Shop Doneer

Gods Geest de kracht voor leven voor de gerechtigheid

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 133

Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.

(Romeinen 6:4)
Gods Geest de kracht voor leven voor de gerechtigheid
Het resultaat van de doop is afhankelijk van het persoonlijk geloof van degene die gedoopt wordt. Het is door het geloof van de werking van God, die Hem uit de doden heeft opgewekt (Kol. 2:12), of eenvoudiger gezegd: door geloof in wat God doet... Zonder dit geloof is het ritueel van de doop zonder waarde.
De gelovige die opgestaan is uit het watergraf van de doop om in nieuwheid van leven te gaan wandelen, doet dit niet in zijn eigen kracht, maar in de kracht van de majesteit van God, dezelfde kracht die Jezus heeft opgewekt uit het graf. Paulus onthult dat de kracht die Jezus heeft opgewekt uit het graf, de kracht van de Geest van heiliging was, dat is Gods eigen Heilige Geest (zie Romeinen 1:4). De gelovige die zo óndergaat in het water van de doop, verplicht zich tot een nieuw leven voor God en voor de gerechtigheid, dat geleefd moet worden in volledige afhankelijkheid van de kracht van de Heilige Geest.
Dit stemt overeen met Romeinen 8:10: Als Christus echter in u is, dan is het lichaam wel dood vanwege de zonde, maar de geest is leven vanwege de gerechtigheid. Alleen Gods Geest kan de gedoopte gelovige de kracht geven die hij nodig heeft voor dit nieuwe leven van gerechtigheid.
Het is een bekend gegeven dat kinderen zich gemiddeld veertig procent herinneren van wat zij horen, zestig procent van wat zij horen en zien, en tachtig procent van wat zij horen, zien en doen. Toen God de christelijke doop gaf aan de Gemeente, heeft Hij dit psychologische principe verbonden aan het onderwijs in dat voornaamste doel van Christus’ verzoeningswerk - opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven.
Volgens het Nieuwtestamentische patroon laten nieuwe gelovigen door een handeling – de doop – zien dat zij zich door het geloof met Christus vereenzelvigen: ten eerste in Zijn dood en begrafenis voor de zonde; ten tweede in Zijn opstanding tot nieuwheid van leven. Zo blijft de doop voortdurend een middel om de Gemeente het centrale doel van Christus’ verzoeningswerk voor te houden.
Ter afsluiting van deze weken over de waterdoop wil ik nog opmerken dat de doop deze toestand van dood voor de zonde niet bewerkt, maar er de uiterlijke bezegeling van is dat de gelovige reeds door geloof aan deze ervaring deel heeft gekregen. In de gelezen verzen uit Romeinen 6 zegt Paulus duidelijk dat we eerst aan de zonde gestorven zijn, en daarna dat wij in Zijn dood gedoopt zijn. De doop is er de bezegeling en de verzekering van dat deze innerlijke gesteldheid reeds, door het geloof, in het hart aanwezig is van degene die gedoopt wordt.

Dank U Heer Jezus, dat ik mij door de doop – mijn neergang in het watergraf – heb mogen vereenzelvigen met Uw dood, maar vervolgens ook met Uw opstanding tot het volle leven voor Uw gerechtigheid. Dank U dat Uw Geest mij daar voortdurend de kracht voor geeft. Amen.