Paulus vervolgt zijn aansporing door de beeldspraak over atletiek op zichzelf toe te passen in vers 1 Korinthe 9:26: ...en ik vecht zó met de vuist dat ik niet maar wat in de lucht sla. Het beeld dat Paulus beschrijft, is dat van een bokser die woest en lukraak om zich heen slaat in de lucht, zonder te weten wat hij precies wil raken. Velen van ons lijken daarop in ons gebedsleven. We weten dat we tegen iets strijden, maar we weten niet precies wat het is. Door de jaren heen heb ik geleerd dat onze gebeden alleen volledig effectief worden, als we weten waarmee we te maken hebben. Daarom hebben we de gaven van de Heilige Geest nodig in ons leven. Gaven zoals het woord van wijsheid, het woord van kennis, en onderscheiding van geesten, zullen ons in staat stellen te weten wat er werkelijk tegenover ons staat. Toen ik begin jaren '50 voorganger was in de Londense wijk Bayswater, bestond het grootste gedeelte van onze gemeente uit mensen die gered waren tijdens openluchtsamenkomsten. Dat waren niet de meest voorname mensen. We hadden veel mensen met strijd, die gekweld werden door boze geesten, maar ik had geen idee hoe je met demonen af moest rekenen. Soms volgden we de oude methode van hard en langdurig schreeuwen, in de hoop dat er misschien iets zou gebeuren, maar weet je, boze geesten zijn niet doof! Het is niet nodig tegen hen te schreeuwen, maar het is wel belangrijk dat je weet waar je mee te maken hebt. Ik herinner me een bijzondere situatie waarin we succes boekten - niet omdat wij zo knap of slim waren, maar door de genade van God. Mijn eerste vrouw Lydia en ik hadden twee Russische Jodinnen geholpen om vanuit de Sovjet Unie via Israël naar Brittannië te komen. Ze waren christen geworden door een geweldige persoonlijke ontmoeting met Jezus, in de nacht waarin ze zelfmoord zouden plegen. (Het verhaal is te lang om hier te vertellen) In elk geval ontmoetten we elkaar regelmatig en we baden samen bij ons thuis. Op een middag toen we weer bij elkaar waren, zeiden ze tegen ons: "Wij zijn Baptisten, maar in Rusland zijn de Baptisten veel luidruchtiger dan de Pinkstermensen in dit land". Als ze aan het bidden waren trokken ze zich niets aan van wat de buren zouden denken - ze begonnen gewoon. We zaten midden in één van deze gebedstijden toen er aangebeld werd bij de benedeningang. Ik liep de trap af om open te doen en daar stond één van mijn vrouwelijke gemeenteleden, met haar man op sleeptouw. Ze zei: "Dit is mijn man. Hij komt net uit de gevangenis en hij heeft een boze geest". (Eerlijk gezegd wist ik niet eens dat ze een man had!) Wat ze zei, was nou niet bepaald goed nieuws voor mij, want ik dacht: wat moet ik met deze man aan? Maar ik liet hen boven komen en gingen verder met bidden, want ik wist wat we anders zouden moeten doen. Nadat de Russische vrouwen ongeveer twintig minuten nogal luid hadden gebeden, kwam de man ietwat schuchter naar me toe en zei: "Ik ga weg. Er is teveel lawaai!" God gaf me een prachtig antwoord. Alle eer daarvoor is aan Hem!.. Ik zei: "Luister, de duivel houdt niet van het lawaai omdat wij Jezus grootmaken. Je hebt nu twee mogelijkheden. Óf je gaat nu weg, maar de duivel gaat dan met je mee. Óf je blijft; dan gaat de duivel weg zonder jou weg". Toen gingen we door met bidden. Ongeveer tien minuten later kwam hij naar me toe en zei: "Hij is net weggegaan! Ik voelde dat hij wegging door mijn keel". In andere situaties hebben we echter vele uren verspild met 'in de lucht slaan', omdat we niet wisten waartegen we streden, of hoe we moesten strijden. Nu en dan boekten we succes, maar onze successen waren lang zo talrijk niet als onze missers. Paulus zegt dat als we strijden, we moeten weten waartegen. Wees specifiek, identificeer de vijand en weet hoe je met hem moet afrekenen. |