Uw trouw duurt van geslacht tot geslacht; U hebt de aarde vastgezet, zodat zij blijft staan. Naar uw orde blijven zij ook nu nog staan, want zij alle zijn uw knechten. (Psalm 119: 90-91) De kracht die het heelal beheerst, is niet louter natuurkundig. Het is onmogelijk om deze kracht uit te drukken in wiskundige en natuurkundige wetten. Tot op zekere hoogte zijn deze wetten waar, maar ze bevatten niet de gehele waarheid. De zogenaamde 'wetten' van het heelal zijn voortgekomen uit een samenspel van levenloze krachten. De uiteindelijke realiteit achter het heelal is een persoon: God. Het woord 'wet' heeft op zichzelf geen enkele betekenis, tenzij er een wetgever is - iemand die de wet initieert en bekrachtigt. De wetten die de mens waarneemt in het heelal, vormen een zichtbare uitdrukking van de trouw van de onzichtbare Schepper. Niet alleen vinden deze wetten hun oorsprong in God; zij dienen God ook. God heeft niet het heelal in werking gesteld om zich daarna terug te trekken als een afstandelijke toeschouwer. Hij heeft eeuwige doelen die worden gerealiseerd in de voortdurende koers van het heelal. Wat een heerlijke openbaring! Alles in het heelal gehoorzaamt voortdurend aan Gods wetten en alles dient Zijn doelen. In zijn brief aan de gemeente van Korinthe neemt Paulus ons nog een stap verder mee in deze openbaring: Want al deze dingen zijn er ter wille van u (2 Korinthe 4:15). Niet alleen geeft het hele heelal gehoor aan Gods wetten. En niet alleen dienen al deze wetten Gods doelen, maar - en dit is het wonderbaarlijkste van alles - de doelen die zo gerealiseerd worden, zijn gericht op Gods kinderen. Ze zijn alle ontworpen en in werking gesteld om het beste tot stand te brengen voor degenen die het voorwerp zijn van Gods verlossende liefde en Zijn zorg. |