Van afwijzing naar acceptatie - Deel 1
In deze brief wil ik het met je hebben over afwijzing, een probleem waar vele miljoenen mensen mee te maken hebben.
Door Derek Prince.
Definitie van afwijzing
Afwijzing is, simpel gezegd, het gevoel ongewenst te zijn; het gevoel dat hoewel je graag wilt dat mensen van je houden, niemand dat doet. Of je verlangt ernaar om deel uit te maken van een groep, maar je krijgt het gevoel dat je buitengesloten bent; op de een of andere manier kijk je altijd van buiten naar binnen. Een belangrijke reden dat zo onnoemelijk veel mensen lijden aan dit probleem is volgens mij de inrichting van onze maatschappij, en dan met name de afbrokkeling van het gezinsleven.
Een verwonde geest
In deze en de volgende onderwijsbrief zullen we leren hoe we van afwijzing kunnen komen naar het tegenovergestelde: acceptatie. Onze studie begint met een beeld van afwijzing dat we vinden in Jesaja 54:6. Dit is een hartverscheurend beeld van een getrouwde vrouw met een gebroken hart:
Want als een verlaten vrouw, een bedroefde van geest, roept de HEERE u, de vrouw van de jeugd, die afgewezen was, zegt uw God. (Jesaja 54:6)
Hier zien we een jonge vrouw, misschien kort geleden getrouwd, die erachter komt dat haar man niet van haar houdt. Misschien heeft hij geen tijd voor haar of toont hij geen interesse in haar. Misschien bereidt hij zelfs wel een echtscheiding voor, zodat hij met iemand anders kan trouwen. De Bijbel beschrijft haar als ‘verlaten en bedroefd van geest’. Andere vertalingen zeggen: ‘wanhopig’, ‘zielsbedroefd’ of ‘verlaten en radeloos’.
Er is een soort wond die erg moeilijk te verdragen is. Spreuken 18:14 beschrijft het accuraat:
Iemands geestkracht zal hem in zijn ziekte steunen, maar een neerslachtige geest (NIV: ‘gewonde geest’), wie kan die opbeuren?
Deze vrouw leed duidelijk aan zo’n verwonding in haar geest. Een verwond lichaam kunnen we nog enigszins verdragen, maar een verwonde geest is ondraaglijk.
Dieper dan wij beseffen
De Bijbel zegt ook in 1 Korinthe 2:11:
Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. (NBV)
De geest van de mens is veel meer dan ons verstandelijke vermogen of de optelsom van het geheugen en de rede. Je geest is de enige die alles van jou weet. Je verstand weet niet alles van jou, er zijn dingen in jou die het nog niet heeft ontdekt. Het is mogelijk dat je al jarenlang verwondingen met je meedraagt waar je verstand niets van afweet. Heb je wel eens meegemaakt dat sommige mensen – zelfs sterke, onafhankelijke mensen – als ze gedoopt worden in de Heilige Geest, in elkaar krimpen en beginnen te snikken? Ik heb dat vaak zien gebeuren. Ik weet dan: nu raakt de Heilige Geest de geest van die persoon aan en Hij maakt al die knopen los die binnenin hem al zo lang vast gezeten hebben. Niemand anders dan de Heilige Geest kon daar ooit komen.
Diep binnenin jou is een gebied waar je verstand geen weet van heeft. Soms weigert je verstand zelfs om de feiten over die binnenkant onder ogen te zien.
Psychologen en psychiaters erkennen dat sommige verwondingen zo pijnlijk zijn, dat het verstand weigert er aandacht aan te geven. Je verstand negeert gewoon dat specifieke gebied. Maar de wond is er wel – dieper dan het verstand, de rede en soms zelfs dieper dan het geheugen. Het bevindt zich in de geest. Afwijzing is in heel wat gevallen zo’n diepe, weggestopte wond, verborgen in het gebied van de geest. En vaak beseffen mensen niet eens dat hun probleem afwijzing is, omdat het zo ver zit weggestopt.
