(N.B. Mocht u de Dagelijkse Overdenking gisteren niet gelezen hebben, leest u dan eerst nog even de huishoudelijke mededeling aan het begin...)
In niet-christelijke samenlevingen vandaag, zoals onder moslims of Hindoes, markeert de doop iemand heel expliciet als volgeling van Jezus en dit lokt vaak heftige reacties uit bij ongelovigen en de omgeving. In Markus 16:15-16 stuurt Jezus zijn eerste discipelen op pad met de volgende opdracht:
Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.
De christelijke doop is geen toevoeging aan het reddingsproces; het is de voltooiing ervan. Jezus heeft geen redding beloofd aan de mensen die geloven maar die zich niet hebben laten dopen. Bovendien komen we in het hele Nieuwe Testament niemand tegen die claimt gered te zijn door het geloof in Christus, zonder gedoopt te zijn.
De laatste nadruk in de christelijke doop is overigens niet de dood of de begrafenis, maar juist de opstanding, die de deur opent naar een volkomen nieuwe levensstijl. Dit wordt door Paulus prachtig beschreven in Kolossenzen 3:1-4:
De laatste nadruk in de christelijke doop is overigens niet de dood of de begrafenis, maar juist de opstanding, die de deur opent naar een volkomen nieuwe levensstijl.
Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Kenmerkend voor iemand die met Jezus is opgewekt in een nieuw leven, is dat hij de dingen bedenkt die boven zijn, oftewel, hij of zij is in zijn leven bezig met de dingen van God, en bedenkt voortdurend hoe hij of zij de hemelse Vader eer kan brengen.
Deze tekst doet ook denken aan de bekende predikster Corrie ten Boom, die bij de frase 'met Christus verborgen in God, altijd de rechterduim in haar linkerhandpalm legde en haar (linker-)vingers eromheen sloot, om het totaal vervolgens te omsluiten met de overige vingers van haar rechterhand. Dit schetst een prachtig beeld van ons leven dat eerst in Christus, en daarom heen ook nog eens in de Vader geborgen is.