Shop Doneer

Naar Christus toe geloven

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 65

Het geloof nu is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.
(Hebreeën 11:1)

Naar Christus toe geloven
In Jezus’ eigen woorden wordt het werkwoord ‘geloven’ gebruikt als een woord dat verandering of beweging uitdrukt. In Johannes 6:47 zegt Hij:
Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven.
In het Engels zou dit ‘in Mij’ weergegeven kunnen worden met ‘into’, of ‘naar Mij toe.’ Je gelooft dus naar de Heer Jezus toe…
Het werkwoord ‘geloven’ heeft te maken met een (voortdurend) veranderingsproces, een beweging. Het is niet genoeg om te geloven ‘in’ Christus met een louter verstandelijk accepteren van de feiten van Zijn leven, of de waarheden van Zijn leer. Wij moeten ‘naar Christus toe’ geloven; wij moeten geloven vanuit ons hart, uit onszelf (weg)bewogen worden into Christus, uit onze zonde (weg) into Zijn gerechtigheid. Weg uit onze menselijke zwakheid en in Zijn Goddelijke kracht, weg uit ons falen en in Zijn overwinning, weg uit onze beperkingen en into Zijn almacht. Dit echte, bijbelse geloof van het hart, brengt altijd verandering met zich mee. Het is altijd geloven ‘naar Christus toe’ en ‘tot gerechtigheid’… Het gevolg is altijd iets beslissends, dat we hier en nu ervaren, niet iets waarop we alleen maar hopen voor de toekomst.
Daarom gebruikt Jezus hier in Johannes 6:47 de tegenwoordige, en niet de toekomende tijd. Hij zegt: ‘Wie in Mij gelooft, heeft eeuwig leven.’ Niet ‘zal hebben’, maar ‘heeft’… Hier en nu dus, hij of zij hééft reeds eeuwig leven. Echt bijbels geloof into Christus brengt altijd eeuwig leven voort, hier en nu al, in de gelovige, dus ook in jou en mij! Het is niet iets wat wij in de komende wereld hopen te zullen hebben, na de dood. Het is iets dat wij nu al bezitten, iets waarvan we nu al genieten, een realiteit, een vaste grond binnenin ons.
Veel te veel mensen hebben een godsdienst waarvan ze hopen dat die hen op de ene of andere manier van pas zal komen in het stervensuur, als ze op de drempel staan van de eeuwigheid. Maar echt bijbels geloof geeft de gelovige nu al een hier-en-nu ervaring en een zekerheid van eeuwig leven. Zijn geloof is een zekere, een vaste grond in hem; en door dit aanwezige geloof heeft hij ook vaste hoop, een zeker vertrouwen omtrent de toekomst.
Een hoop die gebaseerd is op dit aanwezige geloof, zal de proef van dood en eeuwigheid doorstaan; maar een hoop die niet gebouwd is op deze aanwezige vaste grond van geloof, is uiteindelijk gedoemd tot een bittere desillusie.

O hemelse Vader, wat een immense genade dat die bittere desillusie mij bespaard zal blijven, simpelweg omdat mijn geloof de vaste grond is voor de dingen die ik hoop. Wat een genade Heer Jezus, dat U zoveel van mij hield dat ik voor eeuwig gered ben! Amen.