Hoe afwijzing begint
Laten we aan de hand van een paar voorbeelden kijken hoe afwijzing kan ontstaan, in gedachten houdend dat er veel verschillende vormen van afwijzing bestaan. Ik herinner me een specifiek geval van een vrouw die in Florida woonde. Op een avond tijdens een huisbezoek, deed ik iets wat ik bijna nooit doe. Ik zei heel direct tegen haar: ‘Zuster, volgens mij heb je te maken met een geest van dood.’ Zoiets zeg ik bijna nooit zo onomwonden en direct, want het kan natuurlijk angst opwekken of tot complicaties leiden. Maar in dit geval voelde ik me geleid om het toch expliciet te benoemen. Deze vrouw had alle reden om gelukkig te zijn, maar ze was nooit gelukkig. Ze had een fijne echtgenoot, leuke kinderen en een fijn huis – in alles was goed voorzien. Toch was ze nooit blij en was het overduidelijk dat ze dringend hulp nodig had. Dus ik zei tegen haar: ‘Ik houd vrijdagavond een bevrijdingsdienst. Als je komt, dan zal ik voor je bidden.’
Ze kwam inderdaad en toen het bevrijdingsgedeelte begon, zat ze op de eerste rij. Opnieuw deed ik iets wat ik normaal gesproken niet doe. Op een bepaald moment liep ik naar haar toe en zei: ‘Jij, geest van de dood, in de Naam van Jezus beveel ik je mij antwoord te geven. Wanneer kwam jij het leven van deze vrouw leven binnen?’ Toen antwoordde de geest, niet de vrouw, onmiddellijk: ‘Oh, toen ze twee jaar oud was.’‘Hoe kwam je binnen?’, vroeg ik. Deze geest zei, door de mond van de vrouw: ‘Oh, ze voelde zich afgewezen, ongewenst en eenzaam.’ Ik dacht bij mezelf: dat is nogal wat. De aanwezigheid van afwijzing op tweejarige leeftijd. We mochten haar die avond vrijmaken door de macht van Jezus.
Door deze gebeurtenis begon ik steeds beter de omvang van afwijzing en de problemen die dit veroorzaakt te begrijpen. Zo ontdekte ik dus dat afwijzing al op zeer jonge leeftijd kan beginnen, zelfs al in de moederschoot, voordat een kind geboren is. Als een vrouw een kind draagt in haar baarmoeder, maar zij heeft het kind niet gewild, dan wordt dat kind vaak geboren met een geest van afwijzing.
Kwetsbare doelen
Deze vorm van afwijzing komt bijvoorbeeld veel voor onder groepen mensen van een specifieke leeftijd – in de VS bij kinderen die werden verwekt tijdens de Grote Crisis van de jaren ‘30 en in Europa mensen die geboren werden tijdens de hongerperioden van de Tweede Wereldoorlog. Waarom? De meeste gezinnen in deze beide situaties hadden al te veel monden om te voeden. De komst van nog een nieuw leven gaf veel zorgen en veroorzaakte een gevoel van bitterheid: ‘Waarom moeten we nog een kind krijgen?’
Een vergelijkbaar probleem kan ontstaan in het leven van een kind dat buiten het huwelijk wordt verwekt. Vaak heeft de moeder enorme problemen door de zwangerschap en kan ze zelfs op het punt komen dat ze het kind dat in haar is afwijst of zelfs haat, vanwege de problemen die het haar bezorgt. Ook zo’n kind wordt in veel gevallen geboren met een geest van afwijzing.
Wat ook kan, is dat een kind geboren wordt maar om andere redenen geen liefde ontvangt – de moeder is bijvoorbeeld depressief, of beide ouders zijn te druk... Wat het ook is, het kind ervaart afwijzing. Ieder kind wordt geboren met een verlangen naar liefde van een vader en een moeder. Ieder kind is zo geschapen. Maar helaas zijn in onze wereld talloze baby’s die ter wereld komen niet geliefd, zelfs (of misschien wel juist) in onze Westerse wereld.
Ook in de fase van opgroeien kan afwijzing ontstaan. Want het kind is misschien wél geliefd, maar de ouders weten niet hoe ze die liefde kunnen uiten. Zoveel mensen – niet in de laatste plaats mannen – hebben mij verteld: ‘Ik neem aan dat mijn vader van me hield, maar hij wist niet hoe hij dat moest laten merken. Hij heeft me nooit op schoot genomen, tijd genomen om samen dingen te doen of iets anders gedaan om me te laten zien dat hij van me hield.’ Hetzelfde kan gelden voor de moeder. Als gevolg daarvan krijgt het kind het gevoel niet gewenst te zijn en ervaart afwijzing.
