Onze relatie met God heeft twee kanten. Over beide is de Bijbel even helder en nadrukkelijk. Aan de positieve kant heeft God Zijn overvloedige genade voor ons beschikbaar op basis van ons geloof. Aan de negatieve kant verwerpt God iedere andere basis waarop we proberen Hem te benaderen. Nergens staat dat nadrukkelijker vermeld dan in Hebreeën 11: 6:
"Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem (ernstig) zoeken."
Als iemand zou vragen wat we moeten doen om God te behagen, dan zouden de meesten van ons waarschijnlijk niet het antwoord geven dat de Bijbel hier geeft. Vaak proberen christenen God welgevallig te zijn op een andere manier dan gewoon door simpel te geloven. Ze proberen het door goede moraal, goede werken, keurig naar de kerk gaan, liefdadigheid, gebeden of door andere godsdienstige bezigheden. Maar zonder geloof zijn al deze dingen voor God niet aanvaardbaar. Ongeacht wat we doen, ongeacht onze goede motieven, ongeacht hoe oprecht of ijverig we ook mogen zijn, er is geen vervanging voor geloof. Zonder geloof kunnen we God niet behagen. Dat is onmogelijk!
Daarom staan we nu oog in oog met Gods enige, onveranderlijke voorwaarde: Wie tot God komt, moet geloven... En dan zijn er twee dingen die we moeten geloven. Allereerst moeten we geloven dat God bestaat. De meeste mensen geloven dat, maar dat is op zichzelf niet voldoende. We moeten ook geloven dat Hij een beloner is voor wie Hem zoeken. Dat gaat verder dan alleen maar geloven dat er een God is. We moeten geloven in de goedheid van God Zijn trouw en Zijn betrouwbaarheid. Geloof in de goedheid van Zijn wezen brengt ons in een directe persoonlijke relatie met Hem.
Alleen geloven in een leer of theologie is niet het einddoel. Gods doel is die intieme relatie van ons met Hemzelf. Alles wat we doen zal dan vanuit die relatie gemotiveerd, geleid en ondersteund worden. Die relatie wordt zowel de bron als de vervulling van ons leven. Zo bekeken, wijst Habakuks profetie "De rechtvaardige zal door zijn geloof leven" dus niet vooruit naar een geloofsbelijdenis of een theologie, maar naar een intieme, voortdurende, allesomvattende relatie met God Zelf.
Over dit soort relatie heeft David het in Psalm 23:1: "De HEERE is mijn Herder, mij ontbreekt niets." David gaf hier geen theologische uitleg, hij beschrijft een relatie. Op basis van deze relatie met de Heer als zijn Herder, verklaart hij: Mij ontbreekt niets. Wat een heerlijke uitspraak van totale persoonlijke zekerheid en veiligheid! In iedere behoefte, iedere situatie, is voorzien.
David had er nog meer woorden aan toe kunnen voegen. Hij had kunnen zeggen: Het zal mij niet ontbreken aan geld, of voedsel, of vrienden, of gezondheid.... Maar daarmee zou hij zijn uitspraak verzwakt hebben. ,,Mij ontbreekt niets'', staat het best op zichzelf. Het laat geen ruimte over voor enig tekort of gebrek.
Ik ben er van onder de indruk hoe de Bijbel de diepste waarheden in de meest eenvoudige taal weet weer te geven. Deze paar woorden beschrijven een relatie die zo diep en sterk is, dat iedere behoefte, die ooit kan ontstaan, er onder valt in leven en in dood, in tijd en eeuwigheid. |
Vader God, ik geloof dat U bestaat en ik geloof ook dat U goed bent, trouw en betrouwbaar. Ik wil groeien in die persoonlijke relatie met U. Die relatie is mijn bron en vervulling. Iedere behoefte die ik heb en ooit zal hebben is voorzien door mijn relatie met U. | |