Shop Doneer

Lydia en Ruth

Een ander gebied waarin Dereks levensverhaal velen heeft geïnspireerd, is dat van zijn huwelijk met respectievelijk Lydia en Ruth. In zijn boek God en je partnerkeuze (God is a matchmaker) laat Derek zien – zowel vanuit de bijbel als uit persoonlijke ervaring - dat God huwelijkspartners bij elkaar brengt. Hij zegt: ,,God durfde het niet aan mij zelf mijn vrouw te laten kiezen.’’

Het verhaal van Lydia… Als Derek in 1945 deel uitmaakt van een verkenningseenheid in het leger, begint hij te bidden voor Lydia en de kinderen in haar tehuis. Derek: Op een keer, toen ik aan het bidden was, gaf de Heilige Geest mij een duidelijke, krachtige uiting in een onbekende taal. Na een korte pauze kwam de vertaling. Het was God die tot mij sprak via mijn eigen lippen, en Hij zei: ,,Ik heb jullie samengevoegd onder hetzelfde juk en in hetzelfde harnas.’’

Derek begrijpt hieruit dat hij op de een of andere manier met Lydia moet gaan samenwerken. Pas maanden daarna, als hun relatie meer diepgang krijgt, begrijpt hij dat met het woord ‘juk’ hier ‘huwelijk’ wordt bedoeld en dat het woord ‘harnas’ aangeeft dat zij samen God moeten gaan dienen. Denkend aan hun leeftijdsverschil (25 jaar), hun verschillende culturele achtergrond en hun verschil in ervaring, vraagt hij zich af of een huwelijk wel succesvol kan worden. Naast deze obstakels is Derek bovendien altijd enig kind geweest en zal hier te maken krijgen met een tehuis vol meisjes in de leeftijd van twee tot achttien jaar!

(Derek) Ik stond in tweestrijd tussen opwinding en angst, maar ik wist dat God gesproken had. Het woord dat tot mij gekomen was, werd bevestigd door een andere christen, die van mijn innerlijke beroering niets afwist.

Derek en Lydia trouwen in 1946, ongeveer een maand voordat hij in Jeruzalem wordt gedemobiliseerd. Hun kracht en hun nauwe band stoelen op hun gezamenlijke gebedsleven en dit blijft zo gedurende de dertig jaar dat ze getrouwd zijn en in verschillende delen van de wereld wonen, vaak onder druk en sterk wisselende omstandigheden. Derek herinnert zich:

Tegen het eind van haar leven kreeg Lydia hartklachten. Toch bleef zij verbazingwekkend sterk en actief in haar optreden en dit ging door tot bijna de laatste week van haar leven op aarde. Er waren momenten dat ze echt pijn had aan haar hart, maar ze zei dan steeds: ‘Al zou mijn vlees en mijn hart bezwijken, mijns harten rots en mijn erfdeel is God voor eeuwig’ (Psalm 73:26).

Van Lydia leerde ik onder meer dat wij ons niet moeten laten ringeloren door factoren van buitenaf. Als je je leven aan God hebt toevertrouwd, dan komt er een bron van kracht in je binnenste, die niet beïnvloed wordt door zwakheden en veranderingen van ons menselijk lichaam. Toen zij stierf had ik het gevoel dat een deel van mijn binnenste van me werd losgerukt, een diepe wond achterlatend. Gelukkig was God mij genadig, zodat ik haar kon loslaten en aan Hem toevertrouwen. Zo kon Hij het genezingsproces laten beginnen.

Nu Derek in het jaar 1975 weer alleen is komen te staan, wijdt hij zijn leven weer onverdeeld toe aan de dienst van de Heer. Hij spreekt naar God uit dat hij bereid is de rest van zijn leven in ongehuwde staat door te brengen, als dat Gods wil is. God heeft echter andere plannen. In 1977 treedt Hij opnieuw op als ‘huwelijksbemiddelaar’. Tijdens een verblijf in Jeruzalem hoort Derek tijdens een bezoek aan een lokale organisatie over een Amerikaanse dame die haar rug heeft bezeerd en daardoor niet kan werken. Derek, die een bijzondere gave heeft op het gebed van genezing, gaat naar haar toe en bidt voor haar. Zo leert hij Ruth kennen.

Tot zijn grote verbazing krijgt hij enige tijd later van God een visioen, waarin Hij de dame herkent voor wie hij enkele dagen eerder nog heeft gebeden, en hij beseft dat God hem duidelijk maakt dat hij met haar zal gaan trouwen.

Opnieuw staat Derek in tweestrijd. Opnieuw ervaart Derek een mengeling van opgewonden spanning en aan de andere kant angst. Bijna wordt hij zelfs boos op God: Vraagt U mij werkelijk om met een vrouw te gaan trouwen die ik nog maar één keer heb ontmoet, van wie ik niets afweet, en van wie ik niet houd?

Iets meer dan een jaar later, in oktober 1978, treden Ruth Baker en Derek Prince in het huwelijk. Het verhaal van Ruth, waarin zij tevens vertelt over haar wonderbaarlijke genezing, staat opgeschreven in het enige boek dat Derek en Ruth samen schreven: God en je partnerkeuze. Ruth is geboren en opgegroeid in het Midwesten van Amerika en haar culturele achtergrond en levenservaring waren dan ook totaal anders dan die van Derek.

Ruth trouwt op jonge leeftijd met haar eerste man, waarbij zij overgaat tot de Joodse leer. Als deze man haar jaren later verlaat en hun huwelijk eindigt in een echtscheiding, blijft ze de Joodse religie aanhangen. Totdat zij in 1970, na een wonderbaarlijke ontmoeting met de Heer, belooft Jezus te gaan dienen. Net als Lydia besluit zij een radicaal leven te gaan leiden van overgave, toewijding en geloof. In 1975 emigreert ze samen met haar dochter naar Israël, waar Derek haar een paar jaar later voor het eerst ontmoet. Als zij trouwen in 1978, is Derek 63 jaar oud. Zij hopen zich te vestigen in Jeruzalem en zich daar ter plaatse dienstbaar te maken voor de Heer, door voorbede, schrijven en onderwijs in diverse gemeenten. Hoewel zij vanaf 1981 inderdaad in Jeruzalem gaan wonen, ontwikkelt hun bediening zich echter in een geheel andere richting.