We zagen het verschil tussen de levens van twee soorten mensen: de mensen die leven in relatie met Jezus, en de mensen die niet aan Hem zijn toegewijd. In Efeze 2:12 spreekt Paulus over het leven zonder Christus, zonder hoop, zonder God in de wereld. Er is niet alleen in dit leven een verschil tussen deze twee groepen mensen, maar ook in de dood. De ene groep mensen is door het geloof één geworden met Christus, terwijl de anderen in de geestelijke wereld geen eenheid met Christus hebben. Paulus beschrijft dit in 1 Thessalonicenzen 4:13-18. Hij schrijft deze brief aan christenen die nog maar pas tot geloof zijn gekomen en legt hen een aantal dingen uit, met name met betrekking tot hun reactie op het overlijden van een medegelovige. Hij zegt dat de dood weliswaar verdriet brengt, maar dat het een volkomen ander soort verdriet is dan het verdriet van deze wereld. Broeders en zusters, wij willen u niet in het ongewisse laten over de doden, zodat u niet hoeft te treuren, zoals zij die geen hoop hebben. Zie je wat Paulus zegt over 'de andere mensen' oftewel zij die niet verenigd zijn met Christus: zij hebben geen hoop in de dood. Maar als hij het heeft over gelovigen die zijn gestorven, dan gebruikt hij een woord dat in het hele Nieuwe Testament gebruikelijk is in deze context: 'ontslapen'. Hij heeft het dan niet over 'sterven'. Vervolgens legt Paulus uit wat de basis is voor deze hoop: Want als wij geloven dat Jezus is gestorven en opgestaan, moeten wij ook geloven dat God door Jezus de doden naar zich toe zal leiden, samen met Jezus zelf.Let op de belangrijke uitdrukking 'samen met Jezus zelf'. Ze zijn weliswaar binnen hun relatie met Christus ontslapen, dus overleden, maar door hun geloof zijn ze nu één geworden met Hem die stierf en opstond uit de dood. Deze eenheid garandeert dus hun eigen opstanding uit de dood, op een moment dat God bepaalt. Paulus legt uit wat we kunnen verwachten: Wij zeggen u met een woord van de Heer: wij, die in leven blijven tot de komst van de Heer, zullen de doden in geen geval voorgaan. Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen worden weggevoerd op de wolken en gaan we de Heer in de lucht tegemoet. Dan zullen we altijd bij Hem zijn. Troost [of: bemoedig of vermaan] elkaar met deze woorden. Dit zijn woorden van bemoediging. We hoeven niet blijvend te rouwen zoals anderen die geen hoop hebben. Natuurlijk missen we de geliefde die ons ontvallen is en er is echte pijn in ons hart, maar het is geen hopeloze pijn. We hebben de zekerheid dat we hen opnieuw zullen ontmoeten wanneer Jezus terugkomt, en dat we, samen met hen, voor eeuwig met de Heer zullen zijn. Daarom moeten we elkaar bemoedigen met deze woorden. |