Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Het voorbeeld van Rachab

Leestijd: 2 min.
Vandaag behandelen we het vijfde deel van wat Jacobus leert over geloof en werken in hoofdstuk 2:14-26.

En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerecht­vaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan? (vers 25)

Het verhaal van Rachab staat in Jozua 2:1-22 en 6:21-25. Een van de redenen dat deze geschiedenis een speciale plek heeft in mijn hart, is dat ze een bewijs is van hoop voor de hopelozen. Rachab was een zondige, heidense vrouw die in Jericho woonde, een stad die door God vernietigd zou worden. Toch ontkwam zij aan de vernie­tiging, door haar geloof; ze redde haar hele familie, werd opgenomen in Gods volk en trouwde met Salmon, die samen met haar genoemd wordt als een voorvader van Jezus Christus (zie Matth. 1:5). Het geloof van Rachab was echter geen loze belijdenis, maar kwam tot uitdrukking in bijpassende daden. De verspieders die door Jozua naar Jericho waren gestuurd, logeerden in haar huis. Toen zij dreigden gevangen genomen te worden, ris­keerde Rachab haar leven en redde de mannen door hen op het dak te verbergen. Voordat de verspieders weggingen, maakte ze een afspraak met hen: Nu dan, zweer mij toch bij de HEERE, omdat ik goedertierenheid aan u bewezen heb, dat u ook goedertierenheid zult bewijzen aan het huis van mijn vader, en geef mij een teken van trouw dat u mijn vader en mijn moeder zult laten leven, en ook mijn broers en mijn zusters met al wat van hen is, en dat u ons leven van de dood redden zult.

De verspieders stemden toe en zwoeren dat zij zouden doen wat Rachab had gevraagd. In feite deden zij deze belofte eerder namens God dan uit zichzelf, aangezien het God zelf was die door bovennatuurlijke kracht de vernie­tiging van Jericho tot stand bracht (zie Jozua 6:20). Toen de overeenkomst was gesloten, riskeerde Rachab opnieuw haar leven door de verspieders aan een touw uit het raam te laten zakken. Voordat de verspieders vertrokken, gaven zij Rachab een laatste instructie: Zie, als wij in het land komen, moet u dit koord van scharlaken draad aan het venster binden waardoor u ons hebt neergelaten. En verzamel bij u in huis... uw familie. Het schar­laken koord was een soort belijdenis. Daarmee toonde Rachab zichtbaar haar geloof in de belofte van de ver­spieders. Voor ons, in het licht van het Nieuwe Testament, is dit scharlaken koord een prachtig beeld van de belijdenis van ons geloof in het bloed van Christus. Rachabs geschiedenis illustreert heel duidelijk hoe nauw de relatie is tussen geloof, belijdenis en een bijpassende daad. Rachab geloofde het getuigenis van de verspieders dat Jericho vernietigd zou worden. Ook geloofde zij hun belofte dat zij en haar familie gespaard zouden worden. Maar dat was niet genoeg. Ze moest haar geloof omzetten in daden, door met gevaar voor eigen leven de verspieders eerst op haar dak te verbergen en ze vervolgens uit het venster neer te laten. Het is van bijzondere betekenis dat het scharlaken koord juist aan het venster bevestigd moest worden. Het was namelijk datzelfde venster waardoor ze de verspieders had laten ontsnappen, haar eerdere geloofsdaad.
Vader, dank U wel voor het mooie voorbeeld van hoop dat U geeft door Rachab. U beoordeelde Rachab niet op haar zondige verleden, maar nam haar aan op basis van haar geloof. Dank U wel dat U ook mij niet beoordeeld op mijn verleden, maar dat ook ik gerechtvaardigd ben door geloof. Wilt U mij helpen mijn geloof te laten zien door daden.