Mijn ziel hunkert, ja, bezwijkt zelfs van verlangen naar de voorhoven van de Heer; mijn hart en mijn vlees roepen het uit tot de levende God. Zelfs vindt de mus een huis en de zwaluw haar nest, waarin zij haar jongen legt: bij uw altaren, Heer van de legermachten, mijn Koning en mijn God. Welzalig zijn zij die in Uw huis wonen, zij prijzen U voortdurend. Psalm 84: 3-5 Iedere menselijke ziel verlangt ten diepste naar één ding: een thuis. Een mens zonder thuis is een ongelukkig mens, bijna een verloren mens. De psalmist schreeuwt het uit: Heer, zelfs de mus heeft een huis gevonden en de zwaluw een nest voor zich. Ik heb ook een thuis nodig! De mus en de zwaluw die de psalmist beschrijft, hebben een patroon vastgelegd voor iedere verloren, gedesoriënteerde ziel. De plaats die zij als hun thuis hebben uitgekozen, is dichtbij Gods altaren. Dit is de plaats waar iedere mensenziel uiteindelijk zijn thuis moet vinden. Het altaar is de plaats van ontmoeting met God. Maar vanuit God is het altaar tevens het beeld van boetedoening voor zonde en van verzoening. Voor de mens vertegenwoordigt het altaar dus ook berouw, overgave en toewijding. Hier bevindt zich het thuis van de ziel, de plaats waar onze ziel ware rust en vrede vindt. In de stad Glasgow in Schotland bevindt zich een groot kruispunt dat al lange tijd bekend staat als 'het kruis'. Op een dag trof een dienstdoende agent een jongetje aan dat huilend op de stoeprand zat. 'Ik ben verdwaald', snikte hij, 'Ik kan de weg naar huis niet meer vinden.' 'Ik zal je meenemen naar het bureau', zei de agent en nam het jongetje bij de hand. Ze waren nog maar net bij 'het kruis' aangekomen, of het jongetje riep uit: 'Hier vandaan weet ik de weg weer!' Hij liet de hand van de agent los en holde vol vertrouwen naar huis. Zo is het ook met de menselijke ziel die bij het Kruis aankomt. Hoe groot de verwarring en problemen in je leven ook zijn, bij het kruis aangekomen kun je altijd de weg naar huis weer vinden! |