Afwijzing ontstaat ook vaak in nog latere levensfasen. Zoals de vrouw over wie we lazen in Jesaja, die trouwt en zich voorstelt hoe haar echtgenoot haar zal liefhebben en hoe ze gezegend zal worden met kinderen. Maar het loopt anders. Na een tijdje heeft de vrouw het gevoel: mijn echtgenoot wil me niet, hij zorgt niet voor me en brengt geen tijd met me door. Een wond van afwijzing ontstaat.
Reacties op afwijzing
Afwijzing kan simpelweg een innerlijke houding zijn die we met ons meedragen. Maar ik heb ontdekt dat wanneer mensen stelselmatig reageren vanuit een negatieve emotie of houding, hier vaak een vergelijkbare geest zit. Achter een patroon van angstaanvallen zit vaak een geest van angst. Achter een houding van jaloezie zit een geest van jaloezie.
En achter haat zit een geest van haat. Vaak is het zo dat wanneer je je overgeeft aan een bepaalde emotie en regelmatig reageert vanuit die emotie, dit de deur openzet voor de geest van die emotie om binnen te komen. En als zo’n geest eenmaal binnen is, dan heeft de betreffende persoon niet langer de volledige controle, maar zal min of meer automatisch vanuit die emotie gaan reageren. Een voorbeeld: een meisje haat haar vader omdat hij grof, kritisch en liefdeloos was. Ze trouwt en krijgt zelf kinderen. Op een gegeven moment begint ze zonder dat ze het zelf wil en zonder enige reden, onlogisch en venijnig, een van haar kinderen te haten. Ze projecteert de haat voor haar vader daarbij op haar kind. Dat is de geest van haat. Als de vader er niet is, wordt de haat gericht tegen iemand anders. Vaak is het zo dat ouders met specifieke zwakten in hun karakter, het kind gaan haten dat het meest op henzelf lijkt. Eigenlijk haten ze de zwakte in zichzelf, maar in plaats van hun haat te richten op zichzelf, richten ze het op het kind, dat dezelfde zwakheid heeft geërfd. En raad eens wat dit kind later zelf weer gaat doen?
Zoals er een geest van haat is, zo bestaat er ook een geest van afwijzing. Ik weet dit uit de eerste hand, omdat ik zelf met vele honderden mensen te maken heb gehad die bevrijding nodig hadden en ontvingen van een geest van afwijzing.
De eerste kettingreactie
Er zijn twee verschillende kettingreacties die voortkomen uit afwijzing. Deze reacties zou ik niet wetmatig willen noemen, maar ze komen wel zo vaak voor dat je kunt spreken van patroon. De eerste reactie die voortkomt uit afwijzing – de eerste stap in de spiraal naar beneden – is eenzaamheid. Eenzaamheid is iets verschrikkelijks en ze grijpt in onze moderne wereld als een epidemie om zich heen. Sommige mensen zitten iedere week in de kerk en zijn toch altijd eenzaam.
