Shop Doneer

Eeuwigheid: het gebied van Gods wezen

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 267


God dan verkondigt, met voorbijzien van de tijden van de onwetendheid, nu overal aan alle mensen dat zij zich moeten bekeren, en wel omdat Hij een dag vastgesteld heeft, waarop Hij de wereld rechtvaardig zal oordelen door een Man Die Hij daartoe aangesteld heeft. Daarvan heeft Hij aan allen het bewijs geleverd door Hem uit de doden te doen opstaan.
Handelingen 17:30-31

Eeuwigheid: het gebied van Gods wezen

De afgelopen drie weken bestudeerden we het vierde grondbeginsel uit Hebreeën 6:1-2, ‘oplegging van handen’.
We moeten nu dus nog de laatste twee grondbeginselen in deze serie gaan onderzoeken: ‘Opstanding van de doden’ en ‘Een eeuwig oordeel’. Dit brengt ons op een volkomen nieuw terrein. Tot nu toe stonden alle onderzochte leerstellingen in direct verband met onze huidige wereld en deze tijd. Nu worden we door de openbaring van Gods Woord echter uit deze huidige wereld en tijd weggenomen en meegenomen naar het terrein van de eeuwigheid. Het toneel waarop de opstanding van de doden en het eeuwig oordeel zich afspelen, behoort niet tot het domein van de tijd, maar tot de eeuwigheid.
Veel mensen hebben de neiging om aan eeuwigheid te denken als niet anders een immens lange tijdsperiode, die ons menselijk denken niet kan begrijpen. Maar dat is niet juist. Eeuwigheid is niet alleen maar het eindeloos voortduren van de tijd, het is de afwezigheid van tijd.
De eeuwigheid verschilt fundamenteel, als het ware ‘van nature’, van de tijd.
De eeuwigheid is in alle opzichten een ander gebied, een andere manier van zijn. Eeuwigheid is Gods eigen manier van zijn, het domein waarin God zelf woont. In Genesis 21:33 en Jesaja 40:28 wordt God genoemd ‘de Eeuwige God’.
In Psalm 90:2 spreekt Mozes tot God en zegt: Al vóór de bergen geboren waren en U de aarde en de wereld voortgebracht had, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God.
In Jesaja 57:15 definieert God zelf Zijn eigen eeuwige natuur en woonplaats: Want zo zegt de Hoge en ​Verhevene, Die in de eeuwigheid woont en Wiens Naam ​heilig​ is: Ik woon in de hoge hemel en in het ​heilige...
Deze tekst openbaart dat eeuwigheid een aspect is van Gods eigen natuur, het gebied waarin Gods ‘wezen’ Zijn ‘woonplaats’ heeft.
Vader God, deze overdenking doordringt mij ervan dat U inderdaad wezenlijk en fundamenteel anders bent dan alles wat wij hier op aarde kennen…Dank U wel Heer, dat U – die hoog en verheven bent – desondanks toch aan ons denkt. Sterker nog, U houdt van ons en bent liefdevol zij ons betrokken. Dank U wel! Amen.