Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

De gave van ‘allerlei tongen’

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 148

Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest,
Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.
(1 Korinthiërs 12:11)
De gave van ‘allerlei tongen’
Vorige week hebben we besproken wat het betekent om de Heilige Geest te ontvangen. We hebben gezien dat er veel spraakverwarring is, doordat er in de Bijbel twee verschillende ervaringen zijn waar allebei naar wordt verwezen met het ‘ontvangen van de Heilige Geest’. De eerste heeft te maken met onze (Nieuwtestamentische) verlossing. De tweede heeft te maken met de kracht die we ontvangen om te getuigen. De apostelen ontvingen de eerste van deze ervaringen, leven, op de zondag van de Opstanding. De tweede, kracht, ontvingen ze zeven weken later op de zondag van Pinksteren.
Op de zondag van de Opstanding werd de Geest ingeblazen, met als gevolg: leven.
Op de zondag van Pinksteren werd de Geest uitgestort, met als gevolg: kracht.
Deze week zullen we kijken naar sommige andere tegenwerpingen en misverstanden, die dikwijls naar voren worden gebracht in verband met de ervaring van het spreken in tongen.
Een vaak voorkomend argument of misverstand is gebaseerd op de woorden van de apostel Paulus in 1 Korinthiërs 12:30, waar hij vraagt: Spreken soms allen in tongen? (NBG) Een nauwkeurige bestudering van de context laat zien dat Paulus er daarbij duidelijk van uitgaat dat het antwoord op die vraag is: ‘Nee - niet allen spreken in tongen.’
Betekent dit dan dat er in de Nieuwtestamentische gemeente mensen waren die de doop in de Heilige Geest hadden ontvangen zonder dat zij in tongen spraken? Dat is niet wat Paulus zegt. Paulus spreekt hier niet over de doop in de Heilige Geest, maar over allerlei mogelijke bedieningen of bovennatuurlijke uitingen van de Heilige Geest, die kunnen plaatsvinden in de gemeente na en als gevolg van de allereerste ervaring van de doop in de Heilige Geest. Paulus zegt:
Samen bent u namelijk het lichaam van ​Christus, en ieder afzonderlijk Zijn leden. God nu heeft sommigen in de ​gemeente​ een plaats gegeven: ten eerste ​apostelen, ten tweede profeten, ten derde leraars, vervolgens krachten, daarna genadegaven van genezingen, vormen van hulpverlening, bestuurlijke gaven, allerlei (tongen)talen. (1 Korinthiërs 12:27-28)
Paulus spreekt hier dus over verschillende bedieningen, die door verschillende leden in de gemeente kunnen worden uitgeoefend. Hieronder noemt hij ook allerlei talen, of meer letterlijk: ‘allerlei tongen’. Morgen zullen we uitgebreider bestuderen wat Paulus hiermee bedoelt.

Heer Jezus, dank U wel voor de gevarieerdheid van de vele verschillende genadegaven die U aan Uw gemeente gegeven hebt om haar op te bouwen en toe te rusten tot dienstbetoon. Help mij Heer, om te functioneren in de gaven die U mij gegeven hebt. Amen.