Een van de eerste dingen die we ons moeten realiseren, dat God niet naar ons kijkt zoals wij naar elkaar kijken. Hij kijkt naar binnen in ons diepste innerlijk, Hij peilt de diepte van ons hart. Een vers in 1 Samuël beschrijft dit heel mooi. De profeet Samuël was naar het huis van Isaï gestuurd om één van zijn zonen te zalven om de volgende koning van Israël te worden. Isaï liet zijn oudste zoon Eliab komen en Samuel was onder de indruk. Maar God zei: Kijk niet naar zijn uiterlijk en ook niet naar de hoogte van zijn gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan (1 Samuel 16:7). Vervolgens bracht Isaï zijn zeven stevige, knappe en indrukwekkende zonen één voor één bij Samuel en vroeg: ''Wie van hen wordt de koning?'' Samuel was onder de indruk van elk van hen, maar iedere keer dat hij onder de indruk kwam van hun uiterlijke verschijning, zei God opnieuw: ''Dit is hem niet.'' Toen Samuël alle zonen had gezien, maar nog steeds geen koning had, vroeg hij: ''Is er niemand anders meer?'' Met tegenzin zei Isaï: ''Er is er nog één, de jongste, maar hij is in de velden om voor de schapen te zorgen.'' Deze achtste zoon, David - degene die ze hadden genegeerd - bleek de toekomstige koning van Israël te zijn. Toen deze binnenkwam, zei de Heer: ''Dit is hem. Zalf hem.'' Het is namelijk niet wat de mens ziet, want de mens ziet aan wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan. (1 Samuel 16:7) God kijkt dus niet naar uiterlijke verschijning. Hij kijkt naar ons hart. Evenzo wil God niet dat we naar Zijn uiterlijke verschijning kijken, naar Zijn uiterlijke kenmerken. God wil dat we Hem ontvangen om wie Hij zelf is, zonder te letten op Zijn enorme kracht, Zijn rijkdom of wijsheid. In Zijn enorme bescheidenheid en volmaakte zuiverheid wil God niet gewild zijn om wat we van Hem kunnen krijgen; Hij wil gewild zijn om Hemzelf. Hij is uit op echte relatie. Hij geeft in ons leven vroeg of laat allerlei situaties en omstandigheden, waarin deze motivatie getest wordt: zoeken we God en geloven we in Hem om wie Hij is, of om wat we van Hem kunnen ontvangen? |