In eerdere overdenkingen zagen we dat Gods belofte om te voorzien, zijn vervulling vond in Jezus, het Lam van God. Hetzelfde geldt voor Gods belofte om te genezen. Ook in dit opzicht vinden we de uiteindelijke vervulling ervan in Jezus. In Matteüs 8:16-17 vinden we hiervan het nieuwtestamentische verslag: Bij het vallen van de avond brachten ze vele bezetenen bij Hem. Met een enkel bevel dreef Hij de geesten uit, en allen die ziek waren genas Hij, opdat in vervulling ging wat gezegd is door de profeet Jesaja: 'Hij was het die onze ziekten wegnam en onze kwalen op Zich heeft genomen.' Dus Jezus was de uiteindelijke vervulling van Gods verbondsbelofte tot genezing van zijn volk. Hij kwam en droeg op het kruis niet alleen onze zonden, maar nam ook onze gebreken op zich en haalde onze ziekten weg. Hij voorzag niet alleen in vergeving, maar ook in genezing. Zijn voorziening was niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk. Dit was een verbondsbelofte die God had gedaan aan Israël. Daarom lezen we nergens in het Nieuwe Testament dat er ook maar één Israëliet voor genezing naar Jezus kwam en werd afgewezen. De mensen daar herkenden Hem en maakten zijn komst overal in de omgeving bekend, en men bracht allen die ziek waren bij Hem. Die smeekten Hem alleen maar de zoom van zijn kleed te mogen aanraken. En iedereen die dat deed werd genezen en was volkomen gezond (Matteüs 14:35-36). Ze hoefden Hem slechts aan te raken om genezen te worden. Laten we er altijd van doordrongen zijn dat de zoom van Jezus' kleed aanraken genoeg is om genezen te worden. Of het nu gaat om lichamelijke, emotionele of mentale ziekte, in de persoon van Jezus heeft de verbondsbelofte van genezing gestalte gekregen. Voor genezing moet je naar Hem toe. Laten we - net als in dit bijbelgedeelte - ook anderen die ziek zijn, altijd bij Hem brengen. |