Vandaag zullen we kijken naar twee manieren waarop we ons kunnen wapenen tegen ontmoediging. Ontmoediging is een van de sterkste wapens die de duivel tegen ons gebruikt. Als we ontmoedigd zijn, dan kan hij bijna alles met ons doen. Dus als je ontmoedigd dreigt te raken, prent je dan deze twee bemoedigende waarheden in:
Ten eerste: Als we zwak zijn, zijn we sterk.
En Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is u genoeg; want mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Het liefst zal ik dus meer in mijn zwakheden roemen, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden, in mishandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig. (2 Korinthiërs 12:9-10)
Voel je je zwak? Of zit je in moeilijke omstandigheden? Raak dan niet ontmoedigd. In zekere zin is dat een goede plek om te zijn. Omdat je daar het meest afhankelijk bent van Gods genade, en die is altijd groter dan datgene wat jouw gevoel van zwakte veroorzaakt! Als er sprake is van schuldgevoel vanwege zonde, Jezus heeft alle schuld betaald! Voel je je zwak omdat je niet weet wat je moet doen? Hij is je wonderbare Raadsman! Voel je je zwak door veroordeling van anderen? In Hem heeft de Vader je lief met alles wat Hij heeft! Gods genade manifesteert zich veel makkelijker in gebieden waarin we zwak zijn, dan in die situaties waarin we denken het zelf wel af te kunnen. Het is onvermijdelijk dat er momenten zijn waarin we ons zwak voelen. Maak je daar geen zorgen over. Geef niet op. Steun nòg meer op Gods genade, omdat Hij Zijn genade aanbiedt aan de zwakken. Zeg net als Paulus: ,,Nou en? Ik ben inderdaad zwak. Maar als ik zwak ben, dan ben ik sterk.”
Ten tweede: Raak niet ontmoedigd als je faalt.
Aan hem echter die niet werkt, maar (die) gelooft in Hem die de goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot gerechtigheid. (Romeinen 4:5)
Ons geloof wordt ons tot gerechtigheid gerekend, ook als we falen. Als je je geloof niet opgeeft en op God blijft vertrouwen, wordt ondanks je mislukkingen, dit geloof je tot gerechtigheid gerekend. Je geloof is eigenlijk een beetje vergelijkbaar met een creditcard. Tegenwoordig kopen veel mensen dingen met een creditcard. We hebben geen geld, maar we geven onze creditcard. In de wereld is dat niet altijd verstandig, omdat de wereld niet werkt vanuit genade, dus vroeg of laat moet je toch betalen! God heeft ons echter ook een creditcard gegeven; namelijk ons geloof. Als je niet tegen een situatie opgewassen bent en je faalt, dan kun je je creditcard overhandigen en tegen de duivel of een andere tegenstander zeggen: ,,Mijn geloof wordt me nog steeds tot gerechtigheid gerekend. God aanvaardt de verantwoordelijk voor mij, zelfs in de situatie of de problemen waarin ik nu ben beland.”