Een noodzakelijke vereiste om de wedloop te lopen, is dus een juiste mentale houding. Deze waarheid omschreef Paulus toen hij zijn relatie met Jezus Christus beschreef in Filipenzen 3:10 en 11: ...opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van zijn opstanding en de gemeenschap met zijn lijden, doordat ik aan zijn dood gelijkvormig word, om op enigerlei wijze te komen tot de opstanding van de doden. Paulus had een heel bewust doel. Hij rende niet zomaar een beetje doelloos rond (zie 1 Korinthe 9:26). Hij wist precies waar hij wilde uitkomen, en dit bepaalde zijn mentale houding. Hij schreef verder: Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen (vers 12). Paulus' visie was dat Christus hem gegrepen had met een bepaald doel, en het vervullen van dat doel betekende dat hij zich daarnaar moest richten. Hij moest vastbesloten zijn dat Christus' doel ook zijn doel zou worden. Broeders, ikzelf denk niet dat ik het gegrepen heb, maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus (vers 13,14). 'Ik jaag naar' komt twee keer voor, in vers 12 en vers 14. Dat is de mentale houding die we met Paulus moeten delen: Ik jaag ernaar! Ik heb een doel! Ik heb het doel nog niet bereikt, maar ik weet dat ik ernaartoe op weg ben. De laatste keer dat Paulus deze woorden sprak, bedoelde hij: ,,Ik jaag naar het doel: de prijs van Gods hemelse roeping in Christus Jezus." Er wacht een beloning voor hen die de race succesvol uitlopen. Houd dat doel altijd voor ogen, want we willen niet de beloning die God voor ons bestemd heeft, mislopen. |