I.v.m. de kerstvakantie worden er tussen 24-12-2024 en 3-1-2025 geen bestellingen verstuurd. Bestel snel jouw items!

sluit
Shop Doneer

Israël als voorbeeld voor de wereld

Leestijd: 3 min.

Het Bijbelse verslag van Gods volk Israël staat vol met voorbeelden van Gods oordelen in de geschiedenis. In de tijd waarin God aan Israël de wet gaf, waarschuwde God hen voor de oordelen die Hij over hen zou brengen als zij daarna in ongehoorzaamheid en rebellie van Hem zouden afwijken.

Eén zo’n passage is te vinden in Leviticus 26. God waarschuwt Israël eerst voor verschillende oordelen wegens ongehoorzaamheid, die Hij over hen zal brengen terwijl ze nog in hun eigen land zijn. En dan waarschuwt Hij hen in vers 27–33, dat voortgaande ongehoorzaamheid oordelen over hen zal brengen die nog ernstiger zullen zijn en waardoor zij als bannelingen uit hun land verdreven zullen worden:

Als u dan hierom nog niet naar Mij luistert en u tegen Mij blijft ingaan, dan zal Ik met grimmigheid tegen u ingaan en zal Ik Zelf u vanwege uw zonden ook zeven keer erger straffen. U zult dan het vlees van uw eigen zonen eten, en het vlees van uw eigen dochters zult u eten. Ik zal uw offerhoogten wegvagen en uw wierookaltaren uitroeien. Ik zal uw dode lichamen op de dode lichamen van uw stinkgoden werpen en Mijn ziel zal van u walgen. Ik zal van uw steden een puinhoop maken en uw heiligdommen verwoesten... Ik Zelf zal het land verwoesten, zodat uw vijanden die daarin zijn gaan wonen, zich erover zullen ontzetten. Ik zal u dan onder de heidenvolken verstrooien en Ik zal achter u een zwaard trekken. Uw land zal een woestenij worden en uw steden een puinhoop.

Onder andere door de invasie van de Romeinse legers onder Titus in 70 na Christus werd ieder detail van deze profetie in de geschiedenis van Israël exact vervuld. De Joden aten letterlijk het vlees van hun kinderen. Al hun heiligdommen werden vernietigd. Velen werden vermoord; anderen werden als slaven verkocht en uit hun land verdreven. Heidenen trokken er binnen en namen het land in bezit.

In vers 36-37 wijst God nog verder op hun armelijke toestand gedurende de daarna volgende eeuwen van hun verstrooiing onder de heidenen: En wie van u overgebleven zijn, zal Ik in de landen van hun vijanden angst inboezemen... U zult geen stand kunnen houden tegen uw vijanden.

Maar voordat de profetie ten einde is, geeft God ook een belofte, dat Zijn genade nooit volledig of definitief van Israël geweken is: Maar bovendien: wanneer zij in het land van hun vijanden zijn, dan zal Ik hen niet verwerpen en niet van hen walgen door hen te vernietigen en Mijn verbond met hen te verbreken, want Ik ben de HEERE, hun God. (Vers 44)

Even zeker als Gods waarschuwingen voor het oordeel in vervulling zijn gegaan, zo is Zijn belofte van genade ook in vervulling gegaan, zelfs te midden van het oordeel.

Zo wordt de hele geschiedenis van Israël een demonstratie op wereldwijde schaal van zowel het oordeel als de genade van God, want zelfs te midden van het oordeel schept God er behagen in om genade te betonen.

Gebed van de dag

Hemelse Heer, wat ontzagwekkend is het, dat alles wat U gesproken hebt over Uw eerste verbondsvolk Israël inderdaad met grote accuratesse is uitgekomen. Ik doe voorbede voor hen, Heer. Opent U in deze laatste dagen – de eindtijd van de menselijke geschiedenis – toch alstublieft hun ogen voor Yeshua, die ook hun Redder is! Amen.

Gebed voor DPM wereldwijd

MALAWI

  • Bid dat al het materiaal van Derek dat vorig jaar in het hele land is verspreid, veel vrucht zal opbrengen en een grote bemoediging is voor de bedieningen die het hebben ontvangen.
  • Bid om een geslaagde herdruk van Fundament van geloof door bijbelstudie in de Chichewa taal.
  • Bid dat er een mogelijkheid komt Dereks radioprogramma’s uitgezonden te krijgen in Malawi.

Weekvers: Exodus 20:5-6 (NBV)

Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast Mij. Voor de schuld van de ouders laat Ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze Mij haten;maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik hun Mijn liefde tot in het duizendste geslacht.