Shop Doneer

Niet meer veroordeeld, maar gestorven

Leestijd: 2 min.
Nu we de bevrijding van deze tegenwoordige, boze eeuw hebben besproken, kunnen we in dit hoofdstuk verder met twee van de andere bevrijdingen die Paulus noemde. In Galaten 2:19-20 lezen we over de volgende twee bevrijdingen: Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, (dat is,) niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu (nog) in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven. De eerste bevrijding die we hier tegenkomen, is dat we voor de wet gestorven zijn. De tweede bevrijding is die van het 'ik'. Deze twee zijn nauw met elkaar verbonden.

Vrij worden van de wet

Grote groepen christenen hebben nooit begrepen hoe noodzakelijk het is bevrijd te worden van de wet die ons veroordeelt. De relatie van christenen tot de wet is misschien wel het meest verwaarloosde onderwerp van de nieuwtestamentische theologie. Veel christenen die zeggen te leven onder de genade, bevinden zich in de praktijk in een soort schemerzone tussen genade en wet, waardoor de voordelen van beide verloren gaan. Ik ben me ervan bewust dat dit een gevaarlijke uitspraak is, maar in mijn beleving zijn kerken die het woord 'genade' in hun kerknaam dragen, vaak juist het minst vertrouwd met genade. Vaak zeggen we dat we niet langer onder de wet van Mozes vallen, maar hebben onze eigen dwaze godsdienstige wetjes ervoor in de plaats gesteld. Paulus zei dat de wet van Mozes heilig en goed is, gegeven door God (zie Rom. 7:12). Als zelfs die door God gegeven wet ons niet kon volmaken, dan is er geen andere wet die dat wel kan. Het is dwaas dat te verwachten. Met de zinsneden 'onder de wet zijn' of 'onderworpen aan de wet zijn', bedoelen we: gerechtigheid voor God proberen te bereiken door je aan een wetsysteem te houden. Maar 'leven onder de genade' betekent niet dat we geen enkele wet meer gehoorzamen. We bedoelen alleen dat onze gerechtigheid voor God niet bereikt wordt door het houden van een stel regels. We zullen nu de eerste bevrijding onder de loep nemen. Paulus zegt: Ik ben door de wet voor de wet gestorven. Het uiterste wat een wet kan doen, is je ter dood veroordelen. Als je eenmaal bent geëxecuteerd, heeft de wet geen verdere claims meer op je. En het geweldige nieuws is dat jij en ik geëxecuteerd zijn in Christus. Mijn oude mens werd met Hem gekruisigd. Daardoor ben ik niet langer onderworpen aan en veroordeeld door de wet en bevind me buiten het terrein waar de wet van kracht is. Nu sta ik in een nieuw gebied. Daarom zegt Paulus: Ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. Om voor God te kunnen leven, moet ik vrij worden van de veroordeling door de wet. Tenzij ik net als Paulus gestorven ben voor de wet, kan ik niet leven voor God. Wat een adembenemende waarheid - maar dat is precies wat Paulus hier zegt.


Vader, vergeef mij dat ik onder het mom van 'vrijheid' van de Wet, zo vaak Uw leefregels heb ingeruild voor mijn eigen invulling en zelfverzonnen regeltjes. Ik wil leven in de vrijheid! In Christus ben ik niet langer veroordeeld door de Wet, maar ervoor gestorven en in een nieuw leven opgestaan! Amen.