De tiende 'laten wij'- uitspraak in het boek Hebreeën staat aan het einde van hoofdstuk 12: Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar Koninkrijk ontvangen, aan de genade vasthouden en daardoor God dienen op een Hem welgevallige wijze, met ontzag en godsvrucht. (vers 28,29) In deze tekst lezen we aan de genade vasthouden, maar andere vertalingen zeggen hier: laten we dankbaar zijn. Het is belangrijk om het verband te zien tussen genade en dankbaarheid. Dankbaarheid en genade komen uit hetzelfde Griekse woord: 'charis'. De zinsnede 'genade hebben' wordt in modern Grieks nog steeds gebruikt om dankbaarheid te uiten. Dit verband vinden we ook terug in diverse andere talen. In het Frans zegt men 'Grace à Dieu' om te zeggen: dank God. In het Italiaans is 'grazie' (grace - genade) het woord voor 'Dankjewel', en in het Spaans zegt men 'gracias'. Als de Engelsen willen danken voor het eten, dan zeggen ze: "Let's say grace". Er ligt dus een hele directe en onlosmakelijke verbinding tussen dankbaarheid en genade. In het licht hiervan wil ik je zeggen dat je nooit Gods genade kunt ontvangen zonder een leefstijl en hartshouding van dankbaarheid. Genade en dankbaarheid gaan altijd samen. Er is niets ongenadiger dan een ondankbaar persoon, terwijl een dankbaar iemand altijd de genade van God ervaart en zal uiten naar anderen. God verwacht twee zaken van ons als zijn volk. Ten eerste, dat wij waarderen wat Hij voor ons doet. Ten tweede, dat wij die waardering uiten. Het is dus belangrijk te begrijpen dat we onze dankbaarheid naar God voortdurend moeten uiten. |