Shop Doneer

...omdat Hij ons eerst liefhad

Leestijd: 1 min.
In het vorige thema lazen we over de emotionele wonden van schaamte, die we in geloof mogen 'omruilen' voor Jezus' heerlijkheid. Komende dagen behandelen we verwerping of afwijzing. Wat is daarvan het tegenovergestelde? Acceptatie. Dit is dus de volgende omwisseling: Jezus doorstond onze afwijzing, zodat wij zijn acceptatie door Vader konden ontvangen. Ik moet toegeven dat ik persoonlijk nooit geworsteld heb met afwijzing. Mijn kijk op het leven was juist het tegenovergestelde. Ik heb altijd de houding gehad: als mensen me niet mogen, dan is dat hun probleem. (Waarvan ik overigens niet zeg dat die goed was...) Vanuit een tamelijk objectief standpunt heb ik dus geleerd over afwijzing - en ik moet zeggen: met verbazing...! Eerst kon ik niet geloven waar mensen door heen gingen! Terwijl ik bad voor mensen die leden onder afwijzing, leerde God me erover en kreeg ik gaandeweg steeds meer bewogenheid en begrip. Afwijzing kan worden beschreven als 'het gevoel ongewenst en ongeliefd te zijn'. Vaak leg ik het als volgt uit: Mensen met afwijzing kijken altijd van buitenaf naar binnen. Andere mensen komen binnen, maar jij om de één of andere reden nooit. Ik onderschrijf niet alle theologie van moeder Theresa, maar ben het roerend eens met haar analyse van het 'basisprobleem van de mensheid'... Zij zei: ,,De ergste ziekte is niet geliefd te zijn.'' De eerste brief van Johannes 4:19 zegt: Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Wat een diepe waarheid! We kunnen niet van God houden, totdat zijn liefde in ons liefde doet ontwaken. Dit principe geldt ook voor menselijke liefde. We zijn niet in staat om lief te hebben, totdat de liefde in ons ontluikt door de liefde van iemand anders. Iemand die nooit liefde heeft gekend, weet niet hoe hij moet liefhebben. Veel mensen die lijden aan afwijzing willen graag liefhebben, maar kunnen het niet omdat de liefde in hen nooit is ontwaakt. Maar God is onze eeuwige bron van liefde, en Hij bewees die liefde door toen wij nog zondaren waren, Zijn Zoon Jezus voor ons te geven (lees ook Romeinen 5). Dat besef doet in jou en mij de liefde ontwaken, zodat wij op onze beurt namens Hem kunnen liefhebben.


Hemelse Vader, dank U wel voor Uw onbegrijpelijke, hemelhoge liefde voor mij, waardoor ik me geliefd mag voelen. En doordat U mij eerst heeft liefgehad, kan ik met Uw liefde ook anderen liefhebben. Amen.