Gisteren deelde ik over mijn ontdekking van Gods Woord als bron van Bijbelse beloften over lichamelijke genezing. Maar na dit avontuur wist ik nog steeds niet hoe ik mij die genezing nu praktisch moest toe-eigenen. Na enige tijd werd ik vanuit het hospitaal in de Soedan overgebracht naar een ziekenhuis in Alballah aan het Suez Kanaal. Daar ontmoette ik een hoogst opmerkelijke dame uit Cairo. Het was mevrouw Ross, een brigadier van het Leger des Heils, die na het overlijden van haar man zijn functie had overgenomen (wat de gewoonte was bij het Leger des Heils). Mevrouw Ross was echter zo opmerkelijk, omdat ze een Heilssoldaat was die in tongen sprak, en in de jaren '40 van de vorige eeuw was dat tamelijk ongewoon. Zij was net zo strijdlustig over alles wat ze geloofde over de vervulling met de Geest, spreken in tongen, en goddelijke genezing - als dat andere Heilssoldaten waren over Gods redding en zorg voor de armen. Mevrouw Ross was twintig jaar daarvoor als zendelinge in India geweest en had malaria opgelopen, wat een ongeneeslijke ziekte is. Ze had echter op de Bijbel vertrouwd en volkomen genezing ontvangen van malaria. Vanaf dat moment had deze radicale dame nooit meer medicijnen geslikt. Toen iemand haar vertelde over deze christelijke soldaat die genezing nodig had, ondernam mevrouw Ross een ingewikkelde reis om mij te bezoeken. Ze tikte in Cairo een kleine, Engelse auto op de kop en haalde een soldaat uit Nieuw-Zeeland over om haar te chauffeuren. Samen met nog een jonge medewerkster uit Oklahoma, arriveerden ze gedrieën bij mijn ziekenhuis. Mevrouw Ross marcheerde in haar Heilsuniform de zaal binnen, compleet met hoed en cape, overrompelde de verpleegkundige en kreeg toestemming om mij mee te nemen naar haar auto te nemen om te bidden. Míjn mening werd niet eens gevraagd! Zo zat ik plotseling op de achterbank van die kleine vierzitter, achter mevrouw Ross en de soldaat en naast de jonge vrouw uit Oklahoma. We gingen bidden en zoals ik al eerder vertelde, zat op een gegeven moment iedereen in de auto te schudden! En uiteindelijk zelfs de hele auto. En niet een klein beetje, als gevolg van ons geschud, maar de auto stuiterde alsof hij met 50 kilometer per uur over een hobbelige weg reed. Op de een of andere manier wist ik dat God dit deed voor mijn bestwil. Toen gaf de vrouw uit Oklahoma de vertaling van het gebed dat ze in een onbekende taal had gesproken. Zet nu eens een Engelse universitair docent filosofie, die Shakespeare heeft bestudeerd en houdt van het hoogwaardige Engels van koningin Elizabeth en de King James Bijbel, naast een jonge vrouw uit Oklahoma in het Zuiden van de VS; dan krijg je hoogstwaarschijnlijk al snel te maken met een botsing van cultuur en taal. Kun je je mijn verbazing voorstellen, toen deze vertaling van tongen in volmaakt, bijna koninklijk Engels naar buiten kwam? Ik herinner me niet alles wat er gezegd is, maar één passage is mij mijn hele leven helder en duidelijk bijgebleven: Overdenk het werk op Golgotha; een volkomen werk, perfect in elk opzicht, volmaakt in elk aspect. Ik waardeerde deze woorden onmiddellijk, in het bijzonder door mijn achtergrond in de Griekse taal. De laatste woorden die Jezus sprak aan het kruis, waren immers: Het is volbracht (Joh.19:28). Deze woorden zijn in de Griekse grondtekst van het Nieuwe Testament slechts één woord: tetelestai, wat betekent 'iets volkomen doen', maar staat ook nog in de voltooide tijd. Het kan daarom vertaald worden als 'volkomen volmaakt' of 'volledig compleet'. Door de jonge vrouw uit Oklahoma sprak de Heer tot mij over een volkomen werk, perfect in elk opzicht, volmaakt in elk aspect: tetelestai. Ik was overrompeld, want ik wist dat de Heilige Geest me dit woord te binnen bracht. God had gesproken! Toch verliet ik de auto met nog steeds dezelfde huidziekte. Lichamelijk was er niets gebeurd, maar ik had van God een aanwijzing gekregen. Wat Jezus voor mij aan het kruis heeft gedaan, bevatte alles wat ik ooit zou nodig hebben voor tijd en eeuwigheid - lichamelijk, geestelijk, materieel en emotioneel. |