Shop Doneer

Deel zijn van het lichaam van Christus

Leestijd: 4 min.
Weekthema:
Een levend offer

Gisteren leerden we vanuit Romeinen 12:3 dat de mate van geloof die God ons geeft, past bij Zijn wil voor ons. In vers 4 en 5 gaan we verder met de volgende stap, nadat we onze mate van geloof hebben erkend:
Want zoals wij in één lichaam vele leden hebben en de leden niet alle dezelfde functie hebben, zo zijn wij, hoewel velen, één lichaam in Christus, maar ieder afzonderlijk leden van elkaar.
Je volgende ontdekking is dat je een onderdeel bent van het Lichaam van Christus. Jij hebt een bepaalde plaats en een specifieke functie. Het is essentieel om jouw plaats in het Lichaam te ontdekken. Er is namelijk maar één plek waar je echt goed kunt functioneren, en dat is de plaats waar God je bedoeld heeft. Als God jou gemaakt heeft als een 'hand', dan zul je je beroerd voelen als je probeert de rol te vervullen van een 'voet'. Als God jou bedoeld heeft als een oog, dan zul je nooit goed kunnen functioneren als een oor (zie 1 Korinthiërs 12:14-27). Je moet jouw plaats in het Lichaam zien te vinden. Als je ontdekt welk lichaamsdeel jij bent, dan zul je moeiteloos kunnen functioneren - ontspannen, vrij, in geen enkele situatie verlegen.
Mijn hand heeft er helemaal geen moeite mee om een hand te zijn. Hij vindt het zelfs leuk! Hij kan alles wat een hand moet doen. Maar als je mijn hand opdraagt te gaan functioneren als een voet en zegt: 'Trek nu een schoen aan en ga lopen', dan komen er onafzienbare problemen! Ongelukkig genoeg zijn er in het Lichaam van Christus vandaag heel wat handen aan het proberen een voet te zijn. En heel wat ogen die proberen te luisteren als een oor... De reden hiervoor is dat mensen niet de stappen hebben gevolgd die Gods Woord beschrijft om hun plaats in het Lichaam te ontdekken.
De laatste waarheid die we vanuit Romeinen 12 zullen bekijken is daarom: En nu hebben wij genadegaven, onderscheiden naar de genade die ons is gegeven...
Op dit punt komen de gaven in het spel. Niet aan het begin, maar aan het eind van de opsomming. Als jij je plaats gevonden hebt, als je bezig bent met je opdracht, als je jouw door God bedoelde functie vervult, weet je wat je dan ontdekt? Dan zul je ontdekken dat je precies de gaven hebt die je nodig hebt!
Bid alsjeblieft niet vanuit je eigen voorkeur en wensen: 'Heer, geef mij de gave van profetie', of: 'Ik wil graag de gave van genezing'. Op die manier moet je niet bidden. Bid liever als volgt: 'Heer, laat me zien wat mijn plaats in het Lichaam van Christus is. Toon mij wat U wilt dat ik doe!'
Eerlijk gezegd denk ik dat je niet eens om gaven meer hoeft te bidden als je je plaats vindt en begint te functioneren in je opdracht. Tot je eigen verrassing zul je ontdekken dat de gaven gewoon beginnen te functioneren.
Toen ik op een gegeven moment terechtkwam in de bevrijdingsbediening, begonnen er bij mij twee geestelijke gaven als vanzelf te functioneren in mijn leven, zonder enige planning of actieve pogingen van mijn kant. De ene gave was de onderscheiding van geesten en de andere was het woord van kennis (zie 1 Korinthiërs 12:7-10). Ik herinner me uit die eerste tijd een poging tot bevrijding, bij een vrouw uit Denver. Er waren in de ruimte verschillende mensen aan het bidden en ik zat naast haar op een bank. Ze keek me hulpeloos aan en ik voelde me erg bewogen met haar. Tot mijn eigen verrassing hoorde ik mezelf zeggen: 'Je hebt bevrijding nodig van...' En vervolgens somde ik ongeveer vijftien soorten geesten op, terwijl ik bij mezelf dacht: waar kwam dat vandaan? Hoe wist ik dat? Maar bijna tegelijkertijd realiseerde ik me: dat moet een woord van kennis zijn geweest, of onderscheiding van geesten. Ik hoefde niet eerst vijf dagen te zwoegen in gebed en vasten en God vragen: 'Heer, geef me het woord van kennis...' Nee, ik was aangeland op het punt waar ik een woord van kennis nodig had om de wil van God te doen. En God zag erop toe dat ik het woord van kennis ontving dat in dit geval nodig was om de vrouw vrij te zetten. Dat is de juiste volgorde. Wij bewegen in geloof, en God geeft ons de gave die nodig is.

Vader, dank U wel dat U alles wat ik nodig heb al in mij hebt gelegd. Wilt U mij leren de plaats in te nemen in Uw Lichaam en te functioneren zoals U dat wilt? Ik vertrouw U, dat U mij de gaven die ik daarvoor nodig heb geeft. Wilt U mij leren om niet op de gaven gericht te zijn, maar op het doen van Uw wil, het innemen van de plaats die U voor mij bedoeld heeft. Amen.