Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Het bewijs dat de apostelen accepteerden

Leestijd: 3 min.
De Pijlers - dag 140

Ik heb u wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen met de Heilige Geest.
(Markus 1:8)
Het bewijs dat de apostelen accepteerden
Er zijn drie plaatsen in het Nieuwe Testament waar ons wordt verteld wat er gebeurde toen mensen werden gedoopt in de Heilige Geest.
Ten eerste: Handelingen 2:2-4. Dit is een verslag van wat er gebeurde met de eerste discipelen op de Pinksterdag: En zij werden allen vervuld met de Heilige Geest en begonnen met andere tongen te spreken, zoals de Geest het hun gaf uit te spreken. (NBG)
Ten tweede: Handelingen 10:44-46. Dit is een verslag van wat er gebeurde toen Petrus voor het eerst het Evangelie predikte aan Cornelius en zijn huis: Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen die het woord hoorden. En al de gelovigen uit de besnijdenis die met Petrus waren medegekomen, stonden verbaasd, dat de gave van de Heilige Geest ook over de heidenen was uitgestort. Want zij hoorden hen spreken in tongen en God grootmaken. (NBG)
Ten derde: Handelingen 19:6. Dit is een beschrijving van wat er gebeurde met de eerste groep bekeerlingen voor wie Paulus predikte in Efeze: En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden. (NBG)
In alle drie deze gevallen vermeldt de Bijbel duidelijk dat zij die deze ervaring ontvingen met andere tongen spraken, of in tongen spraken. Er worden ook andere bovennatuurlijke verschijnselen of uitingen genoemd, zoals tongen van vuur of profeteren, maar die kwamen niet in alle drie deze gevallen voor.
Petrus en de andere Joden gingen met tegenzin naar het huis van Cornelius. Ze voelden er niets voor, maar ze wisten zich heel beslist door God geleid. In die tijd realiseerden de Joodse christenen zich niet dat het Evangelie ook voor de heidenen was. Op het ogenblik echter dat Petrus en de andere Joden de heidenen in tongen hoorden spreken, begrepen zij onmiddellijk dat deze heidenen de Heilige Geest even waarachtig en volkomen hadden ontvangen als de Joden zelf. Ze hebben nooit om een ander bewijs gevraagd.
In het volgende hoofdstuk lezen we dat Petrus ter verantwoording wordt geroepen door de andere leiders in Jeruzalem, omdat hij heidenen had bezocht. Ter verdediging legde hij uit wat er in het huis van Cornelius was gebeurd. In dit verband zegt hij: En toen ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, evenals op ons in het begin. (Handelingen 11:15)
Petrus vergeleek de ervaring die men in het huis van Cornelius kreeg dus met de ervaring van de eerste discipelen op de Pinksterdag: evenals op ons in het begin. Toch wordt er over het huis van Cornelius niets gezegd over een geweldige windvlaag of over tongen van vuur. De enige uiting die een bovennatuurlijk zegel drukte op de ervaring van Cornelius en zijn huis, was dat zij in tongen spraken. Hieruit concluderen we dat de manifestatie van het spreken in tongen, zoals de Heilige Geest het geeft uit te spreken, het aanvaarde Nieuwtestamentische bewijs is dat iemand de doop in de Heilige Geest heeft ontvangen.
Ter bevestiging van deze conclusie kunnen we het volgende stellen:
· Het spreken in tongen was het bewijs dat de apostelen zelf in hun eigen ervaring ontvingen.
· Dit was het bewijs dat de apostelen accepteerden wanneer het een ervaring van anderen betrof.
· De apostelen hebben nooit om enig ander bewijs gevraagd.
· Er wordt ons in het Nieuwe Testament nergens een ander bewijs voorgehouden.
Volgende week zullen we deze gevolgtrekking en veelvoorkomende tegenwerpingen nader onderzoeken.
Heer, dank U wel dat U ook mij het bewijs van de krachtige tongentaal heeft gegeven/wilt geven, om op die manier Uw naam groot te maken en U met bovennatuurlijke kracht te loven en prijzen. Amen.