Toen ik tijdens de Tweede Wereldoorlog dienst deed in het Engelse leger, was ik gestationeerd in de woestijnen van Noord-Afrika. Een negatief aspect van woestijn-omstandigheden is dat ze snel gemopper en geklaag veroorzaken. Dit gebeurde voortdurend met Israël, en het bracht hen Gods oordeel en ontevredenheid. Zelf kreeg ik ook zo genoeg van de woestijn, het eten en de vloekende soldaten, dat ik begon te klagen. Toen ik dit deed, verloor ik het gevoel voor Gods aanwezigheid en zegen. Ik besloot om een dag apart te zetten voor gebed en vasten en God te vragen waarom zijn aanwezigheid verdwenen leek. Ik bad: ,,Heer, waarom bent U niet dichtbij me? Waarom moet ik hier in deze monotone, vermoeiende woestijn zitten?" Tegen de avond had God me antwoord gegeven. Hij sprak heel duidelijk: ,,Waarom heb je Mij niet gedankt? Waarom heb je mij niet geprezen?" Toen ik hierover nadacht, realiseerde ik me dat ik het gevoel van zijn aanwezigheid was verloren omdat ik ondankbaar was geworden. Daarna leidde de Heilige Geest me naar een aantal bijbelgedeelten, waaronder 1 Thessalonicenzen 5:16-19: Verblijd u altijd. Bid zonder ophouden. Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus ten opzichte van u. Blus de Geest niet uit. Als we ons niet voortdurend verblijden, bidden zonder ophouden en in alles God danken, dan blussen we de Geest uit. Door mopperen en klagen in plaats van lofprijzen en danken, had ik de Heilige Geest in mijn leven gedoofd. God verwacht dat wij Hem voortdurend een offer van lofprijs brengen met onze lippen - niet alleen met ons hart. We moeten onze lofprijs via onze stem naar buiten laten komen door de naam van de Heer te danken. |