderder en reikt tot in de eeuwigheid.

Gebaseerd op het boek 'Overwinning over de dood' – een prachtig boek dat je helpt om realistisch te kijken naar de universele werkelijkheid van de dood. De geweldige, hoopvolle betekenis van de opstanding is bemoedigend voor iedereen, maar in het bijzonder voor mensen die te maken hebben met de pijn van verlies of met angst voor de dood.