Een belangrijk ingrediënt voor het kunnen begrijpen van heiligheid, is de praktijk van vasten en voorbede. De discipline van vasten is bijna volledig uit het zicht van de Kerk verdwenen. De Gemeente kan echter geen volledig begrip hebben van Gods heiligheid, zonder de praktijk van vasten en voorbede. Voor mij is een gedeelte uit Jesaja 59 een beeld van onze huidige samenleving: Daarom is het recht teruggeweken, en de gerechtigheid blijft van verre staan. Want de waarheid struikelt op de straat, en wat recht is, kan niet binnenkomen. Ja, de waarheid ontbreekt, en wie zich afkeert van het kwade, wordt beroofd. En de HEERE zag het, en het was kwalijk in Zijn ogen dat er geen recht was. Omdat Hij zag dat er niemand was, ontzette Hij Zich, want er was geen voorbidder. (vers 14-16) Die laatste zin zou heel goed de houding van God ten opzichte van grote delen van de Kerk vandaag kunnen zijn: Hij ontzet zich, omdat er geen voorbidders zijn. Een vergelijkbare waarheid vinden we in Ezechiël 22: 24-29. In het tekstgedeelte komen vier groepen voor die worden beschuldigd van overtredingen. Dit is de volgorde van die groepen: de profeten, de priesters, de vorsten en het volk. Merk op dat God niet begint met de vorsten (oftewel de wereldse heersers). Hij begint met degenen die belijden dat ze in Hem geloven: de profeten en de priesters. Je moet beginnen met het achterhalen van de oorzaak van de problemen. Wereldse heersers kunnen slecht zijn, maar zij zijn nooit de eerste bron van het kwaad. Diegenen die beweren vertegenwoordigers van God te zijn, zonder zichtbaar bewijs dat ze dat ook echt zijn, zijn de eerste oorzaak van het probleem. Mensenkind, zeg tegen het land (Israël): U bent een land dat niet gereinigd is, dat zijn regen niet heeft gekregen op de dag van de gramschap. Er is een samenzwering van zijn profeten in zijn midden. Zoals een brullende leeuw die een prooi verscheurt, eten zij de mensen op. Rijkdom en kostbaarheden nemen zij mee. Talrijk maken zij zijn weduwen in zijn midden. Zijn priesters hebben Mijn wet geweld aangedaan, zij hebben de aan Mij geheiligde gaven ontheiligd. Tussen heilig en onheilig hebben zij geen onderscheid gemaakt en het verschil tussen onrein en rein hebben zij niet duidelijk gemaakt. Zij hebben hun ogen gesloten voor Mijn sabbatten. Ik word in hun midden ontheiligd. Zijn vorsten zijn in zijn midden als wolven die een prooi verscheuren om bloed te vergieten, om mensen om te brengen, omdat zij uit zijn op winstbejag. Zijn profeten bepleisteren hen met witkalk. Zij zien valse visioenen en voorspellen hun leugens door te zeggen: Zo zegt de Heere HEERE. En de HEERE heeft niet gesproken! De bevolking van het land doet niets dan afpersen, doet niets dan roven. De ellendige en arme persen zij af, en de vreemdeling buiten zij uit zonder recht. Ik zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor het land, zodat Ik het niet te gronde hoefde te richten, maar Ik vond niemand. (Ezechiël 22:24-30) Wat een tragische uitspraak: 'Maar Ik vond niemand...' Niet één. God was op zoek naar iemand die in de bres gaat staan voor Hem, hij moest tussen het volk en God in staan als voorbidder. Voorbidder betekent 'iemand die tussenbeide komt'. Een beschrijving van een voorbidder is iemand die vanuit zijn eigen volk naar voren treedt, voor God gaat staan en zegt: "Als U hen treft, moet u eerst mij treffen." Dat is het hart van de voorbidder. Er is geen hoop voor ons land, tenzij we werkelijk onszelf voor Hem vernederen en Zijn genade aanroepen. Hoop vinden we niet bij de politiek, en zelfs niet bij de geestelijke leiders. Hoop vinden we in een nederige minderheid die zijn ziel beproeft met vasten en voorbede. Laten we deze ontbrekende ingrediënten van heiligheid en rechtvaardigheid herstellen in de Kerk. |