De Griekse grondtekst van het volgende vers heb ik heel nauwkeurig onderzocht, want ik wil zeker weten dat ik het niet foutief interpreteer en presenteer. (Eigenlijk is het zo dat de meeste Westerse vertalingen dit vers bijna juist eerder afzwakken dan dat ze het overdrijven...) ...opdat gij daardoor (door de beloften) deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst. (2 Petrus 1:4) Wat betekent dat, de 'goddelijke natuur'? Het betekent de ware aard van God. Door Gods beloften te geloven en eraan te gehoorzamen, kunnen we Gods eigen aard in ons wezen ontvangen. En als gevolg daarvan zullen we in dezelfde mate waarin we Gods aard ontvangen, ontkomen aan het verderf dat door lust (de begeerte naar het kwaad, waar onze oude, vleselijke natuur gevoelig voor is en een hang naar heeft, red.) in deze wereld heerst. Gods natuur en bederf (vergankelijkheid, red.) zijn onverenigbaar en sluiten elkaar uit. Herinner je je het verhaal van Jakob en zijn broer Ezau? Toen Jakob op de vlucht sloeg voor Ezau, had hij niets anders in zijn hand dan een staf, en hij had niets anders om zijn hoofd op te leggen dan een steen. En toen hij daar in de open woestijn lag te slapen, kreeg hij een droom van de hemel. (Ik herinner me een prediker die eens zei: ,,Als ik een droom zou kunnen krijgen van de hemel, dan zou ik ook wel met mijn hoofd op een steen willen slapen!'' In die droom zag Jakob een ladder, waarvan de basis op de grond stond, maar de andere kant ervan reikte tot in de hemel; en de engelen van God gingen op en neer van boven naar beneden. In zekere zin zijn Gods beloften als die ladder. Elke sport van de ladder is als een trede; als je je voet op een trede zet - dus dat je als het ware bezit neemt van een belofte - kom je weer een trede hoger. Belofte voor belofte krijg je zo steeds meer deel aan de natuur van God. Als dat niet opwindend is, dan weet ik niet meer wat het wel is... 5. IJver versus luiheid Zoals ik eerder in deze studie al opmerkte, schetst de Bijbel ons een stap-voor-stap proces dat we kunnen bewandelen, in gehoorzaamheid aan Gods opdracht te groeien naar volmaaktheid. Een van de fundamentele onderdelen die we tijdens onze hele groei naar volmaaktheid nodig zullen hebben, staat genoemd in vers 5 van ons basiscitaat uit 2 Petrus 1:5-8. Het hele Bijbelgedeelte zullen we citeren bij de start van ons volgende hoofdstuk, maar hier is de grondgedachte van het hele stuk: Schraagt om deze reden met betoon van alle ijver... Het woordje ijver hier is heel belangrijk en het komt in dit hoofdstuk verschillende keren voor. Soms, om een woord echt diepgaand te begrijpen, helpt het erg om te kijken naar het tegenovergestelde ervan. In dit geval zou het dan dus gaan om 'luiheid'. Je kunt de Bijbel van voor naar achter doorspitten, maar je zult nergens ook maar één positief woord vinden over luiheid. De meeste christenen zullen het direct met me eens zijn dat bijvoorbeeld 'dronkenschap'een zonde is... Toch drukt de Bijbel zich nog veel scherper en steviger uit in haar veroordeling van luiheid, dan van de zonde van dronkenschap. Misschien ben je het niet met me eens, maar ik denk dat er heel wat kerken en gemeenten zijn die niet snel een dronkaard zouden tolereren, maar een hele rij luie mensen zouden ze hartelijk verwelkomen. Mijn punt is dat ijver een fundamentele karaktereigenschap is voor het bouwproces dat we op het punt staan te gaan starten. |