Vanwege de vakantieperiode zijn we telefonisch beperkt bereikbaar en kan het verwerken van jouw bestelling wat langer duren. Bedankt voor je begrip!
Gods doel voor Zijn Kerk
Leestijd: 2 min.
Als God iets belooft, dan is een passende houding van onze kant dat we actief reageren met bidden en vasten: ‘Heer, doe het’!
In Handelingen 2:17 lezen we een soevereine verklaring van wat God in de laatste dagen voor zijn volk zal doen, een citaat uit Joël 2:28:
En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen.
Gods doel op dit moment is het herstel van Zijn volk door de uitgestorte Geest. God zij dank zei Hij niet: ‘Ik zal Mijn Geest uitstorten als de kerken één zijn…’ of: ‘…als de kerkleiders het toestaan…’ Want dan zou het nooit gebeuren. God zegt: ‘Ik zal Mijn Geest uitstorten op ieder deel van de Kerk. Er zal een geweldige bovennatuurlijke manifestatie zijn.’ Al tientallen jaren zien we dit over de hele wereld gebeuren. Niet omdat er van die geweldige sprekers zijn, maar vanwege Gods trouw aan Zijn Woord dat Hij Zijn Geest zal uitstorten op alle vlees.
Wat is vervolgens onze reactie op deze geweldige beweging van God? Ook die vinden we bij Joël.
De Heer zegt: Kondig een vastentijd af, roep een bijzondere samenkomst bijeen, verzamel de oudsten en alle inwoners van het land in het huis van de HEERE, uw God, en roep tot de HEERE. (Joël 1:14, zie ook Joël 2:15-17)
In deze oproep tot vasten uit het Woord van God, hebben de leiders de plicht om initiatief te nemen door voorop te gaan in gebed en vasten.
Joël 2:28 spreekt over de belofte van herstel: Daarna zal het geschieden dat Ik Mijn Geest zal uitstorten op alle vlees. Waar Joël zegt: ‘Daarna…’, zegt Petrus: ‘In de laatste dagen…’ Op de Pinksterdag gaf de Heilige Geest Zelf hem die toevoeging. Maar de term ‘de laatste dagen’ van Petrus, schuift Joëls frase ‘Daarna…’ niet aan de kant. Steeds als je in de Bijbel het woord ‘daarna’ tegenkomt, moet je je afvragen: ‘waarna’? Het antwoord is: nadat we hebben gedaan wat God ons opdraagt.
Wat droeg God ons op? Een plechtige samenkomst bijeenroepen en ons tot Hem keren met ons hele hart - met vasten, wenen en rouwen. God zegt dat Hij daarna Zijn Geest zal uitstorten op alle vlees. Dus wat moeten we doen, met het oog op wat we tot nu toe hebben gezien van de uitstorting van Gods Geest? Laten we onszelf identificeren met wat Hij aan het doen is, zodat Zijn doelen volledig tot vervulling mogen komen, en gehoor geven aan Gods oproep tot gebed en vasten!
Gebed van de dag
Och Heere, wat verlangt ons gortdroge land immens naar de regen van Uw Geest, zodat we niet langer dorstig hoeven te zijn maar overvloedig kunnen drinken van Uw Geest die ons wil overstromen met blijdschap om ons heil en Uw voorziening in alles wat wij nodig hebben. Amen.
