Het gezag van het Nieuwe Testament
Leestijd: 2 min.
(2 Timotheüs 3:16)
|
De hele Schrift is door God ingegeven en is nuttig om te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in rechtvaardigheid...
Het gezag van het Nieuwe Testament
Laten we vandaag van het Oude Testament naar het Nieuwe Testament gaan en het gezag bekijken dat voor het Nieuwe Testament wordt opgeëist.Eerst moeten we in ogenschouw nemen dat - voor zover we weten - Christus zelf nooit een enkel woord geschreven heeft, met uitzondering van die ene gelegenheid waarbij Hij, in aanwezigheid van een vrouw die op overspel betrapt was, op de grond schreef. Niettemin beval Jezus Zijn discipelen heel nadrukkelijk om het verslag van Zijn bediening en prediking naar alle volkeren van de aarde te brengen, want in Mattheüs 28:19 zei Hij tegen hen: Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.Eerder had Hij gezegd: Ik zend profeten, wijzen en schriftgeleerden naar u toe (Mattheüs 23:34). Het woord ‘schriftgeleerden’ betekent ‘schrijvers’. Dat waren degenen die godsdienstig onderwijs op schrift stelden. Het is daarom duidelijk dat het Jezus’ bedoeling was dat het verslag van Zijn bediening en onderwijs voor altijd door Zijn discipelen vastgelegd zou worden. Verder heeft Jezus alle noodzakelijke voorzieningen getroffen voor de volledige betrouwbaarheid van alles wat Hij Zijn discipelen wilde laten vastleggen, want Hij beloofde hun voor dit speciale doel de Heilige Geest te zenden: Maar wanneer de Trooster is gekomen, Die Ik u zenden zal van de Vader, de Geest van de waarheid, Die van de Vader uitgaat, zal Die van Mij getuigen. (Johannes 15:26)Let erop dat Jezus met deze woorden voorzieningen trof voor zowel het verleden als de toekomst; zowel voor een nauwgezet verslag van de dingen die de discipelen al gezien en gehoord hadden, als voor het nauwkeurig doorgeven van de nieuwe waarheden die de Heilige Geest hen daarna nog zou openbaren. Voor het verleden is gezorgd met de woorden: Die zal u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb (Johannes 14:26). Voor de toekomst werd voorzien met de woorden: Die zal u alles leren... en opnieuw, in Johannes 16:13: Hij zal u de weg wijzen in heel de waarheid. Wij zien daarom dat de nauwgezetheid en het gezag van het Nieuwe Testament, evenals bij het Oude Testament, niet afhankelijk is van menselijke waarneming, herinnering of menselijk begrijpen, maar van het onderwijs, de leiding en de besturing door de Heilige Geest. Om deze reden zegt Paulus: ‘De hele Schrift (Oude Testament en Nieuwe Testament beide) is door God ingegeven...’. |