Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven,
van wie de zonde bedekt is.
Welzalig de mens wie de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent,
en in wiens geest geen bedrog is.
(Psalm 32: 1 - 2)
In het oorspronkelijke Hebreeuws staat het eerste woord van deze twee verzen, 'welzalig', in het meervoud. Je zou het dus mogen vertalen met: 'O, de welzaligheden van de mens (...)'. Toch zijn al deze 'welzaligheden' voor ieder persoonlijk beschikbaar, niemand uitgezonderd.
Besef je waarom dat zo is, waarom ze voor iedereen beschikbaar zijn en waarom niemand is uitgezonderd? Omdat er onder ons niemand is die niet gezondigd heeft... We zien hier een goddelijke paradox: Juist het feit dat wij allemaal gezondigd hebben (maar in Jezus aanspraak mogen maken op Gods genade) geeft ons toegang tot al deze 'welzaligheden'.
David zegt hier dat God drie dingen voor ons zal doen. In de eerste plaats zal Hij onze overtreding(-en) vergeven - Hij zal ons van alle schuld verlossen.
In de tweede plaats zal Hij onze zonde bedekken; Hij zal iedere zonde die wij ooit hebben begaan, uit Zijn strafregister wissen.
In de derde plaats zal Hij ons onze ongerechtigheid niet toerekenen; iedere schuld die wij door onze zonde op ons hebben geladen, zal worden weggenomen.
Door deze drie bewegingen van Gods genade zullen we vrij zijn om met een volledig schone lei te beginnen, alsof we nooit enige zonde hebben begaan. God verbindt hier slechts één, heel belangrijke, voorwaarde aan. Die staat beschreven in de laatste zin: in wiens geest geen bedrog is. God eist oprechtheid, totale eerlijkheid, een transparant leven in alle openheid.
Laten we het niet wagen een religieus spelletje te spelen, ons achter een masker te verbergen, of ons beter voor te doen dan we zijn. Ook moeten we niet komen met allerlei uitvluchten en excuses. Simpel en oprecht erkennen we dat wij gezondigd hebben en Gods oordeel verdienen. In plaats daarvan keren we ons af van onze zonden, belijden ze... en God vergeeft!
Laten we ons toch die gewoonte eigen maken, helemaal eerlijk te zijn tegenover God!