Jezus is dus ons grote voorbeeld en de inspiratie voor ons leven. We hebben gezien dat het Zijn levensdoel was de wil van God te doen, zoals die geopenbaard is in de Schrift. Het sleutelvers is Hebreeën 10:7:
Toen zei Ik: “Hier ben ik. In de boekrol is over mij geschreven dat ik gekomen ben om uw wil te doen, o God.”
Hier worden twee punten genoemd die van levensbelang zijn. Ten eerste: het motief waarvoor Jezus op aarde kwam, was Gods wil te doen. Ten tweede: Wát Hij moest doen, was al beschreven in de boekrol. Deze waarheden gelden ook voor jou en mij.
Ook zagen we dat toewijding aan Gods wil in Jezus’ leven leidde tot vijf bijzondere resultaten:
- Hij ontving bovennatuurlijk lichamelijk herstel.
- Hij kreeg een zuivere kijk – anders dan die van andere mensen - op de situatie waarin Hij zich bevond.
- Jezus gaf een juist en onpartijdig oordeel over mensen en dingen. Hij zag hoe iets werkelijk in elkaar zat.
- Hij was een kanaal (of bron) van leven voor een stervende wereld.
- Hij verheerlijkte God op aarde.
Deze resultaten zouden ook terug te vinden moeten zijn in jouw en mijn leven, omdat Jezus ons voorbeeld is. Laten we nu kijken naar de climax van Gods wil in het leven van Jezus: het offer van Zijn eigen lichaam. We lezen in Hebreeën 10:5-10:
Daarom zegt Hij bij Zijn komst in de wereld: Slachtoffer en spijsoffer hebt U niet gewild, maar U hebt voor Mij een lichaam gereedgemaakt. Brandoffers en offers voor de zonde hebben U niet behaagd. Toen zei Ik: Zie, Ik kom – in de boekrol is over Mij geschreven – om Uw wil te doen, o God. Daarvoor had Hij gezegd: Slachtoffer en spijsoffer en brandoffers en offers voor de zonde hebt U niet gewild en hebben U niet behaagd, hoewel zij overeenkomstig de wet worden gebracht. Daarna sprak Hij: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God. Hij neemt het eerste weg om het tweede daarvoor in de plaats te zetten. Op grond van die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, voor eens en altijd gebracht.
Jezus kwam naar de aarde om Gods wil te doen. En om Gods wil te kunnen doen, gaf de Vader Hem een lichaam. Dat lichaam moest Jezus vervolgens offeren, als consequentie van Gods wil. Het hoogtepunt en het uiteindelijke doel van Jezus’ leven was dat Hij Zijn lichaam liet breken, ten bate van de wereld.