Geloof, zoals het beschreven wordt in het Nieuwe Testament, heeft verschillende aspecten. De kern ervan komt altijd overeen met de definitie die we lazen in Hebreeën 11:1: een vaste grond van de dingen die men hoopt en een bewijs van de zaken die men niet ziet. Deze kern, de aard van geloof, komt tot uitdrukking in verschillende, maar onderling samenhangende verschijningsvormen. De drie hoofdvormen kunnen als volgt gedefinieerd worden:
1. Geloof als (genade-)gave
2. Geloof als vrucht
3. Geloof waar je door (of 'uit') leeft
We zullen de komende dagen eerst het karakter van geloof als (genade)gave onderzoeken.
In 1 Korinthiërs 12 behandelt Paulus de gaven van de Heilige Geest. Hij begint het hoofdstuk met de opmerking:Wat nu de geestelijke gaven betreft, broeders (en zusters), wil ik niet dat u onwetend bent. Vervolgens geeft hij in vers 7 tot 11 een lijst van negen afzonderlijke gaven:
Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander. Want aan de één wordt door de Geest een woord van wijsheid gegeven en aan de ander een woord van kennis, door dezelfde Geest; en aan een ander geloof, door dezelfde Geest, en aan een ander genadegaven van genezingen, door dezelfde Geest; en aan een ander werkingen van krachten, en aan een ander profetie, en aan een ander het onderscheiden van geesten, en aan een ander allerlei talen, en aan een ander uitleg van talen. Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest, Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt, zoals Hij wil.
De Heilige Geest Zelf, die in een gelovige woont, is onzichtbaar. Maar doordat deze gaven functioneren door een gelovige, wordt de werking van de Heilige Geest herkenbaar voor menselijke zintuigen. Bij elke gave die we hier zien, zijn de resultaten waarneembaar met de zintuigen; ze kunnen gezien of gehoord of gevoeld worden.
Omdat deze gaven geen manifestaties zijn van de eigen persoonlijkheid van de gelovige, maar van de Heilige Geest (een Persoon) ín de gelovige, zijn al deze gaven bovennatuurlijk van karakter. Bij elk van deze gaven liggen de resultaten die ze voortbrengen op een hoger niveau dan de gelovige ooit vanuit zijn eigen bekwaamheid zou kunnen bereiken.
Elk resultaat is alleen maar mogelijk door een regelrechte bovennatuurlijke werking van de Heilige Geest.
Paulus stelt twee belangrijke praktische punten vast omtrent deze gaven. Allereerst worden deze gaven uitsluitend toebedeeld naar de wil van de Heilige Geest, in overeenstemming met zijn soevereine bedoelingen voor het leven van iedere gelovige. Menselijke wil of prestaties vormen geen basis voor het ontvangen van deze geestelijke gaven. Ten tweede worden zij "aan een ieder gegeven tot wat nuttig is voor allen," voor een nuttig, praktisch doel. Zoals de Bijbelleraar Bob Mumford het uitdrukte: ,,De gaven van de Geest zijn werktuigen, geen speelgoed.'' |
Heilige Geest, ik strek mij uit naar het ontvangen van die gaven die U voor mij heeft. Gaven, die Uw aanwezigheid in mij zichtbaar maken en resultaten voortbrengen op een veel hoger niveau dan ik zelf zou kunnen bereiken. Dank U wel dat ik niet zelf hoef te zoeken naar gaven, maar dat U ze aan mij geeft naar Uw wil, en dat ik ze mag leren gebruiken ten nut van anderen. Heilige Geest, ik ben bereid U door mij heen zichtbaar te laten zijn. | |