Shop Doneer

De geest van het geloof

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 89

Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn ​liefde​ tot de mensen verschenen is, maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van ​rechtvaardigheid​ die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn ​barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de ​Heilige​ Geest.
(Titus 3:4-5, HSV)

De geest van het geloof
Als de verlossing niet door werken is maar alleen door geloof, dan kunnen we natuurlijk vragen: ‘Welke rol spelen de werken dan in het leven van de gelovige?’ Het meest volledige en duidelijkste antwoord hierop vinden we in Jakobus 2:14-26. Ik citeer hier het eerste en het laatste vers:
Wat voor nut heeft het, mijn broeders, als iemand zegt dat hij geloof heeft, en hij heeft geen werken? Kan dat geloof hem zalig maken? (…) Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
Jakobus geeft verschillende voorbeelden om het verband te laten zien tussen geloof en werken. Maar in het laatste vers vat hij zijn onderwijs samen door het voorbeeld van de relatie tussen het lichaam en de geest. Hij zegt: Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood.
In week 10, toen we keken naar de essentie van geloof, hebben we al Paulus’ woorden in 2 Korinthiërs 4:13 gelezen: Omdat wij dezelfde geest van het geloof hebben, overeenkomstig wat geschreven staat: Ik heb geloofd, daarom heb ik gesproken, geloven ook wij, en daarom spreken wij ook.
Hier verklaart Paulus dat waarachtig, bijbels geloof iets geestelijks is. Het is de geest van het geloof. Hierdoor kunnen wij het voorbeeld van Jakobus over het lichaam en de geest begrijpen.
De geest van een mens woont in hem, zolang hij leeft. Iedere handeling van het lichaam van een mens is een uitdrukking van zijn geest. Zo wordt het bestaan en de aard van de geest in de mens, hoewel onzichtbaar, heel duidelijk merkbaar door het gedrag en de handelingen van het lichaam van een mens.
Wanneer de geest van de mens zijn lichaam verlaat, dan wordt het lichaam levenloos.
Zo is het ook met de geest van het geloof in de waarachtige christen. Deze geest van het geloof is levend en actief. Hij brengt vanuit de hemel het leven van God zelf naar ons toe, om in het hart van de gelovige te wonen.
Dit leven van God neemt de leiding over het hele karakter van de gelovige, over zijn verlangens, zijn gedachten, zijn woorden, zijn daden. Hij of zij begint op een totaal nieuwe manier te denken, te spreken en te handelen, heel anders dan wat hij vroeger gedaan zou hebben. Hij zegt en doet dingen die hij eerder, voordat het leven van God door het geloof bij hem binnenkwam om hem te leiden, niet zou hebben kunnen doen en ook niet zou hebben willen doen. Zijn nieuwe manier van leven, zijn nieuwe werken, zoals Jakobus het noemt, zijn het bewijs en de uitdrukking van het geloof in zijn hart.
Maar als geen uiterlijke handelingen zichtbaar worden, geen werken die overeenstemmen met het geloof dat iemand belijdt, dan bewijst dit dat er geen echt, levend geloof in hem is.


Heer, dank U wel dat U mij door de geest van geloof die in mij is komen wonen, Uw Heilige Geest dus, mij helemaal nieuw heeft gemaakt. Wilt U maken dat deze innerlijke vernieuwing voortdurend, elke dag van mijn leven, uit mijn leven spreekt door de dingen die ik denk en doe… zodat Uw heerlijke naam wordt verheerlijkt! Amen.