Shop Doneer

Dorst

Leestijd: 1 min.
Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen,
zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God!
Mijn ziel dorst naar God,
naar de levende God.
Wanneer zal ik binnengaan
om voor Gods aangezicht te verschijnen?
(Psalm 42: 2-3)
Ieder van ons weet wel uit eigen ervaring wat dorst is. Het woord 'dorst' roept bij mij levendige herinneringen op aan de drie jaar die ik in de Tweede Wereldoorlog met het Britse leger doorbracht in de dorre, stoffige woestijnen van Noord Afrika. Soms gebeurde het dat onze watervoorraad was uitgeput. Ik weet nog dat mijn hele wezen dan werd beheerst door één enkel onuitgesproken verlangen: Water!
Het was een schreeuw om water, en niets anders dan water kon die schreeuw in mij tot bedaren brengen.
De psalmist spreekt hier over een andersoortige dorst, niet van het lichaam, maar van de ziel. Ook deze ervaring ligt me nog vers in het geheugen. Ik herinner me mijn jarenlange zoektocht naar een bevrediging die ongrijpbaar voor me bleef. Ik probeerde die bevrediging te vinden in alle mogelijke vormen: lichamelijk, esthetisch, intellectueel, in muziek, drama, filosofie, reizen en zelfs in zinnelijke uitspattingen. Maar hoe dieper en verder ik zocht, hoe groter mijn innerlijke leegte en frustratie werden.
Uiteindelijk vond ik het antwoord; hetzelfde antwoord dat de dichter drieduizend jaar eerder ook had gevonden:
Wanneer zal ik binnengaan om voor Gods aangezicht te verschijnen? Er is een dorst in de mensenziel, een diep, innerlijk verlangen van het diepste wezen van de mens, dat door niets en niemand anders dan God alleen bevredigd kan worden.
(Een christelijke filosoof verwoordde deze gedachte ooit als volgt:
Every human has a God-shaped hole in his soul, that only God can fill - 'Elk mens heeft een naar God gevormde leemte in zijn ziel, die alleen Hij vullen kan'... red.)
Misschien heb jij ook allerlei bronnen aangeboord zonder ooit verzadigd te worden. Als dat zo is, moet je twee dingen goed begrijpen. In de eerste plaats zal niets en niemand behalve God zelf ooit in staat zijn je te verzadigen. In de tweede plaats wacht God op een ontmoeting met jou.

Mijn antwoord in geloof:
Vader, wat is het heerlijk dat U mijn dorst naar gemeenschap wilt lessen, of zoals de Uw Zoon het zei: dat ik mag drinken van Uw levende water, om nooit meer dorst te hebben! Heer, breng mij naar die plaats waar ik U kan ontmoeten, waar ik de dorst van mijn ziel kan lessen. Amen.