Shop Doneer

Gods genade is soeverein

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 174

Dit alleen wil ik van u leren: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet of uit de prediking van het geloof?
(Galaten 3:2)
Gods genade is soeverein
Gisteren en eergisteren hebben we de volgende zes stappen om de volheid van de Heilige Geest te ontvangen uiteengezet:
1. bekering
2. laten dopen
3. dorst hebben
4. vragen
5. drinken, dat wil zeggen actief ontvangen;
6. overgave, dat houdt in de controle over onze fysieke ledematen prijsgeven en deze losmaken van ons verstandelijk denken.
Natuurlijk komt hieruit de vraag naar voren: Is het echt waar dat iedereen die de gave van de Heilige Geest ontvangt, door al deze zes stappen moet zijn heengegaan, die u zojuist hebt opgenoemd? Het antwoord op deze vraag is: ‘nee’. Gods genade is soeverein. Als Hij dat wil, kan Hij in Zijn genade mensen in nood bereiken op manieren die niet specifiek in Zijn Woord worden genoemd. Gods genade wordt niet persé beperkt door de voorwaarden die Hij zelf stelt. Maar aan de andere kant zal Gods trouw nooit de zegen die Hij beloofd heeft, weerhouden waar volkomen aan deze voorwaarden wordt voldaan.
Het lijkt erop dat er van de zojuist opgesomde stappen een paar zijn die soms door mensen achterwege worden gelaten die desondanks de gave van de Heilige Geest ontvangen. Vooral wordt de gave van de Heilige Geest soms geschonken aan mensen die niet gedoopt zijn en die nooit God specifiek om deze gave hebben gevraagd. Ik weet dat dit zo is, omdat het mij zelf is overkomen. Zelf heb ik de gave van de Heilige Geest ontvangen voordat ik gedoopt was, en zonder er echt om te hebben gevraagd. Op deze twee punten heeft God mij aangeraakt in Zijn vrije en soevereine genade, die verder gaat dan de voorwaarden die in Zijn Woord zijn genoemd. Ik realiseer mij echter, dat ik dit nog meer aan Gods genade te danken heb. Het opent voor mij beslist geen deur voor trots, zorgeloosheid of ongehoorzaamheid.
Het schijnt echter zo te zijn, dat God nooit de gave van de Heilige Geest schenkt waar aan de andere vier in Zijn Woord genoemde voorwaarden niet is voldaan. God schenkt nooit de Heilige Geest waar er niet allereerst bekering is; en dan, daarna een geestelijke dorst, en een bereidheid om zowel te ontvangen als zich over te geven.
Vader, dank U wel dat Uw werk in mijn leven en mijn hart door Uw Heilige Geest voortdurend doorgaat. Ik prijs U dat ik mag drinken van het levende water van Uw Geest om helemaal vol te worden van Uzelf. Dank U wel, Heer! Amen.