Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven, ik keer terug in het huis van de HEER tot in lengte van dagen. (Psalm 23:6)
In welke situatie we ons ook bevinden, waar we ook doorheen gaan, er zijn twee factoren in ons leven die nooit veranderen: de goedheid van de Heer (In de NBV vertaald met 'geluk', red.) en de genade van de Heer. Het woord dat hier vertaald is met genade is in het Hebreeuws 'hafed'. Het betekent specifiek 'de trouw van God aan zijn verbondsbelofte'. God heeft beloofd om mijn herder te zijn. Hij zal deze belofte nooit verbreken. Zijn goedheid en genade zijn altijd met mij.
En wat dacht je van de betekenis van die laatste zin: 'Ik keer terug in het huis van de HEER tot in lengte van dagen.' Weet je wat dat mij zegt? Wat ik ook doe, waar ik ook ga, ik ben op weg naar huis. Ik ga naar huis, naar de plaats die de Heer voor mij heeft bereid.
Ik woonde op een klein eilandje in het midden van de stad. Er is maar één weg daar naartoe, en je moet langs diezelfde weg weer terug om van het eiland af te komen. Vroeger stond er bij de brug naar dat eilandje een bord: doodlopende weg, omdat er geen andere uitgang was. Ik keek dan naar dat bord en dacht bij mezelf: 'Nou, het mag voor sommigen een doodlopende weg zijn, maar voor mij is het de weg naar huis!' Precies zo is het als je de Heer kent. Wat anderen een doodlopende weg noemen, is voor jou de weg naar huis! De weg naar rust en vrede. Je weet dat je in het huis van de Heer gaat wonen, voor eeuwig, waar je ook doorheen moet gaan. Hij zal met je zijn, en je kent je bestemming. Je bent op weg naar huis. Geen doodlopende weg voor jou. Doodlopende wegen zijn voor mensen die God niet kennen, maar voor jou is de doodlopende weg de weg naar huis.