De Heilige Geest zal ons niet alleen de weg wijzen tot de volle waarheid... Hij is bovendien de enige betrouwbare gids. Johannes schreef aan de eerste christenen: Doch gij hebt de zalving van de Heilige en gij weet alle dingen (1 Joh. 2:20, SV). Johannes verwees hier naar de Heilige Geest. Hadden Gods kinderen vandaag de dag maar die zalving om te onderscheiden wat waarheid is en wat vals! Niet zelden zijn zogenaamde 'Geestvervulde' christenen de makkelijkste mensen ter wereld om voor de gek te houden! Ze hebben niet geleerd onderscheid te maken tussen enerzijds het luidruchtige, het vleselijke en uiterlijke, en anderzijds datgene wat Jezus verheerlijkt. Lees verder in Johannes 16:14-15:
[De Heilige Geest] zal Mij verheerlijken, want Hij zal het uit het mijne nemen en het u verkondigen. Al wat de Vader heeft, is het mijne; daarom zei Ik: Hij neemt uit het mijne en zal het u verkondigen.
Let op de bescheidenheid van Jezus! Hij wil ons niet achterlaten met de indruk dat Hij de oorspronkelijke eigenaar is van wat dan ook. Hij zegt: ,,Het is van Mij, alleen omdat de Vader het Mij gegeven heeft.'' Wat is dit een mooi voorbeeld van 'de ander verheerlijken...'! De Heilige Geest verheerlijkt Jezus en Jezus verheerlijkt de Vader. Daarna wijst Hij ons op de Heilige Geest en zegt: ,,Als de Heilige Geest komt, dan zal Hij nemen wat van Mij is en het verklaren, het aan jullie duidelijk maken.'' We zien dus dat de Heilige Geest de sleutel beheert van de voorraadkamers van Gods rijkdommen. Alles wat de Vader en de Zoon hebben, wordt beheerd door de Heilige Geest. Veel christenen bestuderen de geloofsleer, maar hebben nog nooit vriendschap gesloten met de Heilige Geest. Maar het loont echt om vrienden met Hem te worden!
Als Gemeente van Jezus hebben we een geweldige gids en beschermer tijdens onze lange reis door dit leven: de Heilige Geest. Genesis 24 geeft een prachtig beeld van Zijn rol, in het verhaal van Abraham die een bruid zoekt voor zijn zoon Isaäk. Ik zal voor mijn zoon geen vrouw nemen uit de dochters der Kanaänieten, zegt Abraham, verwijzend naar de gewoonte in die tijd in het Midden Oosten. Ze moet horen bij mijn eigen maagschap. Daarop stuurt de aartsvader zijn knecht naar zijn eigen stamgenoten, om het juiste meisje te vinden en haar mee terug te nemen. In dit verhaal is Abraham een beeld of type van God de Vader. Isaäk, de enige zoon, is hier het beeld van Jezus Christus. Rebekka, de gekozen bruid, is het beeld van de Gemeente. Een ander personage, de dienstknecht, die opvallend genoeg nooit bij name wordt genoemd, is het beeld van de Heilige Geest. Genesis 24 is als het ware het zelfportret van de Heilige Geest, maar Hij heeft het nooit ondertekend. De naamloze dienstknecht gaat op reis met tien kamelen, beladen met geschenken. (Als je net als ik ooit tijd hebt doorgebracht in het Midden-Oosten, dan weet je hoeveel een kameel kan dragen!) Zo komt ook de Heilige Geest nooit met lege handen. Ook Hij komt zwaar beladen met geschenken. (Het is dus echt dom om geen vriendschap met Hem te sluiten...) Als de dienstknecht tijdens zijn zoektocht naar het juiste meisje aankomt bij de bron, bidt hij: Here, God van mijn heer Abraham, ik vraag dat het juiste meisje water zal aanbieden, niet alleen voor mij - dat zou immers iedereen doen - maar ook voor mijn kamelen. Omdat een kameel ruim tachtig liter water kan drinken en de dienaar tien kamelen bij zich had, zou de jonge vrouw achthonderd liter water moeten pompen! Ieder meisje dat zoiets zou doen is niet alleen leuk en vriendelijk, maar heeft ook nog spierballen. Over een goede huisvrouw gesproken..!
Als de dienstknecht bij de waterput staat, komt er een jonge vrouw langs tegen wie hij zegt: ,,Geef me alsjeblieft wat water.'' Ze reageert: ,,Drinkt u maar, en ik zal ook uw kamelen te drinken geven.''
Dit is het beeld van de Gemeente! - niet een breekbare jongedame die op de voorste rij zit en liederen zingt, maar een gespierde vrouw die bereid is te werken en haar leven af te leggen. De dienstknecht weet: Dit is de vrouw die ik zoek! Nadat hij Rebekka's familie vertelt over Abrahams verlangen om een bruid te vinden voor zijn zoon, vragen ze het Rebekka: ,,Wil je met deze man meegaan?'' Ze kiest voor haar bestemming als ze zegt: ,,Ja, ik ga mee.'' Dat is geloof! Ze kent de dienstknecht nog geen 24 uur, maar gaat toch mee op een lange, gevaarlijke reis, met hem als enige gids en beschermer. Ook wij hebben als Kerk een lange, gevaarlijke reis af te leggen voordat we onze bruidegom ontmoeten, maar we hebben een geweldige gids en beschermer, de Heilige Geest. Bovendien had Rebekka de man met wie ze zou gaan trouwen nog nooit gezien. Alles wat ze over Isaäk weet is wat de dienstknecht haar heeft geleerd. Alles wat wij ooit zullen weten over Jezus, totdat we Hem ontmoeten, leren we van de Heilige Geest. We missen zo veel als we geen diepe, intieme relatie met de Geest ontwikkelen.