Eenzaamheid leidt tot ongelukkig zijn en dit leidt vaak weer tot zelfmedelijden: ‘Niemand begrijpt mij. Anderen kunnen dat, maar ik niet. Waarom heeft God me gemaakt zoals ik ben?’ De stap die volgt op zelfmedelijden is vaak depressie – buien van neerslachtigheid komen over je heen. Hier heb ik zelf jarenlang mee gestreden. Depressieve buien leiden uiteindelijk tot nog iets ernstigers, namelijk wanhoop. ‘Wat heeft alles nog voor zin? Ik kan het net zo goed opgeven.’ En wanhoop leidt uiteindelijk tot een van de volgende twee onherroepelijke gevolgen in je denken: de ene is de dood en de andere is zelfmoord. Er is verschil tussen die twee. Dood is het verlangen om te sterven. Als je ooit gezegd hebt: ‘Ik wou dat ik dood was’, dan is dat een gevaarlijke uitspraak. Je hoeft dat niet eens al te vaak te zeggen voordat een geest van dood zich uitgenodigd voelt en je leven binnenkomt. Zelfmoord is radicaler, directer. Dat zijn gedachten als: ‘Ik kan er maar beter een einde aan maken. Wat heeft het voor zin om te leven? Ik neem die hele fles pillen.’ Of: ‘Toe maar, spring maar voor die trein en maak er een einde aan.’ Hier tegenover horen we Jezus zeggen:
Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben. (Johannes 10:10)
De tweede kettingreactie
We hebben nu één kettingreactie gezien die begon bij afwijzing. Maar er is nog een mogelijke kettingreactie, die in een andere richting leidt. De eerste stap in deze ontwikkeling is verharding. ‘Nou, als ze niet meer van me houden, wat dan nog? Wie heeft hen eigenlijk nodig? Ik niet. Ik kan best zonder ze.
’Vervolgens leidt deze verharding tot onverschilligheid: ‘Het maakt me niet meer uit! Ik ben nu genoeg verwond; niemand zal me ooit nog pijn doen. Ik trek een muur rondom mij op, waar ik niemand doorheen zal laten.’ Aan de buitenkant ben je beleefd, zelfs vriendelijk, je ontwikkelt je talenten, praat met mensen en maakt grapjes, maar binnenin jou is iets waar nooit meer iemand bij kan komen.
Na onverschilligheid komt rebellie. ‘Iedereen is tegen mij, dus ik ben tegen hen. Ik haat hen. Ik haat hun religie. Ik haat hun kerk. Ik haat hun God.’ Je zou verbaasd zijn over het aantal mensen dat me verteld heeft dat ze ooit tegen God hebben gezegd: ‘God, ik haat U!’ Dat is iets verschrikkelijks om te zeggen. Vele mensen die ik ken hebben gezegd: ‘God, waarom heeft U mij zo gemaakt? Waarom hebt U me eigenlijk op de wereld gezet?’ Uiteindelijk leidt rebellie vaak tot toverij; mensen proberen dan mensen en situaties naar hun hand te zetten vanuit een geest die niet de Heilige Geest is. Die verbinding tussen rebellie en toverij lijkt misschien wat vergezocht of onlogisch, maar in de Bijbel is toverij juist nauw verbonden met rebellie. In 1 Samuel 15:23 staat:
Want weerspannigheid (KJV: ‘rebellie’) is een zonde der toverij... (SV)
Als ik toverij zeg, dan bedoel ik het hele occulte gebied, het zoeken naar valse geestelijke ervaringen door het Ouija-bord, de waarzegger, seances en vergelijkbare zaken. Velen realiseren zich niet dat dit een uiting is van rebellie, je afkeren van de ware God naar een valse god. Het doel dat mensen hiermee hebben is hun leven en toekomst zelf te controleren en beheersen, in plaats van te vertrouwen op God. Het is het breken van het eerste gebod:
U zult geen andere goden voor mijn aangezicht hebben. (Exodus 20:3)
Nu we gekeken hebben naar deze beide kettingreacties op afwijzing, zien we dat de gevolgen vernietigend kunnen zijn voor iemands geest.
Naar de wortels
Voor zulke radicale problemen biedt het Evangelie ook radicale oplossingen, het Evangelie is immers zelf radicaal. Het woord ‘radicaal’ is afkomstig van het Latijnse woord radix, wat ‘wortel’ betekent. Iets radicaals is dus iets wat tot de wortel gaat. In die zin is het Evangelie radicaal; het gaat naar de wortel van het probleem. Dat is wat Johannes de Doper zei toen hij het Evangelie beschreef in Mattheüs 3:10:
De bijl ligt zelfs al aan de wortel van de bomen; elke boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.
Dit is een beeld van hoe God het heeft bedoeld. We moeten afrekenen met onze problemen, die worden vergeleken met een boom. God zegt: ‘Het is niet genoeg om er een paar takken af te halen, de boom zal gewoon verder blijven groeien. Zelfs als je hem bij de stam omhakt, zal het leven blijven bestaan en zullen er kleine, groene scheuten gaan groeien. Maar als je de wortels afhakt, dan is het afgelopen met de boom.’
