I.v.m. de kerstvakantie worden er tussen 24-12-2024 en 3-1-2025 geen bestellingen verstuurd. Bestel snel jouw items!

sluit
Shop Doneer

In werken uiten we ons geloof

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 91

Maar toen de goedertierenheid van God, onze Zaligmaker, en Zijn ​liefde​ tot de mensen verschenen is, maakte Hij ons zalig, niet op grond van de werken van ​rechtvaardigheid​ die wij gedaan hadden, maar vanwege Zijn ​barmhartigheid, door het bad van de wedergeboorte en de vernieuwing door de ​Heilige​ Geest.
(Titus 3:4-5, HSV)

In werken uiten we ons geloof
Het laatste voorbeeld dat Jakobus geeft van het verband tussen geloof en werken is dat van Rachab:
En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan?
Rachab was een zondige, Kanaänitische vrouw uit Jericho. Doordat zij gehoord had van de wonderbaarlijke manier waarop God Israël uit Egypte had geleid, was Rachab tot het geloof gekomen dat de God van Israël de ware God is en dat Hij Kanaän in de handen van Zijn volk Israël zou geven. Rachab geloofde echter ook, dat de God van Israël genadig genoeg was om het leven van haar en haar familie te redden. Dit was het geloof dat Rachab in haar hart had.
Dit geloof in het hart van Rachab kwam tot uitdrukking in twee ‘werken’. Allereerst verborg Rachab de twee verspieders in haar huis en gaf ze hen de gelegenheid te ontvluchten. Hiermee riskeerde Rachab haar eigen leven. Later hing ze een scharlaken koord uit haar raam, om haar huis van alle andere te onderscheiden. (Zie Jozua 6.)
Als gevolg van deze twee daden werd Rachabs familie gered. Wanneer Rachab alleen in het geheim geloofd had in de God van Israël, maar niet bereid zou zijn geweest om deze twee daden te verrichten, dan was haar geloof een dood geloof geweest. Het zou niet de kracht hebben gehad om haar te redden van het oordeel dat over Jericho kwam.
De les voor ons als christenen uit dit verhaal is tweevoudig. Allereerst moeten we bereid zijn onszelf actief te vereenzelvigen met Christus en zijn boodschappers, zelfs als het een persoonlijk offer zou betekenen - misschien zelfs het riskeren van ons eigen leven. Ten tweede moeten we bereid zijn tot een beslist en openlijk belijden van ons geloof, dat ons zal onderscheiden van alle ongelovigen om ons heen. Het scharlaken koord spreekt vooral van een openlijk getuigenis van ons geloof in het bloed van Christus, voor de vergeving en reiniging van onze zonden.
Voor een samenvatting als afsluiting van deze week over het verband tussen geloof en werken, gaan we nog eens terug naar Filippenzen 2:12-13:
Daarom, mijn geliefden … werk aan uw eigen zaligheid met vrees en beven; want het is God, Die in u werkt zowel het willen als het werken, naar Zijn welbehagen.
Het belangrijkste wat we ons moeten realiseren, is dat geloof éérst komt, en dán werken. Wij ontvangen de verlossing van God door geloof alleen, zonder werken. Als we eenmaal op deze manier verlossing ontvangen hebben, werken we dit in ons leven actief uit door wat de Bijbel noemt onze ‘werken’ - de dingen die we doen. Onze werken laten zien dat ons geloof echt is en ze ontwikkelen ons geloof.
Alleen echt, levend geloof kan ons tot echte, levende christenen maken!


Lieve hemelse Vader, wat is het prachtig dat al in het Oude Testament zichtbaar werd dat Uw hart uitgaat naar ieder mens, uit alle volken. U opende het hart van een vrouw die leefde in zonde, maar die zich in haar hart had toegewijd aan de levende God van Israël. Uw genade is groot en heerlijk! Dank U wel! Amen.