Zie je de opzettelijke tegenstelling in onze tekst van gisteren (Openbaring 5:1-5)? Jezus werd aangekondigd als de leeuw, maar toen Johannes keek, zag hij een geslacht lam. Johannes ging verder: En het kwam, en heeft de boekrol genomen uit de rechterhand van Hem die op de troon zat. En toen het de boekrol nam, vielen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen. En zij zongen een nieuw lied: U bent waardig om de boekrol te nemen, en zijn zegels te verbreken, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie. (Openbaring 5:7-9) In de overdenkingen van vorige week, over het Lam van God, zagen we dat door het bloed van één lam voorzien werd in verlossing voor iedereen. Ook dit was een tegenstelling: het Paaslam voorzag in een tijdelijke verlossing, maar Jezus, de eeuwige Zoon en het Lam van God, voorzag in eeuwige verlossing door zijn bloed. Nu zien we opnieuw een bewuste tegenstelling: het Lam werd de Leeuw. De term 'Leeuw uit de stam van Juda' is bovendien een eeuwig beeld en een eeuwige titel van Jezus. Het gaat over Jezus die voor altijd is verhoogd aan Gods rechterhand, en daar nog steeds 'Leeuw uit de stam van Juda' wordt genoemd. Dat is veelzeggend. Jezus identificeerde zich door zijn vleeswording niet alleen tijdelijk met de mensheid. Hij werd voor altijd mens, zonder zijn identiteit als God te verliezen. Ook zijn identificatie met het Joodse volk was niet tijdelijk. Hij is voor eeuwig de Leeuw uit de stam van Juda. Hij heeft een speciale band met het Joodse volk. |