In Gods plan wordt de bijl gelegd bij de wortel van het probleem. Deze drie delen van een boom komen overeen met drie delen van de problemen die mensen kunnen hebben. Allereerst de takken. Dat zijn, wat ik noem, zonden. Dingen zoals liegen, vloeken, immoraliteit en verslaving, de dingen die mensen voortdrijven. Veel religieuze activiteit is gericht op het afhakken van een paar takken. ‘Ik ben gestopt met roken’, ‘Ik leid nu een moreel leven’ of ‘Ik doe nooit iemand kwaad en zit iedere zondag in de kerk.’ Dat is allemaal goed, maar het is niet Gods uiteindelijke doel.
Onder de oppervlakte
Als je alleen de takken afhakt, waarbij je bepaalde zonden verwijdert, dan zul je onvermijdelijk voor het probleem komen te staan dat andere takken hun plaats zullen innemen, omdat ze allemaal worden ondersteund en onderhouden door de stam. In mijn begrip van theologie is de stam ‘zonde’. Niet specifieke, op zichzelf staande zonden, maar zonde. Er is in de Bijbel een duidelijk onderscheid tussen zondige daden en zonde, datgene wat de zonden veroorzaakt. Zonde is moeilijk te omschrijven. Ik noem het ‘een slechte, corrupte, geestelijke macht die in mensen werkzaam is en hen ertoe aanzet om zonden te doen’. In de omwisseling aan het Kruis werd Jezus om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden (of zondige daden) verbrijzeld (Jesaja 53:5). Maar in Jesaja 53:10 staat:
Als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben...
Daar rekende Hij af met de stam. Dat is echt iets heel anders, iets diepers. De Bijbel hanteert dit onderscheid consequent. Zonde en zonden komen beide boven het oppervlak uit, maar onder het oppervlak ligt nog iets anders: de wortels. Vanuit mijn ervaring en Bijbelkennis kan ik de wortels beschrijven als het ‘ik’, het ego dat zegt: ‘Ik wil... Ik denk... Ik hou van... Ik vind... Kijk naar mij...’ En in situaties van afwijzing, zegt het ik: ‘Ik ben belangrijk... Ik doe ertoe... Je hebt mij niet juist behandeld... De wereld draait om mij... Arme ik... Niemand houdt van mij...’ Ik geloof dat dat de wortel is.
Zelfs degenen die de zonde onder ogen hebben gezien, hebben niet altijd afgerekend met het probleem van het ‘ik’, dat soms wordt voortgedreven door afwijzing. Maar als er niet is afgerekend met de wortel, dan zullen de problemen blijven bestaan.
In de volgende onderwijsbrief gaan we verder met dit onderwerp en zullen we komen tot de oplossing van het herkenbare probleem van afwijzing in mensenlevens.
Boeken over Afwijzing en Acceptatie
Deze onderwijsbrief is samengesteld uit onderwijs van Derek Prince over afwijzing en acceptatie. In onze webshop zijn meer boeken en materialen van Derek Prince verkrijgbaar over het onderwerp afwijzing en pastorale onderwerpen. De volgende boeken en proclamatiekaarten kunnen we van harte aanbevelen:
- Ontdek wie je bent in de spiegel van Gods Woord, met Dereks boek Waarom God jou belangrijk vindt.
- Wil je meer weten over Gods liefde en de prijs die Hij betaalde om Zijn liefde te bewijzen, lees dan Dereks boekOnbegrijpelijke liefde.
- In het boek Gods antwoord voor afwijzing laat Derek Prince zien hoe afwijzing aan de basis ligt van veel andere problemen, zoals verslavingen, relatieproblemen, opstandigheid... En nog belangrijker: ontdek Gods helende antwoord voor afwijzing!
- In onze webshop vind je Bijbelse proclamatiekaarten over acceptatie en je identiteit in Christus. De kaarten helpen je eraan herinneren wie je bent in Christus. Proclameer met de proclamatiekaart God is mijn Vader dat je Zijn geliefde kind bent of stap in de zekerheid dat je bent aangenomen met de proclamatiekaart In Christus ben ik aangenomen.