Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

De plaatselijke gemeente in Antiochië

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 260


Nadat ze gevast en gebeden hadden, legden ze hun de handen op en lieten hen vertrekken. Zo werden Barnabas en Saulus uitgezonden door de heilige Geest.
Handelingen 13:3-4a (NBV)

De plaatselijke gemeente in Antiochië

Vorige week bespraken we de rol van het opleggen van handen in het functioneren in geestelijke gaven. Het volgende doel van het opleggen van handen is verbonden aan het aanstellen en uitzenden van geestelijk werkers.
Het meest duidelijke voorbeeld hiervan wordt gegeven door de plaatselijke gemeente in Antiochië in Syrië, zoals beschreven staat in Handelingen 13:1-4: En er waren in Antiochië, in de gemeente aldaar, enkele profeten en leraars, namelijk Barnabas, Simeon, die Niger genoemd werd, Lucius van Cyrene, Manahen, die met Herodes de viervorst opgegroeid was, en Saulus. En terwijl zij de Heere dienden en vastten, zei de Heilige Geest: Zonder voor Mij zowel Barnabas als Saulus af voor het werk waartoe Ik hen geroepen heb. Toen vastten en baden zij, en nadat zij hun de handen opgelegd hadden, lieten zij hen gaan. Zij dan, uitgezonden door de Heilige Geest, vertrokken naar Seleucië en voeren vandaar naar Cyprus.
Deze passage geeft veel interessante informatie over de manier waarop volgens het Nieuwe Testament een plaatselijke gemeente te werk ging. Allereerst merken we op dat in deze gemeente te Antiochië minimaal vijf mannen waren die erkend werden als profeten en leraars.
Ten tweede zien we dat deze leiders niet alleen baden, maar ook vastten. En zij vastten niet alleen individueel, maar ook samen als groep. Dit stemt overeen met de profetische aansporing voor de laatste dagen in Joël, bijvoorbeeld 1:14: Kondig een vastentijd af, roep een bijzondere samenkomst bijeen, verzamel de oudsten en alle inwoners van het land, in het huis van de HEERE, uw God, en roep tot de HEERE.
Na deze oproepen tot een gezamenlijk vasten door Gods volk, volgt in Joël 2:28 de belofte van de uitstorting van de Heilige Geest: Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees...
Aangezien de belofte van de uitstorting van de Heilige Geest ook geldt voor ons in deze tijd, is het alleen maar logisch dat we erkennen dat de aansporingen voor gezamenlijk vasten, die eerder in dezelfde profetie van Joël voorkomen, ook gelden voor ons. Het zou heel onlogisch zijn om alleen de werkelijke uitstorting van de Heilige Geest te beschouwen als voor vandaag. In feite maakt de hele context van Joëls profetie duidelijk dat het hebben van perioden van gezamenlijk bidden en vasten de belangrijkste voorbereiding is die Gods volk moet treffen als het de volheid wil ervaren van de uitstorting van de Heilige Geest op alle vlees, zoals God die voor deze laatste dagen heeft beloofd.
In dit verband legt de profetie van Joël speciale nadruk op de leiders van Gods volk. Joël 1:14 noemt met name ‘de oudsten’, en Joël 2:17 specificeert ‘de priesters, de dienaren van de Heere’. Op de geestelijke leiders van Gods volk wordt dus een beroep gedaan om een openlijk voorbeeld te stellen in dit vasten.
Heer, dank U wel dat zowel individueel als ‘gezamenlijk’ vasten zo duidelijk in Uw Woord beschreven staat en wordt aangemoedigd. Wilt U mij de kracht geven om dit belangrijke instrument en wapen voor geestelijke strijd aan te wenden in gebed voor mijn gezin, familie en vrienden. Amen.