Vandaag wil ik graag even doorgaan op Gods kracht die ons leven binnenkomt als we de Heer verwachten (zie Jes.40:28-32 waar we gisteren uit lazen). Let op wat Gods kracht dan voor ons zal doen: "[wij] zullen onze vleugels uitslaan als arenden, [wij] zullen snel lopen en niet afgemat worden, [wij] zullen lopen en niet moe worden." (Jesaja 40:31). In dit vers vinden we drie illustraties van kracht. De eerste is de onvoorstelbaar snelle stijgende vlucht van de arend, die in de hemel ver boven alle andere vogels vliegt. Deze vlucht is majestueus en spectaculair. Dan, als tweede, komt er nog een intense activiteit: "[wij] zullen snel lopen en niet afgemat worden." En als derde komt een minder intense activiteit: "[wij] zullen lopen en niet moe worden."
Welke van deze drie denk jij dat het moeilijkst is - om op te stijgen, te rennen of te lopen? Het zal je misschien verbazen, maar volgens mij is de moeilijkste van deze drie lopen; dit gaat over het gewone, dagelijkse geploeter in ons bestaan... Het lijkt vaak zo alledaags en eentonig, dat we ons afvragen of ons leven sowieso wel de moeite waard is. Maar als we wachten op God - als we wachten aan de voet van het kruis - dan ontvangen we de kracht voor alle drie: om op te stijgen, om te rennen, en ook om te blijven lopen; om door te gaan, vol te houden, omdat we op Hem wachten.
In 2 Korinthe getuigt Paulus persoonlijk hoe hij kracht vond in zijn eigen zwakheid. Paulus was een man die buitengewone openbaringen had. Hij kreeg een enorme openbaring van Gods waarheid, die voor miljoenen tot zegen is geweest in de daaropvolgende eeuwen. Maar hij moest wel een prijs betalen:
En opdat ik mij door het alles overtreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig.
(2 Korinthe 12:7-10)
In Paulus' leven was een soort geestelijke kracht aan het werk, die onnatuurlijk was en demonisch. Die bezorgde hem aanhoudende pijn en persoonlijke moeite. Maar ondanks deze tegenspoed gaf Paulus een paradoxaal getuigenis, een ogenschijnlijke tegenstrijdigheid: Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig (vers 10). In Zijn genade wilde God de druk die Paulus zo plaagde niet wegnemen, want Hij wist dat deze druk Paulus zou brengen naar de plaats waar hij open zou staan om Gods bovennatuurlijke kracht en macht te ontvangen.
Als je aan het einde bent gekomen van je eigen kracht - het einde van je eigen wijsheid, je eigen slimheid en mogelijkheden - juist dan wordt Gods kracht voor jou beschikbaar gemaakt. Dit is een belangrijk geheim dat ieder van ons moet leren. In onze wandel als christen moeten we komen aan het bankroet van ons eigen kunnen, onze eigen kracht, de plaats waar we toegeven dat wij zelf onbekwaam, ontoereikend en zwak zijn. Zoals Jesaja het zegt, is het op die plaats dat Gods bovennatuurlijke kracht en wijsheid voor ons beschikbaar komt.