Doe jij al mee met onze cursus: 'Leven in Gods aanwezigheid? Schrijf je nu in!

sluit
Shop Doneer

Jezus afgewezen voor mij

Leestijd: 1 min.
Toen Jezus stierf aan het kruis vond er een omwisseling plaats op verschillende gebieden. Deze omwisseling vond ook plaats op het gebied van schaamte en afwijzing.
En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt, terwijl wij het oog gericht houden op Jezus, de Leidsman en Voleinder van het geloof. Hij heeft om de vreugde die Hem in het vooruitzicht was gesteld, het kruis verdragen en de schande
(in het Engels: schaamte) veracht en zit nu aan de rechterzijde van de troon van God. (Hebreeën 12:1b-2)

Jezus was zich heel goed bewust van de schande en de openlijke vernedering die Hij aan het kruis zou doorstaan. Een van de belangrijkste redenen voor een openbare kruisiging was de veroordeelde zo diep mogelijk te vernederen. Terwijl het slachtoffer naakt aan het kruis hing, liepen mensen voorbij en riepen vernederende opmerkingen naar de gekruisigde. Soms deden ze zelfs obscene dingen, die ik hier niet zal beschrijven. In een profetisch visioen zag de profeet Jesaja iets van het lijden van Jezus, zeven eeuwen voordat het daadwerkelijk plaatsvond. Mijn rug heb Ik gegeven aan wie sloegen, mijn wangen aan wie mij de baard uittrokken, mijn gelaat heb Ik niet verborgen voor smadelijk speeksel. (Jesaja 50:6)

Jezus droeg aan het kruis bereidwillig de bespotting voor ons. Wat maakte God daarmee voor ons beschikbaar? Ook dit staat in Jesaja: In plaats van smaad zullen zij jubelen over hun deel, zo zullen zij dan in hun land dubbele vergoeding verkrijgen, blijvende vreugde zal hun geworden. (Jesaja 61:7)

Voor het woord smaad zouden we ook schaamte of verlegenheid kunnen invullen. In plaats van schaamte en verlegenheid heeft God voor ons eer en blijdschap voorbereid. In Hebreeën 2:10 staat verder dat Jezus' sterven bedoeld was om veel kinderen tot heerlijkheid te brengen. Blijdschap, eer, heerlijkheid - het wordt ons allemaal aangeboden in plaats van schaamte en vernedering. Jesaja schreef beeldend hoe Jezus door Zijn landgenoten verworpen werd: Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten en vertrouwd met ziekte. Ja als iemand voor wie men het gelaat verbergt; Hij was veracht en wij hebben Hem niet geacht. (Jesaja 53:3)
Heer Jezus, U heeft deze onbeschrijfelijke afwijzing ervaren en verdragen, vrijwillig heeft U het ondergaan. U heeft mijn afwijzing gedragen en het omgewisseld met Uw acceptatie, eer en vreugde. Heer, in dankbaarheid geef ik mijn afwijzing aan U en neem Uw eer en blijdschap aan! Amen.