Shop Doneer

Besef dat Jezus in je leeft

Leestijd: 3 min.
Thema: Genade in de praktijk
We zullen komende tijd stilstaan bij het vertrouwen op Gods genade voor ons leven van elke dag. Voor heel veel christenen is het leren dagelijks te steunen op Gods genade een van de moeilijkste lessen om te leren. Vaak beginnen we wel in Gods genade, maar gaandeweg raken we tevreden met onze eigen prestaties en denken dat we het allemaal prima zelf kunnen – we kunnen het leven zelf wel aan. We groeien immers in ‘volwassenheid’? Voor we het weten en zonder het zelf te beseffen, steunen we niet meer op Gods genade, maar op ons eigen kunnen. De problemen laten dan niet lang op zich wachten, want onze oude, vleselijke natuur waar we ten diepste op zijn gaan vertrouwen, zit vol karakterfouten en onkunde; mislukking en geestelijke moeheid zijn het gevolg. Daarom zullen we de komende dagen drie eenvoudige stappen doornemen, die ons helpen om elke dag opnieuw te blijven steunen op Gods elke dag nieuwe, sprankelende genade!
Stap 1. Bevestig dat Christus in je leeft
In Paulus’ bekende woorden uit Galaten 2:20 ligt een prachtig patroon geweven:
Ik ben met Christus gekruisigd; en ik leef, niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf voor mij heeft overgegeven.
Ik ben dus met Christus gestorven en toch leef ik, maar niet meer ikzelf, Christus is in mij opgestaan en leeft in mij. Als de problemen van het leven op mij afkomen, dan word ik hier niet mee geconfronteerd als mijn oude, onzekere, paniekerige of zelfingenomen ik, maar als iemand in wie Christus leeft. Hij woont in mij en Hij is mijn leven geworden. Dit feit moet je keer op keer bevestigen. Niet omdat Zijn aanwezigheid in je leven anders letterlijk zou verdwijnen, maar om jezelf eraan te herinneren! Iedere keer dat je druk ervaart en denkt dat je het niet kunt oplossen, zeg je: ,,Ik leef zelf niet meer, maar Christus leeft in mij.” Het is heel belangrijk om dit hardop te zeggen, want met onze mond geven we uitdrukking aan ons geloof. In de Bijbel wordt dit ‘belijden’ genoemd, oftewel, met onze mond hetzelfde zeggen als wat de Bijbel zegt, en dit geloven met ons hart. Paulus verwoordt dit in Romeinen 10:10: Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. (HSV)
We kunnen deze tekst (genomen uit een andere vertaling) nu gebruiken om de eerste stap – het bevestigen dat Christus in ons leeft – concreet te maken: Het geloof van je hart (dat Jezus in je woont) brengt de gerechtigheid en de belijdenis van je mond (dat Christus in je leeft) brengt de redding (WV). Geloof het niet alleen in je hart, maar spreek het ook uit met je mond. Corrie ten Boom zei: ,,Als de duivel bij je aan de deur staat, laat Jezus dan opendoen.’’ Nou, de duivel kan op allerlei manieren bij je aankloppen: met verleiding tot zonde, of met beschuldiging, of met angst en zorgen, of met boosheid, of met allerlei vormen van pijn… noem maar op. Hoe kun je Jezus laten opendoen? Door te belijden: ,,Niet meer ik, maar Christus Zelf leeft in mij!’’

Heer Jezus, dank U wel dat het belijden van deze dingen geen trucje is – geen woordspelletje of gedachtenoefening. Nee, het is waarheid! Ik vraag U Heer, om mij door Uw Heilige Geest elke dag opnieuw diep te doordringen van de waarheid dat U werkelijk in mij leeft! Ik prijs Uw naam voor dat wonder van genade! Amen.