In slachtoffer en spijsoffer hebt Gij geen behagen, - Gij hebt mij geopende oren gegeven - , brandoffer en zondoffer hebt Gij niet gevraagd. Toen zeide ik: Zie, ik kom; in de boekrol is over mij geschreven. Ik heb lust om uw wil te doen, mijn God, uw wet is in mijn binnenste. (Psalm 40:7-9 NBG)
Als de psalmist hier spreekt over brandoffer, spijsoffer, zondoffer…. heeft hij het over uiterlijke vormen van godsdienst, en zegt hij in wezen: dat is niet wat God werkelijk zoekt. We kunnen ons perfect aan de regels houden, maar toch het cruciale punt missen.
Hij zegt: ‘U hebt mij geopende oren gegeven’. We moeten in staat zijn te horen wat God tot ons persoonlijk zegt. Het is essentieel om de stem van God te horen en verstaan. Daartoe moeten onze oren geopend worden. Als we de stem van God horen, dan leren we Zijn wil kennen.
David zegt: ‘In de boekrol is over mij geschreven. Ik heb lust om uw wil te doen’. Ik geloof dat dit geldt voor ieder mens die tot God komt. In die boekrol staat geschreven wat de wil van God voor ieder mens persoonlijk is. Als God onze oren opent en we geven ons leven over aan Hem, dan doen we de wonderbaarlijke ontdekking dat God voor ieder van ons een speciaal plan heeft – een plan dat beschreven staat in Gods eeuwige boek. Iets wat voor ieder mens afzonderlijk in de boekrol staat.
God maakt geen kopieën van mensen. God heeft een specifiek, persoonlijk plan voor elk van Zijn kinderen. Vraag Hem je oren te openen. Kom in overgave tot Hem. Dan zal Hij je Zijn plan openbaren.