Shop Doneer

Grote blijdschap vóór de doop in de Heilige Geest

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 157

En stel uw leden niet ter beschikking van de zonde als wapens van de ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van de gerechtigheid zijn voor God.
(Romeinen 6:13)
Grote blijdschap vóór de doop in de Heilige Geest
Gisteren beschreef ik hoe mensen kunnen verwachten bij het ontvangen van de doop in de Heilige Geest een sterke emotionele reactie te zullen ervaren. Deze verwachting is echter niet gebaseerd op voorbeelden uit het Nieuwe Testament, maar op getuigenissen van mensen die zelf zo’n emotionele ervaring hebben gehad. Het werk van Gods Geest kan zéker emotionele (en zoals we de komende dagen zullen zien ook fysieke) gevolgen hebben. Getuigenissen daarvan zijn oprecht en waar. Maar, gelovigen die de Vader hebben gevraagd om de Heilige Geest en vervolgens hebben gesproken in nieuwe talen, hoeven niet te denken dat ze de Heilige Geest níet hebben ontvangen, enkel en alleen omdat ze geen emoties hebben ervaren en dat daarom hun (onterechte) verwachting niet uitgekomen is.
De tweede reden waarom we een sterke, gevoelsmatige ervaring, zoals bijvoorbeeld blijdschap, niet kunnen accepteren als bewijs voor het ontvangen van de Heilige Geest, is dat er in het Nieuwe Testament gevallen vermeld staan waarin gelovigen een geweldige blijdschap ervoeren, terwijl ze niettemin de Heilige Geest nog niet ontvangen hadden. In Lukas 24:52-53 lezen we bijvoorbeeld over de eerste discipelen in de periode na de hemelvaart van Christus, maar vóór de Pinksterdag:
En zij aanbaden Hem en keerden terug naar Jeruzalem met grote blijdschap. En zij waren voortdurend in de tempel, terwijl ze God loofden en dankten. Amen.
We zien hier dat de discipelen ook al vóór het Pinksterfeest grote blijdschap ervoeren in hun aanbidding van God. Toch weten we dat ze pas op de Pinksterdag gedoopt werden in de Heilige Geest.
In Handelingen 8:8 lezen we de volgende beschrijving van de stad Samaria, nadat de mensen daar het Evangelie van Christus gehoord en geloofd hadden, dat door Filippus gepredikt was: En er ontstond grote blijdschap in die stad. We zien dus dat deze mensen geweldig blij werden toen zij het Evangelie met heel hun hart aannamen. Toch ontdekken we, wanneer we in het hoofdstuk doorlezen, dat deze mensen pas later, door de bediening van Petrus en Johannes, de Heilige Geest ontvingen.
Deze twee voorbeelden, van de eerste discipelen en van de mensen in Samaria, tonen aan dat een geweldige emotionele ervaring (in dit geval blijdschap) geen essentieel deel uitmaakt van de doop in de Heilige Geest. We kunnen het daarom niet aanvaarden als bewijs voor het ontvangen van deze doop.
Hemelse Vader, dank U dat U mij wilt vervullen en overspoelen met de blijdschap van Uw Heilige Geest. Ik wil er graag een gewoonte van maken om die blijdschap elke dag opnieuw aan U te vragen, zodat mijn leven en houding een voortdurend getuigenis is naar anderen. Amen.