Gisteren leerden we over afwijzing of acceptatie van Gods boodschappers en keken naar Jezus' uitspraak: Wie u ontvangt, ontvangt Mij; en wie Mij ontvangt, ontvangt Hem die mij gezonden heeft (Matteüs 10:40). Jezus sloot zijn onderwijs over acceptatie of afwijzing af met een bijzondere toevoeging: Wie een profeet ontvangt omdat hij een profeet is, zal het loon van een profeet ontvangen; en wie een rechtvaardige ontvangt omdat hij een rechtvaardige is, zal het loon van een rechtvaardige ontvangen(Matteüs 10:41). Wat bedoelde Hij hiermee? We weten uit de Bijbel dat veel van Gods profeten nogal zonderlinge mensen waren. Een man als Jesaja bijvoorbeeld, was van goede afkomst en stond hoog in aanzien, maar zijn boodschap werd niet altijd gewaardeerd. Dat laatste geldt nog meer voor sommige andere profeten die God uitkoos, mannen als Jeremia, Elia, Amos en Hosea. Ze droegen vreemde kleren, deden vreemde dingen, doken op onverwachte momenten op en deden zeer onwelkome uitspraken. En soms verdwenen ze daarna gewoon weer van het toneel. Jeremia moest bijvoorbeeld een bepaalde tijd in zijn onderkleed rondlopen en Hosea moest trouwen met een prostituee. Konden dat werkelijk boodschappers zijn van een heilige God? Jezus zegt echter dat het loont om de profeet te herkennen achter die onconventionele en zelfs onacceptabele buitenkant. De reden? Als je de profeet herkent en hem ontvangt, dan ontvang je dezelfde beloning als de profeet. Als je een rechtvaardig man herkent en hem ontvangt, dan ontvang je dezelfde beloning als die rechtvaardige man. God komt tot ons in de gedaante van Zijn boodschappers. Hij identificeert zichzelf met degene die Hij zendt om Hem te vertegenwoordigen. De manier waarop we hen aanvaarden of afwijzen, telt als de manier waarop we God zelf ontvangen of afwijzen. Onthoud dat het een ergere zonde is om de boodschappers van Jezus af te wijzen, dan te zondigen op de manier van Sodom en Gomorra. |