Gisteren zagen we dat wij Jezus' getuigen zijn hier op aarde - niet een getuige van onszelf, niet een getuige van een kerk, maar van Hem! Ook leerden we dat we ervoor moeten kiezen om óf met God mee te werken, óf dat we Zijn kansen voorbij laten gaan...
Mijn grootvader was thuis. Hij lag op sterven door kanker. Mijn familie had mij al vierenhalf jaar niet gezien. Ik was de enige kleinzoon, zelfs de enige mannelijke afstammeling in de hele familie, dus iedereen vond het logisch dat ik zou terugkeren naar huis. Het Britse leger was verplicht om mijn reiskosten naar huis te vergoeden en stond op het punt me terug te sturen. Maar toen gebeurde het dat God tegen me zei: ,,Ik heb een deur voor je geopend om de bediening in te gaan. Je kunt die deur ingaan als je wilt. Maar als je wacht, dan zal de deur weer dichtgaan." Dit was een belangrijk kruispunt in mijn leven - en ik ben zo blij dat ik door de deur ben gestapt die God toen heeft geopend.
Dus, ik werd een zendingswerker. Mijn loopbaan als prediker begon in de stad Jeruzalem in 1946. Ik prijs de Heer dat in de jaren die volgden, ik ook letterlijk naar de uitersten van de aarde mocht gaan. In onze basistekst van gisteren lazen we: ...en u zult Mijn getuigen zijn, zowel in Jeruzalem als in heel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde. (Handelingen 1:8) Als we het eerste deel van die tekst nog eens lezen, ...maar u zult de kracht van de Heilige Geest ontvangen, Die over u komen zal, dan realiseren we ons dat het deze opdracht is, waar we in de eerste plaats de kracht van de Heilige Geest voor hebben ontvangen...
Trouwens, weet je waar in mijn geval die 'uitersten der aarde' onder meer bleken te zijn? Bedenk je daarbij dat dat punt gemeten moet worden vanaf Jeruzalem. Als je naar een aardbol kijkt en de verste afstand meet op het aardoppervlak, vanaf Jeruzalem naar een plaats die bewoond is, weet je waar je dan uitkomt? Bij de oostkust van Nieuw Zeeland.
Met Kerst 1967 kwam ik in Nieuw Zeeland, en sinds die eerste keer ben ik daar nog vele malen geweest. Mijn grootste verlangen en doelstelling was om een getuige van Jezus te zijn tot de einden van de aarde, totdat elke stam en taal en natie gehoord heeft over redding in de Here Jezus Christus.
Het baart me weleens zorgen dat de Gemeente in het algemeen behoorlijk verslapt is in het werken aan en bereiken van die doelstelling. Van de honderden miljoenen mensen op het continent Afrika, hebben vele miljoenen nog nooit de Naam van Jezus gehoord. En als je naar het subcontinent India gaat, dan hebben we het over nog eens vele honderden miljoenen...
Er is een oud Engels gezang dat zegt: 'Tell me the old, old story...'. Jaren terug zag ik in een tijdschrift een foto van een oude, Aziatische vrouw. Ze had grijs haar, vele rimpels, en was duidelijk op leeftijd. Zij zei over dit lied en over het Evangelie: ,,Het oude, oude verhaal?! Nou, ik bén oud - maar ik heb het nog nooit gehoord!". Zoals deze Aziatische vrouw zijn er vele miljoenen die het Evangelie nog nooit hebben gehoord. Voor hen is het niet oud. Voor sommige mensen is het verrassend nieuw.
Toen een vriend van mij ooit naar Rusland vloog, getuigde hij tegen twee stewardessen. Toen hij Johannes 3:16 aan hen voorlas, zei hij: ,,God houdt van jullie!" Ze zeiden: ,,God houdt van ons? Onmogelijk. Dit hebben we ons hele leven nog nooit gehoord..." In het vliegtuig leidde hij deze twee stewardessen tot de Heer, vlak voor de neus van alle andere passagiers. In hun hele leven hadden ze nog nooit gehoord dat God van hen houdt. Het was totaal nieuw voor hen.
Waarom zijn we hier op aarde? Om getuigen van Jezus Christus te zijn - om het de mensen te vertellen, het hen te laten weten en vooral, het hen te laten zien.